Premier gaat over links – met steun separatisten
Sánchez kan in het gepolariseerde Spanje niet anders dan zich opwerpen als het gezicht van „een progressieve regering van de dialoog”.
werkte jaren voor de universiteiten van Californië en Parijs en krijgt de portefeuille Universiteiten.
Sánchez zorgde al voor de eerste rimpeling door zonder medeweten van Unidas Podemos de positie van zijn partij te verstevigen: hij breidde het aantal ministers uit van achttien naar 23 en stelde een extra vicepremier aan. Naast uiterst linkse ministers koos hij ook bewindslieden met een gevestigd sociaal én economisch profiel – zoals Arancha González Laya op Buitenlandse Zaken die zich bij de EU én de VN bezighield met internationale politiek en handel, of vicepremier Nadia Calviño, die jaren voor de Europese Commissie werkte, op economie. Zo wil Sánchez uitstralen dat zijn regering zich aan de regels van ‘Brussel’ zal houden.
Met twaalf mannelijke en elf vrouwelijke ministers is de regering bijna in balans. Naast Iglesias, die verantwoordelijk wordt voor Sociale Zaken, en Calviño zijn er nog twee vrouwelijke vicepremiers: Carmen Calvo (eerste vicepremier) en Teresa Rivera (Ecologische Transitie).
De voornaamste afspraken in het regeerakkoord gaan over verhoging van het pensioen, het tegengaan van flexibilisering van de arbeidsmarkt, het invoeren van een extra belasting voor ‘de rijken’, het verhogen van het minimumloon naar 1.000 euro, het bevorderen van een gelijke beloning voor mannen en vrouwen, maatregelen voor het tegengaan van seksueel misbruik en het via een dialoog zoeken van een politieke oplossing voor het conflict in Catalonië.
Want zonder steun van de linkse Catalaanse separatisten van de ERC zou er van „een progressieve regering van de dialoog” helemaal geen sprake zijn geweest.