Chan Santokhi kan president van Suriname worden
Al decennialang is Santokhi in Suriname de tegenpool van Desi Bouterse. Nu heeft hij hem verslagen in de verkiezingen.
Chandrikapersad (‘Chan’) Santokhi heeft een bijnaam: the sheriff. Die dankt hij aan zijn grootste politieke rivaal, Desi Bouterse. De oud-dictator liet tijdens de campagne voor de verkiezingen van 2010 op partijbijeenkomsten geregeld het reggaenummer I shot the sheriff van Bob Marley spelen, waarop hij dan zelf heupwiegend mee bewoog. Het was een vorm van intimidatie door Bouterse, die de verkiezingen van 2010 won en president werd.
Bouterse ziet Santokhi al sinds jaren als zijn kwelgeest. Als minister van Justitie in de periode 2005-2010, bereidde Santokhi het Decembermoordenproces voor, met Bouterse als hoofdverdachte – op 8 december 1982 waren vijftien opposanten van het Bouterse-regime vermoord. „Dit is mijn missie: dit kleine Suriname is een rechtsstaat, dat moeten we de wereld laten zien”, zei Santokhi hierover in 2007 tegen NRC.
Een politieke missie stond de politieman Santokhi nog niet zo helder voor ogen toen hij zich in de jaren negentig onderscheidde als drugsbestrijder. Zijn inspanningen droegen eraan bij dat Bouterse uiteindelijk in Nederland wegens cocaïnesmokkel werd veroordeeld. Wie destijds bij politiechef Santokhi binnenstapte in zijn bureau in Paramaribo, waande zich in een bunker. Die extreme beveiliging was bittere noodzaak. Hij had als drugsspeurder veel vijanden; er was geschoten op de ramen. Een prominente collega werd vermoord en velen wezen, niet zonder reden, naar de toenmalige militaire top onder leiding van Desi Bouterse.
Politieacademie
Op het bureau van Santokhi, in Nederland opgeleid aan de Politieacademie, hingen buitenlandse oorkondes aan de muur: erkenning voor zijn rol in de internationale drugsbestrijding. In een via WikiLeaks uitgelekt diplomatiek document werd Santokhi een „consistente bondgenoot van de VS in de drugsbestrijding” genoemd met een „reputatie als crimefighter”.
Dat juist in die periode voor het eerst een Amerikaanse minister – Robert Gates – Suriname bezocht, was vooral aan hem te danken. Een jaar eerder was in Paramaribo de door de VS meest gezochte Caraïbische drugscrimineel aangehouden – in nauwe samenwerking met Washington. Pikant detail: de crimineel onderhield volgens de via WikiLeaks gelekte documenten nauwe banden met Bouterse.
Toen Santokhi als oppositieleider in 2014 het State Department bezocht, verklaarde een Amerikaanse onderminister dat hij een regering met Santokhi’s partij zou „verwelkomen als betrouwbare partner”. Een duidelijke sneer naar de regering-Bouterse.
In de verkiezingscampagne van 2015 gebruikte Santokhi ‘the sheriff’ als geuzennaam: met een sheriffhoed op het hoofd profileerde hij zich als de bestrijder van criminaliteit en corruptie; die hadden tijdens presidentschap van Bouterse ongekende vormen aangenomen. Voor veel kiezers was Santokhi een geloofwaardige presidentskandidaat: hij was destijds niet voor niets de populairste minister. Zijn Hindostaanse komaf leek in het etnisch verdeelde land geen al te grote belemmering meer. Al wekt die bij sommige Creolen nog steeds weerstand – volgens hen zouden Hindostanen te veel het groepsbelang nastreven.
Sheriffhoed
Chan Santokhi (Lelydorp, 3 februari 1959) komt uit een typisch Hindostaans gezin, met negen kinderen. Vader was landbouwer en havenwerker, moeder winkelbediende. Na de middelbare school studeerde hij, met een Surinaamse beurs, van 1978 tot 1982, aan de Politieacademie in Apeldoorn. Hij hield er een netwerk aan over dat later zijn vruchten afwierp bij politiële en justitiële samenwerking met Nederland.
Na zijn studie keerde Santokhi meteen terug naar zijn geboorteland. Opmerkelijk, omdat Suriname op dat moment gebukt ging onder een militaire dictatuur, waar het voor de politie moeilijk en gevaarlijk werken was.
Zijn politieke ambities groeiden tijdens zijn ministerschap. „Ik ben beschikbaar voor het Surinaamse volk, ongeacht de positie”, zei hij in 2007 tegen NRC. Zijn politieke vuurproef onderging de oud-politieman in zijn eigen Vooruitstrevende Hervormings Partij (VHP). De oude garde verzette zich toen Santokhi in 2011 door een vernieuwingsbeweging van jongeren als kandidaat-leider naar voren werd geschoven. Maar hij won de interne verkiezing met ruim 85 procent.
Het geld bleek op
Santokhi democratiseerde de partij. Ook gaf hij een impuls aan inhoudelijke vernieuwing met als speerpunten goed bestuur en hervorming van de nog altijd sterk van grondstoffen afhankelijke economie. Maar Bouterse en zijn NDP wonnen in 2015 wederom de verkiezingen, vooral door in een sterk populistisch getint beleid van veel sociale maatregelen. Na de verkiezingen bleek het geld echter op en gleed Suriname door wanbeleid en corruptie verder af.
Santokhi’s streven om de VHP tot een meer multi-etnische partij te maken leverde niet direct resultaat op door interne weerstand. Maar voor Santohki was na de nieuwe verkiezingsnederlaag in 2015 duidelijk dat hij alleen zó, met een multi-etnische partij die corruptiebestrijding