Reizen met ov wordt één groot experiment
Vanaf volgende week rijden trein, bus en metro weer op volle sterkte. Spannend voor de vervoerders. Reizigersgedrag is onvoorspelbaar.
Eigen verantwoordelijkheid van de reiziger. Pas optreden als het echt niet langer kan. En vooral wennen aan het loslaten van de anderhalvemeternorm. Voor NS en andere vervoerders is het openbaar vervoer vanaf volgende week één groot laboratorium.
Een proeftuin waarin het aan de passagiers zelf is om voldoende afstand tot elkaar te houden. Waarin conducteurs die passagiers, eenmaal ingestapt, wel mogen aanspreken en bekeuren als ze geen mondkapje dragen (95 euro), maar niet als er onvoldoende afstand wordt bewaard. Waarin buschauffeurs in dunbevolkte regio’s de instructie hebben om niemand bij de halte te laten staan, ook niet als de bus voller is dan is toegestaan. Een proeftuin omdat niemand weet hoeveel reizigers volgende week zullen terugkeren naar bus, trein, tram of metro.
Vanaf 2 juni rijdt het openbaar vervoer weer op volle sterkte, om plaats te bieden aan maximaal 40 procent van het aantal reizigers van vóór de coronacrisis (toen circa 2,4 miljoen mensen dagelijks incheckten). Als het er meer worden komt, ondanks de mondkapjesplicht, de volksgezondheid in gevaar en is het besmettingsgevaar te groot. In treinen maken stickers nu al duidelijk welke zitplaatsen bezet mogen worden; alleen raamplaatsen zijn toegestaan. En gangpaden zijn geen staanplaatsen.
Volle sterkte
NS kan de incheckpoortjes naar de perrons afsluiten als het te druk wordt. Maar als het advies om alleen te reizen als het noodzakelijk is wordt nageleefd is dat niet nodig.
„Met de huidige beperkte dienstregeling vervoerden we de afgelopen maanden 9 tot 14 procent van het oorspronkelijke aantal passagiers”, zegt voorzitter Pedro Peters van brancheorganisatie OV-NL. „We gaan nu op volle sterkte rijden. Er zit behoorlijk rek in het aantal passagiers dat we veilig kunnen vervoeren.”
De verkeersleidingscentra van de vervoersbedrijven in de grote steden kunnen maatregelen nemen en materieel of handhavers sturen als dat nodig is. Conducteurs van NS kunnen terecht bij de centrale meldkamer in Utrecht. Daar kan ook politieversterking worden aangevraagd, als dat nodig is. Waarbij het vervolgens aan de individuele hoofdconducteur of buschauffeur is of hij het verantwoord vindt om te vertrekken.
De vervoersbedrijven en het crisiscoördinatiecentrum op het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat beoordelen achteraf of de proef geslaagd is en of verdere versoepeling mogelijk is. In dat coördinatiecentrum wordt dagelijks het reisgedrag in kaart gebracht.
„Dáár ligt ook die verantwoordelijkheid”, benadrukt Peters. „Het is het kabinet dat in maart besloot tot die lockdown in het openbaar vervoer. Het is diezelfde overheid die nu tot deze versoepeling heeft besloten. Wij faciliteren en adviseren. Het kabinet gaat over de vervolgstappen.”
NS probeert het reizigersgedrag te beïnvloeden met ‘positieve aanwijzingen’, markeringen op de perrons en in de stationshallen, stickers in de treinen. „We wijzen op gewenst gedrag”, zei Mirjam Schokker, stationsmanager van Utrecht Centraal, dinsdag tijdens een webinar van vakblad OV- Magazine. „Als mensen zich prettig voelen, zijn ze meer geneigd regels te volgen. Daarom markeren we bijvoorbeeld niet te veel perrontegels met de aanwijzing om vijf tegels afstand te houden. Dat voelt onveilig. Je moet niet het gevoel krijgen dat je op een crime scene bent beland.”
Arthur Scheltes van adviesbureau Goudappel Coffeng voorziet vijf knelpunten op stations, vertelde hij in het webinar. Nauwe paadjes in winkels en horeca. Drukte bij in- en uitchecken, perrontoegangen en in- en uitstappen. De fietsenstallingen worden drukker omdat meer mensen met de fiets naar het station komen. In- en uitgaande passagiers kunnen wellicht worden gescheiden, bij de poortjes en de treinen.
Vervoersbedrijven zijn nog volop in overleg met hun personeel en vakbonden over hun veiligheid en werkinstructies. Mondkapjes zijn verplicht vanaf het moment dat een passagier instapt. Niet op de haltes, perrons of in de stationshal. Conducteurs moeten het bij handhaving vooral hebben van sociale controle.
Of het gaat lukken? Feitelijk is het allemaal een spreidingsprobleem, verwacht NS. Een probleem dat voor corona ook al speelde: te druk in de spits, rustig midden op de dag. Als de spits wordt ontzien, is er voldoende ruimte voor iedereen.
Je moet niet het gevoel van een crime scene krijgen Mirjam Schokker stationsmanager