Immuniteit komt tergend traag
Amper 3 tot 5 procent van de Europese bevolking is nu immuun tegen Covid-19. Toch is er nog hoop op groepsimmuniteit.
Zelfs in Zweden, een van de weinige landen in Europa dat nooit een lockdown heeft ingevoerd om de corona-epidemie in te dammen, is groepsimmuniteit tegen het coronavirus nog lang niet in zicht. Dat blijkt uit de eerste meting van het Zweedse volksgezondheidsinstituut.
De rapportage meldt dat in Stockholm nu 7,3 procent van de bevolking antistoffen tegen het virus heeft, elders in Zweden ligt het rond de 4 procent – teleurstellend ver van het niveau waarop groepsimmuniteit verwacht kan worden. Dat is de toestand dat zoveel mensen immuniteit hebben opgebouwd tegen het virus dat de epidemie zonder maatregelen vanzelf zal uitdoven. Volgens deskundigen wordt dat niveau voor dit virus SARSCoV-2 bereikt vanaf het moment dat 60 procent van de bevolking immuniteit heeft ontwikkeld.
De vraag is nu of die ‘bescherming door de kudde’ ooit wel gehaald zal worden. In veel westerse landen daalt het aantal nieuwe infecties inmiddels flink, wat ook betekent dat het aantal mensen dat immuniteit tegen het virus verwerft minder snel toeneemt. De opbouw van groepsimmuniteit gaat tergend langzaam.
Een andere grote kwestie is hoe ‘hard’ deze gemeten afweer in de bevolking is. Er zijn vele voetangels. Ten eerste moet het onderzoek plaatsvinden bij een voldoende grote groep mensen die representatief is voor de regionale spreiding en leeftijdsopbouw van de bevolking. En in sommige onderzoeken kunnen deelnemers zichzelf aanmelden. Dat geeft kans op vertekening, omdat bijvoorbeeld mensen die vermoeden dat zij Covid-19 hebben gehad, zich eerder zullen aanmelden. En binnen landsgrenzen kan de regionale variatie erg groot zijn, waardoor een landelijk gemiddelde niet zoveel zegt.
Geen garantie
‘Social distancing’, is geboden zolang er geen vaccin of medicijn tegen Covid-19 is. procent. In een publicatie in Science eerder deze maand berekenden onderzoekers dat de immuniteit in Frankrijk gemiddeld uitkomt op 4,4 procent.
Een nog niet gepubliceerde overzichtsstudie laat zien dat er in Italië – niet onverwacht – grote regionale verschillen bestaan. In de zwaar getroffen regio Lombardije komt het aantal mensen dat de infectie heeft doorgemaakt uit op 13 procent, maar voor heel Italië landt het op 4,8 procent. Dat komt overeen met de uitkomst van een kleine steekproef in buurland Oostenrijk: 4,7 procent.
In Spanje, een ander land dat zwaar getroffen is door corona, springt de regio Madrid eruit met 14,2 procent van de bevolking met antistoffen. Het landelijk gemiddelde komt ook daar weer uit op 5 procent.
17 procent in Londen
Tijdens een persconferentie vorige week meldde de Britse gezondheidsminister Matt Hancock dat inmiddels 17 procent van de Londenaren antistoffen tegen het coronavirus heeft. Elders in het Verenigd Koninkrijk zou het aandeel op 5 procent liggen.
Uitzonderlijk laag zitten de Denen. In een steekproef onder ruim duizend willekeurige volwassenen blijkt dat ongeveer 1 procent van de bevolking antistoffen heeft tegen SARS-CoV-2. Het zijn voorlopige cijfers, want voor een betrouwbaar landelijk beeld is de steekproef nog te klein.
Mogelijk geven de verkoudheidsvirussen al wat immuniteit
Er is ook hoop. Sommige wetenschappers vragen zich hardop af of de magische grens van 60 procent immuniteit wel nodig is om uitbraken van het virus te dempen. Gebleken is dat sommige mensen niet of nauwelijks ziek worden door Covid-19, mogelijk omdat zij beschermd worden door eerder verworven immuniteit tegen milde coronavirussen die alleen verkoudheid veroorzaken. Hoe robuust deze bescherming is en hoe wijd verspreid die is onder de bevolking, is nog niet bekend. Maar het kan er wel toe bijdragen dat groepsimmuniteit voor SARSCoV-2 mogelijk eerder wordt bereikt, schrijven wetenschappers onder leiding van Ricardo Aguas van de universiteit van Oxford. Hun redenering is dat de mensen die het gevoeligst zijn voor de infectie, het virus ook het snelst zullen oplopen en dat dus na verloop van tijd steeds meer mensen zullen overblijven die minder bevattelijk zijn voor het virus.
Andere onderzoekers voeren aan dat de modellen die het niveau van groepsimmuniteit berekenen uitgaan van een uniform gemengde bevolking. Maar in de praktijk wordt er misschien al heel veel groepsbescherming geleverd als de groepen met de meeste sociale contacten in de bevolking voldoende immuniteit hebben opgebouwd. Ook in dat scenario komt de door politici zo vurig gewenste groepsimmuniteit eerder in zicht.