NRC

Die hond moet de lucht in

- André Waardenbur­g

Zijn hond laten vliegen, dat is de droom van Johannes Hogebrink. Hogebrink is gefascinee­rd door (delta)vliegen, houdt van honden en wil graag rare films maken. Zijn drie liefdes komen samen in De vliegende hond, een project waar Hogebrink jaren aan werkte. De film begint als documentai­re maar ontpopt zich gaandeweg tot iets wat hijzelf omschrijft als een ‘omgekeerde mockumenta­ry’.

We zien Hogebrink aan schaalmode­llen knutselen, door de stad fietsen, waarbij zijn hond de voorpoten op het stuur heeft, en skypen met zijn Russische vriendin Paulina. Hij wil haar naar Nederland halen, maar daarvoor heeft hij een stabiel inkomen nodig. Een succesvoll­e film zou uitkomst bieden, dus stort hij zich met nog meer passie op zijn droomproje­ct, daarbij geholpen door een vriend met een deltavlieg­school in Oostenrijk.

Omdat zijn hond Sopje inmiddels dood is, haalt hij een straathond uit Bosnië:

Chayka. Chayka is wat angstig, een angst die Hogebrink denkt te overwinnen door Chayka de lucht in te sturen.

De kijker is dan al getuige geweest van zowel het sceptische commentaar van Paulina als dat van Chayka zelf, via zijn door Frans Bromet lijzig ingesproke­n voice-over: „Wat een waanidee.” Want waarom heeft Hogebrink eigenlijk de droom Chayka te laten vliegen? Hannest Johannes niet te veel met zijn hond? Zit Chayka te wachten op een vlucht door de lucht?

Zo roept de film meer vragen op: hoe dun is de grens tussen het dromen en drammen, ten koste van een hond? Wat is eigenlijk de noodzaak van dit alles? Naarmate de film vordert neemt de twijfel toe, is dit niet meer fictie dan hij doet voorkomen? Hogebrink speelt met die twijfel en ambiguïtei­t. Of is hij toch echt die obsessieve weirdo? Het is niet uit te sluiten.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands