Bedrijven willen hogere vergoeding einde gaswinning
Shell en ExxonMobil vinden de compensatie voor het vervroegd dichtdraaien van de gaskraan niet hoog genoeg.
Shell, ExxonMobil en het kabinet kunnen het niet eens worden over de vergoeding die de energiebedrijven ontvangen voor het versneld reduceren van de gaswinning in Groningen. Dat blijkt uit een brief die minister Eric Wiebes (Economische Zaken, VVD) dinsdag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. De bedrijven zeggen dat zij door het terugschroeven van de gaswinning meer inkomsten mislopen dan waar de Staat hen voor wil compenseren.
Shell en ExxonMobil zijn samen eigenaar van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), een joint venture die verantwoordelijk is voor de gaswinning in Groningen. Omdat het de partijen niet lukt het meningsverschil op te lossen, wordt het compensatievraagstuk voorgelegd aan een onafhankelijk arbitragepanel. Volgens het ministerie zal daarvoor een groep onafhankelijke deskundigen aangesteld worden. Dat panel buigt zich dan ook over een geschil over het gewijzigde gebruik van gasopslag in het Drentse Norg.
Vorig jaar ontving de NAM een voorschot van 90 miljoen euro voor het teruglopen van de gasinkomsten. Bij dat voorschot werd ervan uitgegaan dat de gaskraan in 2030 dicht zou gaan. In 2019 kondigde het kabinet echter aan dat dit al in 2022 moet gebeuren. Daarmee lopen de gasinkomsten eerder terug dan verwacht, zeggen Shell en ExxonMobil. Ook stellen de bedrijven dat ze met het vervroegd staken van de gaswinning meer geld kwijt zijn aan de gasopslag bij Norg. Wiebes vindt echter dat het kabinet de bedrijven geen aanvullende vergoeding verschuldigd is.
De Algemene Rekenkamer uitte vorige week kritiek op het kabinet omdat de 90 miljoen euro compensatie niet goed genoeg zou zijn onderbouwd. Ook de verantwoording van de minister was te gebrekkig, oordeelde het instituut dat uitgaven van de rijksoverheid controleert.