Houden de banken dit vol?
Banken waren gezond toen de coronacrisis begon, constateert toezichthouder EBA. Alleen winst maken blijft een zwak punt.
Zijn de banken sterk genoeg om de economie te blijven stutten? Het is een terugkerende vraag tijdens de coronacrisis, waarin banken nadrukkelijk een rol naar zich toe trekken als ‘deel van oplossing’. Banken kunnen bedrijven immers alleen geld verstrekken als ze zelf niet in de financiële problemen zitten.
De Europese Bankenautoriteit (EBA) gaf maandag antwoord: de sector verkeerde in ieder geval in „goede gezondheid” toen de coronacrisis half februari begon. De gemiddelde kapitaalratio bedroeg eind 2019 15 procent, zo’n 5 procentpunt boven het minimaal vereiste. Banken hebben daarmee genoeg kapitaal om de kredietverliezen in ieder geval op korte termijn op te kunnen vangen, schrijft de toezichthouder.
De EBA baseert zich hierbij op een voor deze crisis geüpdatete stresstest uit 2018 – die van dit jaar is met een jaar uitgesteld om de banken niet extra te belasten. Op basis van de test stelt de waakhond dat kredietverliezen door een economische crisis als de huidige ongeveer 2,3 tot 3,8 procentpunt aan lagere kapitaalratio’s kunnen opleveren. Als dat waarheid wordt, hebben de banken nog steeds meer ‘kapitaalbuffer’ dan minimaal vereist. En dan rekent de EBA de positieve impact van de garantstellingen van veel Europese overheden op leningen nog niet eens mee.
Genoeg vet op de botten dus, maar hebben banken ook de spieren om dit lang vol te houden? Daar maak de EBA zich wel zorgen over. De banken in de Europese Unie waren al voor de crisis niet erg goed in winst maken – en die winst is nodig om de buffers weer aan te kunnen vullen. Waar het gemiddelde rendement op eigen vermogen (RoE) van de Amerikaanse concurrenten bijna 10 procent bedroeg, lag dat bij aanvang van de crisis in Europa op gemiddeld 5,0 procent. Ongeveer de helft van de banken in Europa maakte hierdoor voor de coronacrisis al onvoldoende winst om de kosten die ze maken te dekken.
Geld opzij
De gevolgen van de coronapandemie maakt het er voor de banken ook niet makkelijker op. Dat de Europese banken zo weinig winst hebben gemaakt de afgelopen jaren, komt mede door de lage rentes. Die gaan door de crisis waarschijnlijk nog langer laag blijven. Wat ook niet hielp in de winstgevendheid, was het hoge aandeel slechte leningen. Dat is afgelopen jaren wel flink verminderd, maar door de economische crisis zal dit weer oplopen.
Dit soort ‘niet-presterende leningen’ waren met name in de zuidelijke Europese landen afgelopen decennium een blok aan het been van de banken. Financiële instellingen moeten er extra kapitaal voor opzijzetten.
Dat zit kredietverstrekking aan groeiende, en dus wel winstgevende klanten in de weg.
Banken hebben al miljarden opzijgezet om mogelijke toekomstige kredietverliezen op te kunnen vangen, werd duidelijk uit de kwartaalcijferpresentaties van de afgelopen weken. Zo gaf Rabobank vorige week een winstwaarschuwing: over heel 2020 verwacht de bank 2 miljard aan de stroppenpot toe te voegen. ABN Amro verwacht over heel het jaar 2,5 miljard opzij te moeten zetten. Ter vergelijking: de twee banken maakten in 2019 respectievelijk 2,2 en 2,0 miljard euro winst.
De coronacrisis blijkt echter niet alleen maar slecht nieuws voor de banken. De instellingen toonden zich in staat in hoog tempo te digitaliseren. Dat schept kansen voor de toekomst – bijvoorbeeld om kosten te besparen. Volgens de EBA werkt momenteel 90 procent van de bankmedewerkers vanuit huis. En videobankieren heeft ook in landen waar een bezoek aan een bankfiliaal voor de crisis nog heel normaal was, een hoge vlucht genomen. Zijn al die dure kantoren en bankfilialen dan wel nodig?
De crisis maakt banken eigenlijk beter, schrijft adviesbureau McKinsey, dat afgelopen najaar waarschuwde dat veel banken niet bestand waren tegen een nieuwe crisis. Zo worden leningen aan kleine bedrijven nu binnen weken goedgekeurd, in plaats van maanden. „Banken zullen dit willen vasthouden. Dit is een call to action om het bedrijfsmodel echt te veranderen.”