Vleessector onder de loep om corona
In slachthuizen, waar veel arbeidsmigranten werken, is het risico op besmetting groot. De overheid greep al twee keer in.
Dinsdagavond nog moest de vleesverwerkende sector bij minister Carola Schouten (Landbouw, ChristenUnie) langskomen. De slachterijen moesten aantonen dat ze genoeg doen tegen coronabesmettingen. Anders, zo zei Schouten, zou er ingegrepen worden. Krap een dag later was het al zover. Nadat op 20 mei een slachthuis van Vion in Groenlo werd stilgelegd vanwege grootschalige coronabesmettingen, was het woensdag de beurt aan een Vion-locatie in Apeldoorn. De politie constateerde daar woensdagochtend dat het vervoer van werknemers niet aan de richtlijnen van het RIVM voldeed.
Daarop werd het terrein op last van de Veiligheidsregio Noord- en OostGelderland (VNOG) gesloten: de uitgang werd afgezet met dranghekken. Er zaten, zo meldt de VNOG, te veel mensen op elkaar in te kleine busjes.
Het is een opmerkelijke gang van zaken, juist omdat de werkwijze van de slachterijen tijdens de coronacrisis onder een vergrootglas ligt. „Gisteren nog hadden we er vertrouwen in dat Vion zich aan alle afspraken zou houden”, zei Ton Heerts, voorzitter van de Veiligheidsregio Noorden Oost-Gelderland. „Ik heb toen aangegeven dat het vertrouwen duurt zolang Vion zich aan de afspraken houdt. Dat is op dit moment niet het geval.”
Woensdag werden bij Vion in Apeldoorn ook personeelslijsten vergeleken met die van Vion in Groenlo, om te controleren of werknemers die in quarantaine zouden moeten, in Apeldoorn aan de slag zijn gegaan. Maar hier was in de avond geen bewijs voor gevonden. Ook een andere locatie van Vion in Groenlo, Vion Retail, werd daarop onderzocht.
‘Coronahotspots’
Slachthuizen lijken een brandhaard voor coronabesmettingen te zijn. In de Verenigde Staten is dat al enkele weken zichtbaar. Daar kwam de vleesindustrie voor een groot deel stil te liggen vanwege het hoge aantal coronabesmettingen. Dat heeft ook zijn uitwerking op de omgeving: The New York Times toonde op basis van data-analyse aan dat op plekken met veel vleesverwerkende industrie ‘coronahotspots’ zijn ontstaan.
In Nederland kwamen de problemen recenter aan het licht. De locatie van Vion in Groenlo werd vorige week woensdag stilgelegd. Uiteindelijk bleek dat van het personeelsbestand van 657 mensen ruim 20 procent besmet was. Begin mei was het al raak bij 28 medewerkers van Vion in Scherpenzeel. En deze week testten enkele personeelsleden van Van Rooi Meat in Helmond positief op corona.
De coronabesmettingen maken een sluimerend probleem in de vleessector plotseling urgent: de werkomstandigheden in de slachthuizen, met name die van arbeidsmigranten. Naar schatting is twee derde van de 12.000 werknemers in het vlees flexkracht, voornamelijk afkomstig uit landen als Polen en Roemenië. Vaak delen ze woonruimte met tientallen tegelijk. Ze wonen „hutjemutje” op elkaar, zei John Klijn , bestuurder voedingsindustrie bij FNV, maandag tegen NRC. Ook worden ze in groepjes naar slachterijen gereden.
Vleesbedrijven wijzen er vaak op dat niet zijzelf, maar de uitzendbureaus verantwoordelijk zijn voor vervoer en huisvesting van arbeidsmigranten. Maar die instelling is met een groeiend aantal coronabesmettingen niet houdbaar. Schouten wil dat de sector zelf verantwoordelijkheid neemt.
Vion zegde maandag toe de woonsituatie van hun flexwerkers te gaan inspecteren. Ook gaat het bedrijf medewerkers in grotere bussen vervoeren. Volgens het bedrijf berust het ingrijpen van de politie woensdag, voornamelijk op de interpretatie van het begrip ‘huishouden’, Vion zou dat wat ruimer nemen. Heerts zei woensdag dat hij de interpretatie van de politie volgt.
Deze donderdag mag Vion Apeldoorn in alle vroegte weer open mits het bedrijf de zaken op orde heeft. Maar Heerts voegde een dreigement toe: als het snel weer misgaat, moet de slachterij voor langere tijd dicht.