Ik gebruik mijn lichaam als voertuig voor ideeën
Casper Berger kunstenaar
Alle musea dicht en de meeste galeries op slot – opeens wemelde het de afgelopen maanden van de ‘online viewing rooms’. Een mager alternatief voor de echte kunstervaring, vond beeldhouwer Caspar Berger.
Samen met zijn vrouw, filmregisseur Annick Vroom, bedacht hij een coronaproof alternatief. In de leegstaande parkeergarages van congresgebouw RAI Amsterdam zou Berger samen met andere kunstenaars exposeren. In hun auto konden bezoekers langs de beelden en installaties rijden. Ook de naam van de tentoonstelling klopte: dRAIve through. De betrokkenen reageerden enthousiast, maar deze veilige vorm van kunstconsumptie strandde uiteindelijk toch op het evenementenverbod.
Een tegenvaller voor Berger. Hij had zo graag In Case en Cordon Sanitaire willen tonen, zijn twee nieuwste installaties. Werken die niet alleen een nieuwe stap in zijn kunstenaarschap zijn, maar ook reflecteren op actuele maatschappelijke ontwikkelingen. Deze installaties, waarover later meer, zijn nú urgent, zegt hij. Berger: „Het is zo frustrerend dat alles op dit moment stilstaat en op slot zit.”
Caspar Berger (1965) is een buitenbeentje in de moderne Nederlandse kunstwereld. Hij exposeerde de afgelopen jaren onder meer in Museum Beelden aan Zee, Museum De Fundatie en in Singer Laren. Niettemin zegt hij: „Men gaat aan mijn werk voorbij.”
Hij doelt op de grote Nederlandse musea voor hedendaagse kunst en de belangrijke galerie’s. Die negeren hem. Met het aanvragen van projectsubsidies is Berger gestopt. De laatste afwijzing ging gepaard met de standaardtoelichting dat hij „geen beeldende visie” zou hebben. Zulke vernederingen is hij zat.
Berger is een man van ideeën, een conceptueel kunstenaar die de strategieën en de vormentaal van de traditionele beeldhouwkunst gebruikt voor iets nieuws. In het kantoor van zijn atelier staat op een betonnen sokkel het hoofd van David, het beroemde beeld van Michelangelo. Van dichtbij wordt duidelijk waarom Berger het een zelfportret noemt, David/Selfportrait 11: de huid van Davids gezicht zit vol neuzen, monden en oogkassen – Bergers eigen huid.
Dat deed hij vaker, bekende sculpturen manipuleren met afgietsels van zijn eigen huid. Neem een ander bronzen ‘zelfportret’ dat sinds 2016 staat opgesteld in de tuin van het Rijksmuseum Amsterdam en dat een opmaat lijkt te vormen voor de klassieke beeldhouwkunst in de entreehal van het museum.
Als uitgangspunt voor dat beeld gebruikte Berger een afgietsel van de beroemde Belvedere Torso, het fragmentarische marmeren Romeinse beeld van een naakte man, dat geldt als een van dé symbolen van de beeldhouwkunst. Berger kleedde een replica vande gespierde torso aan met siliconenafgietsels van zijn huid. De cocktailprikkers waarmee hij zijn eigen vel vastzette, zijn nog zichtbaar. „Door zo’n iconisch beeld aan te kleden met mezelf, probeer ik de geschiedenis te worden. En dat dan in de tuin voor een kunsthistorisch museum.”
Berger maakte ook een reeks kunstwerken van zijn eigen skelet. Hij ging daarvoor in een CT-scanner liggen en gebruikte de scans om zijn botten en schedel te printen. Van de erfenis van zijn vader kocht hij de drie kilo goud om daarmee een van zijn opperarmbenen te laten gieten. Het gouden bot, ,presenteerde hij als een reliek. Om er een heus heiligenbot van te maken bezocht de kunstenaar op 24 januari 2013 een notaris om zichzelf heilig te verklaren. Een video waarop de notaris de akte voorleest exposeerde hij naast zijn sculptuur.
Op de vraag waarom hij zo gepreoccupeerd is met zijn eigen lijf, antwoordt Berger met een lach. „Het gaat in mijn kunst eigenlijk nooit over mezelf. Ik gebruik mijn lichaam als voertuig voor ideeën. Als ik vanuit verschillende perspectieven naar mijn eigen skelet kijk, hoop ik de kijker mee te sleuren in de eeuwige strijd tussen sterfelijkheid en onsterfelijkheid.”
Twee grote vrachtwagens
In het buitenland ontlokt zijn kunst meer waardering dan hier, constateert Berger. En het mooiste bewijs voor die bewering kwam in januari. Toen klopte een in Spanje wonend echtpaar bij hem aan. Het bleken verzamelaars die zich uitgebreid in zijn werk hadden verdiept.
Tot Bergers verrassing kochten de onbekenden zeven van zijn installaties, twee grote vrachtwagens vol sculpturen. Ze zijn bestemd voor het privé-museum dat het echtpaar op het eiland Menorca laat bouwen. Deze onverwachte blijk van waardering, aan het begin van een voor kunstenaars lastige periode, geeft Berger veel voldoening.
Hij plukt de vruchten, is zijn overtuiging, van zijn houding om niet snel concessies te doen. „Het zelfbewustzijn bij Nederlandse kunstenaars is doorgaans vrij laag. Dat is mede het gevolg van ons oude subsidiesysteem, de effecten daarvan ijlen nog na. In Duitsland staat kunst in hoog aanzien en ben ik ‘Herr Künstler’. Als ik hier overleg heb over een tentoonstelling, ben ik altijd de enige aan tafel die niet voor de expositie betaald word. Met de Fair Practice Code zou aan die idiote situatie een einde komen. Maar wat zei de voorzitter van de Museumvereniging direct na het uitbreken van de coronacrisis? Het leek haar ‘een mooi gebaar’ als de invoering van de code uitgesteld zou worden. Daar gaan we weer.”
Ook in zijn nieuwe werk gaat Berger politieke onderwerpen niet uit de weg. Na de zelfportretten op de thema’s huid en beenderen is Berger koffers gaan maken, een andere vorm van ‘huid’.
De beeldengroep Inner Voice, die hij vorig jaar voltooide, bestaat uit negen glanzende zwarte koffers. Vijf voor de grote wereldreligies, en vier voor politieke en maatschappelijke ideologieën: atheïsme, nazisme, jihadisme en communisme. Iedere koffer biedt ruimte voor een menselijke figuur die een bij de godsdienst of ideologie passende beweging maakt, bijvoorbeeld een moslim die in gebed gaat, of een nazi die de Hitlergroet brengt. Berger: „De sculpturen zelf zijn statisch. De beweging vindt plaats in het hoofd van de kijker.”
Nationale vlaggen
In dRAIve through had Berger graag zijn net voltooide installatie In Case willen tonen. Die bestaat uit koffers voor het bekendste kantoormeubilair ter wereld, dat van de Oval Office in het Witte Huis in Washington. Op de koffer voor het presidentiële bureau staat een videoprojector die wazige en net onverstaanbare televisiebeelden vertoont van soms heftig gesticulerende en opgewonden personages.
Berger: „Het zijn fragmenten van CNN, Fox en Breitbart. De Verenigde Staten zijn zo gepolariseerd, en de nieuwszenders daar zetten de waarheid zo onder druk, dat ons ideaal van een vrije democratische wereld hard aan het slijten is. Het zou me niks verbazen als het in de VS binnenkort uit de hand gaat lopen.”
Waarschuwt Berger met In Case voor het Amerikaanse populisme, zijn nieuwste werk legt de nadruk op het oplevend nationalisme in Europa. Het is een videoinstallatie met de toespraken waarmee de regeringsleiders van de 27 EU-lidstaten de anti-coronamaatregelen bekendmaakten. De meeste presidenten en premiers deden dat zittend aan een bureau omringd door vlaggen. De eerste twee, drie toespraken in Bergers installatie zijn nog net verstaanbaar, maar al gauw vormen de regeringsleiders een onverstaanbaar koor.
Waar was de voorzitter van de Europese Unie, die de maatregelen voor alle lidstaten uiteenzette, vraagt Berger zich af. „Je hoort in de 27 toespraken steeds twee woorden terugkeren: ‘corona’ en ‘solidariteit’. Maar waar is die solidariteit? Op het moment dat we in Europa eendrachtig een crisis moeten bestrijden, zie je steeds het omgekeerde gebeuren: de grenzen dicht, en eigen volk eerst.”
Het zelf bewustzijn bij Nederlandse kunstenaars is doorgaans vrij laag