‘Korte concerten zijn core business'
‘Lang geleden speelde ik een concert voor mijn oma in een zorgcentrum. Ze was mijn grootste fan en had aan mijn instrument bijgedragen, ik wilde iets terugdoen. Na haar dood ben ik doorgegaan met die concerten. Toen ik er een Italiaanse ijskar bijzette, zat de zaal bomvol. De combinatie met ‘iets lekkers’ maakt een concert laagdrempelig. Dat besef leidde tot de oprichting van de Stichting Appeltaartconcerten. Appeltaart smelt niet, dat bleek handiger. „We organiseren normaal 175 appeltaart-concerten per jaar met musici uit voornamelijk het Nederlands Philharmonisch Orkest, waarin ik ook zelf speel, en het Residentie Orkest. Maar er doen ook zangers mee, zoals nu Karin Strobos. Van concerten binnen in verpleeghuizen zal het voorlopig even niet komen, maar we gaan vanaf 1 juni wel weer van start in buurthuizen en kleine theaters. Ook die concerten voorkomen eenzaamheid. „Korte concerten zijn onze core business. Eén, twee keer een half uur: op tijd stoppen is belangrijk. Het fijne van muziek beluisteren is dat het mensen niet met hun beperkingen confronteert. Vaak komen ze met familie, dan is ieders beleving vergelijkbaar. Dat geeft wat om over te praten. „We starten in juni weer op met concerten voor vijfentwintig man. Dat is weinig, maar doordat we elk programma vier keer op een dag spelen, bereiken we wel honderd mensen. En misschien beleven zij het concert na de lockdown wel drie keer zo intens. Voor ons musici voelt het na twee maanden in je eentje thuis studeren overigens ook als een feestje. „In juli gaan we nog een keer een Appeltaart-estafette spelen, in augustus komt er weer regelmaat in. Ik heb een maand geleden al wat theaters gebeld om dat voor elkaar te krijgen. Het lijkt te gaan lukken. Grote symfonische concerten, opera’s met een nauwe orkestbak onder sproeiende zangers – het is sterk de vraag wanneer dat allemaal weer mag. Van kleinschalige concerten moeten we het hebben de komende tijd. Die hebben door de anderhalve meter afstand tot elkaar misschien wel een andere sfeer, maar wij hebben appeltaart. En echt, dat scheelt.”