Costa Rica nieuwste lid van ‘rijkelandenclub’ OESO
Het opvallend stabiele en welvarende Costa Rica treedt toe tot de OESO, ondanks toenemende schulden.
De OESO krijgt er binnenkort een opmerkelijk lid bij. Het kleine Costa Rica is het eerste Centraal-Amerikaanse land dat toetreedt tot de organisatie van veelal rijke, stabiele landen. Na vijf jaar onderhandelen en hervormen wordt het daarmee het achtendertigste lid van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), waarbij ook Nederland, de Verenigde Staten en Australië zijn aangesloten. Tot voor kort waren Mexico, Chili en Brazilië de enige Latijns-Amerikaanse leden, afgelopen maand trad ook Colombia toe.
In een regio met landen als Honduras, Nicaragua en El Salvador, die kampen met grote politieke, sociale en economische problemen, is Costa Rica opvallend welvarend en stabiel. Het land transformeerde van een landbouweconomie naar een economie met een grote duurzame energiesector, hoge inkomsten uit export van medische apparatuur en een – volgens de World Happiness Index – zeer gelukkige bevolking.
Lidmaatschap van de OESO gaat gepaard met prestige. Bovendien worden informatie en onderzoek over beleid gedeeld met internationale experts en politici. Door aan te schuiven bij de andere leden, hoopte ex-president Luis Guillermo Solís Costa Rica beter op de kaart te laten zetten, en meer handel, investeringen en toerisme te trekken. Hiervoor heeft het land een lange reeks hervormingen moeten doorvoeren, onder meer wat marktliberalisatie, belastingen, monetair beleid en tegengaan van corruptie en omkoping betreft.
Met die hervormingen zet Costa Rica verdere stappen in de richting van een liberale en vrijemarkteconomie, zoals de OESO van haar nieuwe leden vraagt. Toetreding betekent echter niet dat Costa Rica zijn financiën op orde heeft. Al jaren bestaan zorgen over de groeiende schulden van het land. De staatsschuld nam de afgelopen jaren rap toe en passeert nu de 60 procent van het bbp.
Dat komt onder andere door veel publieke uitgaven en investeringen in sectoren als technologie en onderwijs. Die bestedingen zijn gedaan om aan de OESO-standaarden te kunnen voldoen, zegt Rabobank-econoom Liliana Lopez. „Het land had al moeite met afbetaling van leningen en rentes. Dat gaat de komende tijd waarschijnlijk nog moeilijker worden.”
Kredietbeoordelaars Moody’s en Fitch verlaagden dit jaar de kredietstatus van Costa Rica. Ook de al relatief hoge werkloosheid nam fors toe, tot 12 procent.
Costa Rica heeft het coronavirus relatief goed in toom kunnen houden: er zijn tot nu zo’n 950 besmettingen gemeld en tien doden. Op 19 maart stelde het land een inreisverbod in voor iedereen zonder verblijfsvergunning. Zelfs voor mensen mét Costa Ricaanse verblijfsvergunning in het buitenland is het tijdelijk niet mogelijk het land binnen te komen. Het toerisme, een grote inkomstenbron, is volledig stilgevallen. Het Internationaal Monetair Fonds keurde eind april een lening goed van ruim 500 miljoen dollar (455 miljoen euro) om het land door de crisis te helpen.
Lidmaatschap van de OESO gaat gepaard met prestige