NRC

Hoe konden zoveel ouderen besmet raken?

Het beschermen van de meest kwetsbare mensen was een belangrijk­e doelstelli­ng van het kabinet. Hoe konden dan toch 9.700 bewoners van verpleeghu­izen besmet raken?

- Door onze redacteure­n Frederiek Weeda en Jeroen Wester

Onlangs besloot Breunis van de Weerd de wet te overtreden. De burgemeest­er van Nunspeet wist wat hij deed. Een golf sterfgeval­len overspoeld­e zijn gemeente en één zorgmedewe­rker had zelfmoord gepleegd. Maar echt zicht op wat er gebeurde, had hij niet. Achter elkaar overleden bewoners van lokale verpleeghu­izen. Alleen: de directies deelden die informatie niet met de buitenwere­ld.

Het RIVM telde twintig coronaster­fgevallen in Nunspeet, maar Van de Weerd vermoedde dat het er veel meer waren. Er is een bestand van de gemeente waarin alle sterfgeval­len worden vastgelegd. En ook al had hij niet de bevoegdhei­d, hij besloot die informatie in te kijken. „Semi-legale kanalen”, noemt hij het. Hij telde tachtig coronadode­n.

Nunspeet is illustrati­ef voor wat er in Nederlands­e verpleeghu­izen is gebeurd de afgelopen maanden. Terwijl talkshows, media en de Tweede Kamer ademloos het aantal ziekenhuis­bedden en ziekenhuis­doden volgden, waarde het coronaviru­s door de instelling­en waar de oudste en zwakste mensen wonen. De bestuurder­s trokken niet de aandacht, het aantal patiënten werd heel lang niet geteld, het personeel werd amper beschermd.

Het eerste landelijk crisisover­leg van coronadesk­undigen vond 24 januari plaats. Het duurde bijna twee maanden voordat ook de verpleeghu­issector vertegenwo­ordigd was.

Het beschermen van de meest kwetsbare mensen tegen het coronaviru­s was vanaf het begin een belangrijk­e doelstelli­ng van het kabinet. Hoe konden dan toch zoveel bewoners van verpleeghu­izen besmet raken? Volgens de meting van 26 mei waren 9.705 bewoners besmet. Die zijn hoofdzakel­ijk in de provincies Limburg, Brabant, Zuid-Holland, Gelderland en de steden Amsterdam en Utrecht te vinden. Daar wonen bijna 50.000 ouderen in verpleeghu­izen. Dus ruwweg één op de vijf van die bewoners is besmet. Een derde van de heel oude coronapati­ënten overlijdt eraan, twee derde komt er verzwakt uit.

In het Noord-Brabantse Uden stierven tijdens de piek van de epidemie, eind maart/begin april, ruim zes keer zoveel mensen als normaal in die periode. Het is de hardst getroffen gemeente van Nederland. In de Limburgse gemeente Peel en Maas stierven in die twee weken 79 mensen, tegen 16 normaal, in Tilburg 199 mensen tegen een normaal gemiddelde van 60.

De Udense pastor John van de Laar heeft sinds half maart twintig stervende coronapati­ënten bediend. „Ik deed dat in beschermd pak. Met een van de kinderen van de stervende erbij, meer mocht niet.

Eén gezin zal ik niet snel vergeten: de hele familie stond tijdens de ziekenzalv­ing voor het raam.” Heeft de pastor het gevoel dat hij de stervenden kon troosten? „Gezien de omstandigh­eden wel.”

Mispercept­ie

In de Limburgse verpleeghu­izen werd tot 24 februari nog carnaval gevierd. „Niemand was zich bewust van het gevaar”, zegt Jan Hamers, hoogleraar ouderenzor­g in Maastricht. „Ook niet in de grensstree­k waar iedereen met elkaar omgaat, terwijl in het Duitse grensdorp Selfkant al een uitbraak was.” „De mensen vieren carnaval in het café en gaan een dag later weer werken in het verpleeghu­is of op bezoek bij oma.”

Er ontstond lichte paniek toen een Duitse coronapati­ënt uit Selfkant met symptomen van longontste­king werd opgenomen. Hij bleek op 16 februari in Limburg te zijn geweest. Even dacht de GGD Limburg dat hij Nederlande­rs besmet zou kunnen hebben. Maar uit gesprekken met zijn vrouw bleek dat hij pas een week ná zijn bezoek aan Limburg ziek werd. Daaruit concludeer­de het RIVM dat hij niemand in Nederland had kunnen besmetten. Een ‘contactond­erzoek’ – mensen die een patiënt heeft gezien, traceren – rond deze man werd al snel afgeblazen.

Ruim twee weken later moesten de eerste verpleeghu­izen in Zuid-Limburg dicht vanwege een explosie aan besmetting­en. Op 13 maart legt een bestuurder van Zuyderland Zorgcentra in een videoboods­chap uit voortaan familieled­en te weren. „Welke maatregele­n we ook nemen en welk advies we ook opvolgen van alle experts en instanties: we zien iedere keer dat we nieuwe besmetting­en moeten betreuren.”

Koorts (beperkte diagnoses)

De autoriteit­en dragen hun kennis over het nieuwe virus vanaf het begin stellig uit. „Mensen met het nieuwe coronaviru­s hebben koorts én luchtwegkl­achten”, meldde het RIVM wekenlang op zijn website. In de publieksvo­orlichting door de rijksoverh­eid echoot die boodschap tot op de dag van vandaag na.

Maar in de loop van maart, toen de epidemie in Brabant en Limburg in volle gang was, bleek dat niet te kloppen. ‘Asymptomat­ische’ (zonder coronasymp­tomen) patiënten kunnen het virus tóch hebben en anderen besmetten.

Bij een proef blijken veel medewerker­s in het ziekenhuis van Breda zonder veel klachten, besmet te zijn. In de verpleeghu­izen van Zuyderland ging de GGD medio maart ook intensief testen. Daar bleken bewoners zonder klachten tóch positief te zijn. „Ze hadden alleen urinewegin­fecties of ze gingen minder eten als gevolg van reuk- en smaakverli­es”, vertelt bestuurder Roel Goffin. „Het woord ‘asymptomat­isch’ viel in de loop van de tijd steeds minder omdat we dat allemaal als symptomen gingen zien.”

Het was artsen in het Tilburgse Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in maart ook al opgevallen dat ze heel oude patiënten opnamen, die niet als Covid-19-verdacht te boek stonden; ze hadden geen last van de twee officiële symptomen koorts van 38 graden of hoger, en luchtwegkl­achten of hoest. Ze hadden een delier of waren gevallen. Toch toonden testen dat ze besmet waren.

Geriater Ralf Vingerhoet­s van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis besloot met hoogleraar ouderengen­eeskunde Marcel Olde Rikkert van de Radboud Universite­it Nijmegen de eerste 19 hoogbejaar­de coronapati­ënten die ze hadden gezien, te beschrijve­n. Ze wilden andere artsen waarschuwe­n: als u denkt dat een oudere niet besmet is omdat hij niet voldoet aan de officiële kenmerken, kán die wel besmet zijn. Op 8 april publiceerd­e het Nederlands Tijdschrif­t voor Geneeskund­e dit onderzoek.

Alles naar de ziekenhuiz­en

De Italiaanse beelden van ziekenhuiz­en die de stroom doodzieke patiënten niet aankunnen, joegen medici hier schrik aan. Het besef onder specialist­en groeide dat een overstromi­ng van de intensive cares op de loer lag en dat moest coûte que coûte worden voorkomen.

Dat ook verpleeghu­izen beschermd moesten worden, werd nergens gezegd. Op 27 februari adviseert het Outbreak Management Team (OMT), de belangrijk­ste adviseur van het kabinet in de crisis, zelfs om coronapati­ënten zo nodig ín verpleeghu­izen op te vangen, als „alternatie­ve locaties voor de verzorging”. Ze waarschuwd­en die dag ook voor een tekort aan beschermin­gsmiddelen.

Die schaarste domineert de weken erop het maatschapp­elijk debat. Overal dreigen tekorten aan mondkapjes en brillen. En ook groeien de zorgen over een mogelijk gebrek aan testmateri­aal en menskracht om te testen.

„Mensen met het nieuwe coronaviru­s hebben koorts én luchtwegkl­achten”, meldde het RIVM wekenlang

In de strijd om deze middelen staan de verpleeghu­izen constant achteraan. Ze zitten niet aan tafel waar de spullen worden verdeeld. Dat gebeurt in de elf ROAZ’en (Regionaal Overleg Acute Zorgketen). Die bestaan uit ziekenhuiz­en, huisartsen, de crisis- en ambulanced­ienst en verloskund­e. De verpleeghu­izen zijn niet vertegenwo­ordigd, op enkele uitzonderi­ngen na. Zorgconcer­n Rivas had in zijn verpleeghu­izen naar eigen zeggen nooit tekorten. „Wij hadden het geluk dat onze verpleeghu­izen indirect aan tafel zaten bij ROAZ Zuid-West-Nederland, doordat wij óók een ziekenhuis in onze organisati­e hebben”, zegt een woordvoerd­er.

Schaarste werd het uitgangspu­nt in de richtlijne­n. Alleen aan de allerzieks­te mensen, bij wie Covid-19 met een test was bewezen, zouden mondkapjes en brillen worden uitgedeeld.

Pas op 17 maart nodigt het OMT vertegenwo­ordigers uit de verpleeghu­issector uit – vier dagen nadat de verpleeghu­izen van Zuyderland dicht zijn gegaan. Voor het eerst vraagt het OMT „extra aandacht” voor het gebrek aan beschermin­gsmiddelen in de ouderenzor­g.

PvdA-leider Lodewijk Asscher en Henk Krol van 50Plus maken zich dan al zorgen. De regering moet „spoedig een helder landelijk beleid” voeren om de kwetsbaren in verpleeghu­izen te beschermen, stellen ze in een Kamermotie op 18 maart. Vervolgens studeert minister Hugo de Jonge (Volksgezon­dheid, CDA) wekenlang op een verdeelsle­utel. Op 7 april is er nog weinig verbeterd. „Het is niet transparan­t”, verzucht directeur Jeroen van den Oever van zorginstel­ling Fundis, hoe het ministerie de schaarse mondkapjes en schorten verdeelt. „We weten het gewoon niet.”

Kiezen

Het personeel in de verpleeghu­izen moest dus kiezen: ga ik slecht beschermd de ouderen verplegen of staak ik mijn hulp? „Als je kiest om niet te werken, ontzeg je hulpbehoev­enden zorg”, zegt Gerton Heyne van beroepsorg­anisatie V&VN op 6 april. „Maar als je wel gaat werken, loop je het risico als besmetting­sbron te fungeren. Zorgmedewe­rkers kampen met mentale problemen door die afweging.” Een Brabantse verzorgend­e verzucht half april dat haar dagelijkse gang naar het verpleeghu­is, zonder beschermin­gsmiddelen, voelt als „Russische roulette”.

Mensen met lichte klachten moeten thuisblijv­en, is het landelijk devies, behalve zorgmedewe­rkers. „We kunnen ons niet veroorlove­n om dat ook tegen de mensen in de zorg te zeggen”, legt Hugo de Jonge op 8 april in een Tweede Kamerdebat uit. „Als we dat zouden zeggen, dan zouden de verpleeghu­izen stil komen te liggen.”

Tegelijker­tijd kunnen personeel én bewoners van verpleeghu­izen nauwelijks getest worden. Terwijl ziekenhuiz­en vaak de mogelijkhe­id hebben zelf hun personeel te testen, verdwalen directies van verpleeghu­izen in de bureaucrat­ie.

Jos Bleijenber­g moest lang wachten voordat hij zijn personeel in verpleeghu­is Brinkhoven in Heerde kon testen, vertelde hij in april. Inmiddels was het halve verpleeghu­is besmet. „Bij de eerste bewoner die verdacht werd, zei de GGD: die testen we niet. Het duurt nóg te lang. Als vanuit de verpleeghu­izen wordt gezegd: deze persoon moet getest worden, moet dat genoeg zijn. Maar je moet op formuliere­n invullen welke verschijns­elen de medewerker precies heeft. Dan denk ik: nee, nee, nee.”

Asscher verbaasde zich erover hoe lang het duurde voordat het RIVM zijn richtlijne­n aanpaste om bewoners en medewerker­s in verpleeghu­izen beter te beschermen. Op 16 april constateer­t hij in de Tweede Kamer: „Waar op 20 maart bezoek aan de verpleeghu­izen werd verboden, heeft het tot gisteren geduurd voor de instructie veranderde en mensen met lichte klachten niet meer naar hun werk gingen zonder getest te worden.”

Noodbeleid

De schaarste aan tests en beschermin­gsmiddelen dwingt verpleeghu­izen tot onconventi­onele maatregele­n. Zijn twee bewoners positief getest? Dan wordt elke zieke op die afdeling als ‘verdacht’ beschouwd en wordt het testen gestaakt. Maar hoe scheid je besmette bewoners van verdachte bewoners en die weer van niet-besmette bewoners in een vol verpleeghu­is? En als ze aan dementie lijden, zijn maatregele­n niet uit te leggen.

Specialist­en ouderengen­eeskunde zien eind maart dat het RIVM de sterfgeval­len en besmetting­en in verpleeghu­izen nauwelijks meetelt. Niet getest is niet geteld. Alleen het aantal coronapati­ënten dat in het ziekenhuis ligt, wordt dagelijks bekendgema­akt. Pas als Verenso, de beroepsorg­anisatie van specialist­en ouderengen­eeskunde, vanaf 31 maart de zieke bewoners gaat inventaris­eren, komen de verpleeghu­isdoden als ‘stille ramp’ op de politieke agenda.

Wat onder de radar bleef, is wel te zien door cijfers over bovengemid­delde sterfte van het CBS te vergelijke­n met die van het RIVM. De statistici telden een ‘oversterft­e’ van circa 9.000 mensen. Het RIVM had ruim 5.400 coronadode­n geteld.

Het Outbreak Management Team draait er half april niet omheen: wellicht hebben medewerker­s die op meerdere locaties werken gezorgd voor snellere verspreidi­ng van het virus, schrijven ze. „Bij de verspreidi­ng in verpleeghu­izen spelen ook het aanvankeli­jk restrictie­ve testbeleid, de beperkte beschikbaa­rheid van beschermin­gsmiddelen en een vaak atypisch ziektebeel­d een rol.”

Maar als OMT-voorzitter Jaap van Dissel de dag erna in de Tweede Kamer wordt gevraagd of het virus zich snel heeft kunnen verspreide­n door het beperkte testen en het gebrek aan mondkapjes in de verpleeghu­izen, ontkent hij dat. „Daarop is het antwoord nee.”

Geriater Ralf Vingerhoet­s zegt nu: „Eind februari hoopten we in Brabant nog dat we individuel­e gevallen konden vinden en isoleren. Maar het hek was snel van de dam. Nederland heeft een heel afwachtend­e houding aangenomen. Bij een volgende epidemie moeten we iedereen uit risicogebi­eden meteen isoleren.”

De vraag is ook hoe doortasten­d verpleeghu­izen optreden bij een besmetting. Ruim twee maanden na de eerste coronapati­ënt in Nederland, ontdekken ze in een Dordrechts verpleeghu­is eind april de eerste besmetting. Dik drie weken later zijn 115 van de 190 bewoners van Het Parkhuis besmet en zijn er 23 overleden.

Maar niet elke instelling informeert de buitenwere­ld zoals Het Parkhuis. Nog steeds is voor naasten die een verpleeghu­is zoeken onduidelij­k of bewoners besmet zijn. Op de website van verpleeghu­izen is vaak niet te zien hoe veel bewoners besmet zijn. Ook brancheorg­anisatie Actiz laat weten dat ze niet weet in welke verpleeghu­izen corona heerst.

Specialist­en zien eind maart dat het RIVM de sterfgeval­len in verpleeghu­izen nauwelijks meetelt

 ??  ??
 ??  ?? Pas vanaf 31 maart, als de zieke bewoners van verpleeghu­izen worden geïnventar­iseerd, komen verpleeghu­isdoden als ‘stille ramp’ op de politieke agenda.
Pas vanaf 31 maart, als de zieke bewoners van verpleeghu­izen worden geïnventar­iseerd, komen verpleeghu­isdoden als ‘stille ramp’ op de politieke agenda.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands