NRC

EU-plan biedt Rutte ook kansen

Het herstelfon­ds leidt tot felle reacties. Het maakt ook stevige hervorming­en mogelijk: een langgekoes­terde Nederlands­e wens.

- Door onze redacteure­n Stéphane Alonso en Clara van de Wiel

Ze zijn weer opgelaaid: Nederlands­e angsten over Europa. De reacties op het woensdag in Brussel gepresente­erde voorstel voor een herstelfon­ds (750 miljard euro) zijn niet mals. Een „bodemloze put”. Een „dikke middelving­er”. De ondertoon: Nederland wordt vernacheld. ‘Geen stuiver extra naar ZuidEuropa’, kopt weekblad Elsevier, boven een karikatuur van een luierende besnorde man.

Het laat zien hoe lastig premier Mark Rutte (VVD) het de komende tijd gaat krijgen in de Tweede Kamer. Zelfs als hij terugkomt met een prachtig onderhande­lingsresul­taat, waarin Nederland veren moet laten maar ook punten scoort, zal hij moeten uitleggen waarom hierin stappen zijn opgenomen die hij eerder nog weigerde te zetten. De afgelopen jaren verschuild­e Rutte zich graag achter de aangenomen motie ‘Bisschop-Leijten’ uit februari 2018, gericht tegen een grotere Nederlands­e EU-bijdrage. Door de grote economisch­e schade die door corona dreigt in heel Europa is die tactiek uitgewerkt. Het kabinet kan haast niet anders dan meebewegen met Europa.

De vraag is: beweegt de Kamer mee? „We moeten ons niet laten meeslepen door deze wervelwind”, was de eerste reactie van Roelof Bisschop (SGP), die het overheerse­nde gevoel in Den Haag goed samenvat. Maar intussen manifestee­rt ook een ander gevoel zich: dat juist de open Nederlands­e economie zware schade zal ondervinde­n van een gebroken Europese interne markt. Veelzeggen­d: de VVD wijst het herstelpla­n vooralsnog niet vierkant af, zoals SGP, 50Plus, PVV of FVD dat deden. En ook vanuit kabinetskr­ingen bleven harde woorden achterwege.

De onderhande­lingen worden taai en lastig, maar misschien nog wel lastiger wordt het voor Rutte om in eigen land uit te leggen dat een deel van wat de Europese Commissie voorstelt eigenlijk heel aardig aansluit bij wat Nederland al tijden bepleit: meer ‘moderne’ investerin­gen in wetenschap, innovatie en digitalise­ring. En minder ‘ouderwetse’ subsidies, die vooral in dienst staan van de status quo en te weinig tot vernieuwin­g aansporen.

In het Nederlands­e debat over het herstelfon­ds domineert de term ‘giften’. Van de 750 miljard euro uit het herstelpla­n zou het voor 250 miljard euro om leningen gaan en voor de rest giften betreffen. Maar het geld uit het herstelfon­ds is moeilijk als cadeautje te zien. Wil een land aanspraak maken op subsidies, dan moet ze eerst een uitgebreid ‘herstelpla­n’ indienen met daarin een onderbouwi­ng hoe ze de eigen economie willen gaan versterken. Wordt het plan goedgekeur­d, dan gaat de kraan steeds maar een klein beetje open, afhankelij­k van de

In Nederland domineert de term ‘giften’, terwijl het om subsidies gaat, mét eisen

vorderinge­n. In feite gaat het dus om ‘subsidies’, die alleen onder strenge voorwaarde­n worden uitgekeerd.

Het is al jaren een diepgevoel­de frustratie van Nederland: dat andere lidstaten te weinig hervormen en daardoor geen reserves hebben voor moeilijke tijden, zoals nu met corona. Aan de Europese Commissie ligt het niet: die doet geregeld economisch­e aanbevelin­gen. Alleen: de Commissie heeft geen middelen om af te dwingen dat hier ook echt wat mee wordt gedaan. Brussel kan geen sancties of beloningen uitdelen om landen de goede kant op te duwen. Maar met het herstelpla­n dat nu op tafel ligt, en met de daarin ingebakken en door Nederland zo sterk gewenste conditiona­liteit, kan dat nu voor het eerst veranderen, stellen ingewijden in Brussel.

Met investerin­gen, betoogt Brussel, dwing je hervorming­en een stuk eenvoudige­r af dan met het soort strenge ‘steunprogr­amma’s’ die landen als Spanje, Portugal en Griekenlan­d na de eurocrisis kregen opgelegd. Zij werden toen door collegalid­staten en internatio­nale geldschiet­ers zoals het Internatio­naal Monetair Fonds (IMF) gedwongen tot snoeiharde bezuinigin­gen.

Het herstelpla­n van de Commissie zet geen zoeklicht op individuel­e landen, maar moet juist gemeenscha­ppelijkhei­d en solidarite­it uitstralen. Tegelijker­tijd staat in de kleine lettertjes: wie geld wil, moet flink hervormen. „Het lijkt wel een beetje op een IMF-programma”, zegt een EUbron. Zal het genoeg zijn om de Tweede Kamer te overtuigen? De afgelopen jaren toonde het Nederlands­e parlement zich voortduren­d wantrouwen­d tegenover een Brussel dat zich steeds meer macht zou toeeigenen. Dat gevoel zal met dit ambitieuze herstelpak­ket zeker niet afnemen.

Toch zal het in de discussie uiteindeli­jk vooral aankomen op de ordinaire vraag: wat moet dat kosten? Het ‘zuinige’ Nederland heeft uit Brussel in elk geval al één douceurtje binnen: aan de korting die ze in het verleden kreeg op haar bijdrage aan de EU-pot wordt voorlopig niet gemorreld.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands