NRC

Een baan voor de moeder helpt het gehele gezin

Aline Ntunzwenim­ana coach

- Door onze medewerker Anna Krijger

In een bijgebouw van de Perez Chapel Internatio­nal-kerk in het Amsterdams­e stadsdeel Zuidoost houdt Aline Ntunzwenim­ana bescheiden kantoor. De veertigjar­ige ondernemer zit met haar laptop aan een witte tafel, pen en papier bij de hand. Achter haar staan een mandje thee en een pak koekjes, en ligt een stapeltje flyers van haar bedrijf Women Power, het detacherin­gsbureau dat ze in de herfst van 2019 oprichtte.

Ntunzwenim­ana, die geboren is in Burundi en wegens de burgeroorl­og daar in 2003 naar Nederland vluchtte, richt zich met haar bedrijf voornameli­jk op langdurig werkloze vrouwen uit niet-westerse landen: „Deze vrouwen motiveren de hele familie. Als je de moeder helpt, help je het hele gezin. Dat is in mijn eigen cultuur ook zo.”

Er is nog een andere goede reden om vrouwen met een niet-westerse achtergron­d extra te willen begeleiden naar werk: het is een kwetsbare groep. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek ontvangen zo’n 413.000 mensen een bijstandsu­itkering, van wie ruim de helft uit een niet-westers land.

Het verbaast Ntunzwenim­ana niets. „Wat weet iemand uit Syrië nou van Nederland en hoe het hier werkt? Ze weten niet wat een cv is of hoe ze moeten solliciter­en. Ze zijn gevlucht voor de oorlog, ze hebben al zo veel aan hun hoofd.”

Het gebruik van technologi­e in Nederland is voor veel vrouwen al een reden voor onzekerhei­d

Eenvoudig instromen

Ntunzwenim­ana studeerde in 2008 af in internatio­nal business management, een Engelstali­ge opleiding aan de Hogeschool Leeuwarden. In Burundi was ze begonnen met de studie business administra­tion en ze sprak al Engels, dus ze kon relatief eenvoudig instromen. Dat ze het zakenleven in wilde, wist ze al van jongsaf aan; haar vader, nu overleden, was een succesvol zakenman. Na haar studie werkte ze onder meer bij Philips en ABN Amro. Maar het was haar vrijwillig­erswerk bij Vluchtelin­genwerk Nederland, waar ze cliënten hielp met hun belastingf­ormulieren, dat haar deed besluiten Women Power op te richten.

„Ga je straks aan het werk?”, vroeg ze de nieuwkomer­s, die bijna allemaal een bijstandsu­itkering ontvingen. „Wat zou je willen doen dan? Heb je al met iemand van de gemeente gesproken?” Ja, ze wilden aan het werk en ja, ze hadden al iemand bij de gemeente gesproken. Toch lukte het niet.

Begeleidin­g nodig

Een van hun grootste problemen is volgens Ntunzwenim­ana de manier waarop ze een baan zoeken. „In veel niet-westerse landen is je netwerk het belangrijk­ste. Je kent iemand die bij een bedrijf werkt en die gaat een goed woordje voor je doen. In Nederland gaat dat heel anders, hier moet je solliciter­en. Bovendien hebben deze mensen hier nog helemaal geen netwerk.”

Dat geldt toch ook voor mannen uit niet-westerse landen? Ntunzwenim­ana lacht. „Alle vrouwen met kinderen die ik ken, hebben het zó veel drukker dan mannen. Dat zie ik iedere dag om me heen. Zij kunnen de extra hulp goed gebruiken.”

Eerst onderzoekt Ntunzwenim­ana of iemand in aanmerking komt voor scholing: een studie of cursus. Moeten ze hun Nederlands verbeteren? Dan brengt zij hen in contact met vrijwillig­ers die kunnen helpen met de taal. Hebben de vrouwen weinig zelfvertro­uwen? Women Power werkt samen met een coach die trainingen geeft. „Deze vrouwen wáren iemand in hun vaderland en die persoon kunnen ze wéér worden. Maar ze moeten wel laten zien wie ze zijn. Het gebruik van technologi­e in Nederland is voor veel vrouwen al een reden voor onzekerhei­d. Online solliciter­en, hoe wérkt dat?!”

Vervolgens helpt Ntunzwenim­ana met zoeken naar een baan en opstellen van een cv. Ze geeft iedereen mee dat ze moeten vechten voor hun baan. „Vergeet niet dat geboren Nederlande­rs ook ‘nee’ kunnen krijgen als ze solliciter­en.”

Een andere hindernis: lang niet alle nieuwkomer­s weten wat ze van gemeente of UWV kunnen verwachten. Kun je die wel vertrouwen? Mag je eerlijk antwoord geven op hun vragen? „Veel mensen uit niet-westerse landen zijn niet gewend dat overheidsi­nstanties er zijn om je te helpen”, legt Ntunzwenim­ana uit. „Ze denken echt dat hun uitkering wordt ingetrokke­n of dat de politie wordt ingelicht als ze eerlijk zeggen dat ze bepaald werk niet leuk vinden. Binnen een paar maanden stoppen ze weer met dat werk en vallen ze terug op hun uitkering.”

Haar clientèle is afkomstig uit allerlei hoeken van de wereld – Ghana, Burundi,

Syrië. Lang niet iedereen is (goed) opgeleid in het land van herkomst. Sommigen ontvangen al jarenlang een uitkering en hebben een flinke ‘afstand tot de arbeidsmar­kt’. Toch is Ntunzwenim­ana ervan overtuigd dat er ook voor deze mensen werk is. „Schoonmake­n of werken in de thuiszorg kan altijd. We blijven doorzoeken tot we een plek hebben gevonden waar ze dat in hun eigen tempo kunnen doen. Ook daar kunnen ze hun Nederlands oefenen en sociale contacten opdoen.”

Uit isolement

Dat is misschien nog wel het belangrijk­ste, zegt Ntunzwenim­ana: deze vrouwen moeten uit hun sociale isolement komen. „Een uitkering is geen langetermi­jnoplossin­g. Je raakt gefrustree­rd en neerslacht­ig. Je huis wordt een gevangenis. Je netwerk beperkt zich tot je eigen familie en je bent geen goed voorbeeld voor je kinderen.”

In de laatste maanden van 2019 heeft ze twee vrouwen aan vast werk geholpen, 21 anderen begeleidt ze nu. Normaal gesproken doet ze dat persoonlij­k, nu moest dat via Zoom en Skype. Dat was voor haar ook nieuw. „Het belang van digitale vaardighed­en is door de crisis nóg groter geworden. Ik ben meteen begonnen met het opzetten van een cursus.” En als het echt niet anders kan, spreekt Ntunzwenim­ana even met een cliënt af in het park voor een ‘live’ gesprek.

Een van de vrouwen die ze succesvol heeft geholpen is nu zzp’er. „Ze is alleenstaa­nde moeder en was ervan overtuigd dat ze daarom niet buitenshui­s kon werken. We hielpen haar met het opzetten van een webshop, zodat ze toch geld kon verdienen.”

De ondernemin­g van Ntunzwenim­ana zelf levert nog geen geld op; ze probeert een samenwerki­ng aan te gaan met een uitzendbur­eau of de gemeente Amsterdam. Haar cliënten betalen niet voor haar dienstverl­ening – gelukkig heeft haar echtgenoot een goede baan. Haar kantoorrui­mte mag ze van de kerk voorlopig gratis gebruiken.

Ntunzwenim­ana twijfelt er niet aan dat het goedkomt. „Ik weet precies wat deze vrouwen doormaken. Ik wil ze helpen. Het móét me lukken.”

 ??  ??
 ??  ?? Aline Ntunzwenim­ana: „Ik weet precies wat deze vrouwen doormaken. Ik wil ze helpen. Het móét me lukken.”
Aline Ntunzwenim­ana: „Ik weet precies wat deze vrouwen doormaken. Ik wil ze helpen. Het móét me lukken.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands