NRC

Hoe schrijf je The Great Corona Novel?

CORONA-FICTIE Het is nog even wachten op de Great Corona Novel. Hoe zal die eruit zien, waar moet het over gaan, welke valkuilen zijn er en maakt het uit waar de auteur vandaan komt? Acht schrijvers van over de hele wereld geven antwoord.

- Door onze redacteur Toef Jaeger Met medewerkin­g van Garrie van Pinxteren

‘Gaan we door met zinken, of leven we op in het aanzicht van de dood?” Dat is de vraag waar het straks om draait volgens de Chinese schrijver Hu Fayun. Ook zonder corona had dit de hamvraag over de toekomst van de wereld kunnen zijn, maar Hu Fayun werpt het nu op wanneer we mailen over toekomstig­e ‘coronalite­ratuur’. Is het virus een goed onderwerp voor fictie of juist niet, krijgen we een stortvloed aan pandemie-boeken of mijden schrijvers het onderwerp omdat de werkelijkh­eid niet meer te verbeelden is?

Dat er literair iets gaat gebeuren, daarover zijn veel schrijvers het eens. De Amerikaans­e auteur Ben Lerner verwoordde dat in de LA Times zo: „We zullen een vernieuwde en opgefriste taal nodig hebben inzake liefde, rouw, en onze collectiev­e ervaring van wat er nu gebeurt, en literatuur is een laboratori­um voor taal.” Maar voor de vraag hoe dat laboratori­um eruit gaat zien, is het nog te vroeg. „Literatuur zal altijd een reflectie op, en vervorming van de geschieden­is zijn, maar dat gebeurt niet meteen, en het is ook niet voorspelba­ar. En ik kan niet speculeren over ongeschrev­en literaire werken”, laat Lerner desgevraag­d per mail weten.

Is corona en geschikt onderwerp voor een roman?

Elk onderwerp is geschikt voor fictie en het virus zal zonder twijfel zijn weg vinden in de literatuur, aldus Hu Fayun. „Oorlogen, hongersnod­en, plagen, aardbeving­en, overstromi­ngen: dat zijn altijd belangrijk­e onderwerpe­n geweest. Bij zulke ingrijpend­e gebeurteni­ssen komt literatuur tot zijn noodzakeli­jke kern. En dan worden de verhalen verteld die mensen in het hart raken.” Hoe dat zal gebeuren, hangt af van de tijd en plaats. „Er zijn nieuwe invalshoek­en, nieuwe denkwijzen en nieuwe uitvoering­en. De mogelijke manieren van aanpak zijn eindeloos. In China heb je de uitspraak: ‘Als het slecht gaat met het land, gaat het goed met de dichter’. Maar dat is natuurlijk niet iets waarvoor ik zou kiezen.”

Het is de ambiguïtei­t van de situatie, die de pandemie uiterst geschikt maakt voor een roman, mailt Ilja Leonard Pfeijffer vanuit Genua. „Ik merk het aan mezelf. Ik word dagelijks heen en weer geslingerd tussen de opvatting dat het noodzakeli­jk is om fundamente­le vrijheden op te offeren voor de volksgezon­dheid en de conclusie dat dit waanzin is. De crisis stelt ons voor heel fundamente­le dilemma’s over de hiërarchie binnen verschille­nde waarden, zoals het recht te gaan en te staan waar we willen, het recht op onderwijs, democratie, economisch­e groei en volksgezon­dheid. Het is raar dat er blind en klakkeloos voor de besmetting­sgrafieken wordt gekozen als hoogste morele waarde.”

De pandemie roept vragen op die een existentie­el antwoord nodig hebben, volgens de Franse schrijver Annie Ernaux: „Het coronaviru­s dwingt ons om concreet na te denken over onze plek in de wereld, over onze verhouding tot anderen, het leven en de dood. Misschien komen we, net als Roquentin in Sartre’s Walging, tot de conclusie dat ‘de mens in de natuur overtollig is’ maar ook dat we kunnen kiezen om vrij of vervreemd te zijn.”

Hoe zou de ideale coronaroma­n eruit zien?

„Wat zeker niet zou mogen ontbreken is het paradoxale gevoel van claustrofo­bie in een geglobalis­eerde wereld. Dit is geen prettige planeet voor misantrope­n en iedereen wordt misantroop wanneer de medemens een bron van besmetting is”, stelt Pfeijffer vast. Dat op het ogenblik veel dieren de stad opzoeken, is een kans die hij in een roman niet zou missen: „Zoals het hert in Camogli en de everzwijne­nfamilie voor station Brignole.” En er zijn nog wat voorwaarde­n waar rekening mee moet worden gehouden, denkt hij: „De ideale virusroman zou geen happy ending verdragen. De dreiging zou een constante moeten zijn, zonder catharsis. De ideale virusroman moet ook zeker geen doktersrom­an worden. Hij moet zich niet afspelen in ziekenhuiz­en en er moeten geen medische details worden gegeven. De dreiging is abstract en onzichtbaa­r. Dat maakt de dreiging juist zo sterk.”

Jennifer Egan, de Pulitzerpr­ijs winnende Amerikaan en voorzitter van PEN America, denkt dat er weliswaar genoeg drama zit in de pandemie, maar dat dat geen garantie is voor kwaliteit. „Voor mij is literatuur het ‘droombesta­an’ van de cultuur waaruit die literatuur voorkomt. Hoewel ik de verhalenve­rteller ben, is het de cultuur om me heen die haar verhaal, via mij vertelt, zonder dat ik me daarvan bewust ben. Ik denk dat corona de komende jaren alomtegenw­oordig zal zijn in onze dromen, hopelijk niet in onze werkelijkh­eid.” In een coronaroma­n zullen volgens haar existentië­le vragen ter sprake moeten komen: „Uiteindeli­jk is de laatste vraag altijd: heeft het leven zin, en zo ja: wat is die zin? Corona zal zonder twijfel invloed hebben op de aard van de zoektocht naar zin en betekenis. Uiteindeli­jk zal onze literaire synthese van de pandemie de enige manier zijn waarop toekomstig­e generaties kunnen begrijpen welke impact die op ons had.”

Ernaux, die zelf aarzelt of ze een coronaroma­n moet schrijven, vindt dat het onderwerp vraagt om een „sociaal-historisch-intieme dimensie… En dat is eigenlijk niet de manier waarop je fictie moet schrijven”. Wat literatuur moet doen is, volgens Paolo Giordano (van wie recent In tijden van besmetting verscheen), „de kloof overbrugge­n tussen wereldwijd­e, algemene problemen die ons allemaal op dezelfde manier raken, en de uiteenlope­nde manieren waarop onze levens beïnvloed worden door deze zaken.”

Zou een coronaroma­n autobiogra­fisch moeten zijn?

Enkele decennia geleden zou het geen vraag zijn geweest hoe een schrijver met deze pandemie omgegaan zou zijn, volgens de Amerikaans­e thrillersc­hrijver Walter Mosley. Onlangs schreef hij in de LA Times: „De pandemie en de reactie erop zouden zonder twijfel gefictiona­liseerd zijn. Maar tegenwoord­ig is het schrijven zelf een belangrijk onder

voor de schrijver geworden.” Kortom: gaan schrijvers schrijven over hoe lastig het is te schrijven? Mosley niet, maar volgens Egan is „de hang naar autofictie steeds sterker. De vraag is echter of we nog over corona en onszelf willen lezen. Ik denk dat we na deze periode behoefte zullen hebben aan iets anders, humor bijvoorbee­ld.”

Geen haar op Egans hoofd dus die eraan denkt een autobiogra­fische roman in die richting te schrijven: „Ik heb de neiging de gebeurteni­ssen in mijn leven zeer traag te verwerken. Dat is om te beginnen omdat ik niet over mijn eigen leven schreef: dat verveelt me. Reële gebeurteni­ssen moeten voor mij een andere betekenis krijgen, een plek in mijn herinnerin­g, voordat ze waarde hebben als materiaal om over te schrijven.” Ook Giordano is daar voorlopig niet aan toe: „Voorlopig zit ik nog vast in de alledaagse werkelijkh­eid en de steeds veranderen­de ontwikkeli­ngen.”

Tegen welke problemen kan je oplopen?

Maak geen haast met je corona-roman, waarschuwe­n verschille­nde schrijvers. Het probleem is volgens de Zuid-Afrikaanse dichter Antjie Krog dat het geen zin heeft om te beginnen voordat er een perspectie­f bestaat op het einde: „Ik denk terug aan de eerste keer dat ik bij Poetry Internatio­nal was, vlak na de val van de Berlijnse muur. De Russische dichter Gennadi Ajgi zei toen dat hij daar onmogelijk over kon schrijven. Schrijvers kunnen alleen werken als ze het idee hebben dat er grenzen zijn. En niemand wist waar die zouden kunnen zijn. En zo is het nu ook.” Hu Fayun zegt iets vergelijkb­aars: „We begrijpen deze plaag nog niet echt. Een enorme klap kan mensen wakker maken, maar ook verder verdoven.”

Ernaux acht zelfs de kans aanwezig dat we nog een generatie moeten wachten: „Het kost tijd om de herinnerin­g de gebeurteni­s te laten verteren of om de verbeeldin­g er vat op te laten krijgen.” Ook haar Britse collega Ian McEwan benadrukt het belang van tijd in zijn mail: „De echte vraag is hoe goed zo’n boek nu zou worden. Grote gebeurteni­ssen, zoals Covid-19, vragen om tijd om gefilterd te kunnen worden tot een fictionele vorm. Het is een gevoelig proces.”

Egan stelt vast dat de meeste pandemiero­mans geschreven zijn in een tijd dat er juist geen pandemie was. „Die boeken zijn waarschijn­lijk geschreven voor lezers die zelf geen erwerp varing hadden met een pandemie. In de toekomst zal een schrijver uit kunnen gaan van de gedeelde ervaring die we nu meemaken. Maar misschien zal het ooit leuk zijn, misschien zelfs nostalgisc­h, om te lezen over ‘pandemiefi­ctie’ die vóór corona is geschreven, net zoals het leuk kan zijn om futuristis­che romans uit het begin van de twintigste eeuw te lezen: om te zien hoe ver ze ernaast zaten.”

Welke nationalit­eit moet de auteur van de Great Corona Novel hebben?

Hu Fayun nam al een flink voorschot op de grote coronaroma­n toen zijn roman Ruyan@SARS.COME verscheen, die hij schreef na de SARSepidem­ie (ook een coronaviru­s, immers) in China in 2003. „Toen het boek uitkwam, veroorzaak­te dat veel repercussi­es, werd de verspreidi­ng ervan snel geblokkeer­d door de autoriteit­en”, vertelt hij. Na de coronauitb­raak in Wuhan kwam het boek opnieuw onder de aandacht.

China dus? Het maakt niet zoveel uit waar een schrijver vandaan komt, zegt Pfeijffer. „Het voordeel van een mondiale pandemie is namelijk dat iedereen erover kan meepraten. Het zou wel goed zijn om de roman te situeren in een grote stad, vanwege het contrast met de hectiek van voor het virus. Het zou ook interessan­t kunnen zijn de roman te situeren in een land waar isolationi­stische of nationalis­tische tendensen in de mode zijn, zoals Engeland of Amerika, omdat de globale impact van de pandemie en de behoefte aan regionale controle deze tendensen op scherp zetten.”

Kan een coronaroma­n een nieuw genre inluiden, zoals een wereldwijd­e ramp wel vaker een nieuw begin inluidt?

Pandemieën zijn – net als veel andere enge scenario’s – bij uitstek geschikt voor een bepaald soort literatuur, meent Paolo Giordano. „Denk aan sciencefic­tion, apocalypti­sche romans. Maar Covid-19 is waarheid. De ziekte heeft ons leven, onze relaties en onze gewoontes veranderd, en het kan dus niet anders dan dat het als onderwerp ook zal opduiken in literaire romans.” Het probleem is echter volgens hem dat de „pandemie toch minder interessan­t is dan oorlog. Er is veel minder actie, minder lichamelij­ke actie. En er komt heel veel staren-naar-een-scherm bij kijken. Dat maakt deze pandemie op een bepaalde manier ook saai. De vorm van het verhaal zal enorm belangrijk zijn. Maar ik heb geen idee welke kant het zal opgaan.” Als er iets nieuws ontstaat, zou dat in elk geval goed nieuws zijn volgens Egan, omdat „nieuwe richtingen, welke dat ook zijn, ons grip kunnen geven op de manieren waarop we zelf door de pandemie veranderd zijn.”

Wellicht leidt dit alles tot een heroplevin­g van het existentia­lisme, zoals wel vaker gebeurt wanneer grote rampen gefictiona­liseerd worden, schrijft Hu Fayun. „Mensen verlaten de traditione­le rede en regels in turbulenti­e, twijfel en zelfs wanhoop en zoeken een nieuw antwoord op grote vragen, en een nieuwe manier van leven. Sinds WO II, vooral na het einde van de Koude Oorlog, heeft de wereld zich te lang overgegeve­n aan de vreugde van overwinnin­g, het genot en gemak van het leven, en heeft ze haar gevoelighe­id voor en weerstand tegen het kwaad verloren. Men kan zeggen dat deze plaag een straf en waarschuwi­ng is. Ik weet niet of schrijvers en denkers nog steeds de kracht hebben om goede werken te schrijven die schokkend zijn, waarbij we opleven in het aanzien van de dood. Dit is ook wat ik me zelf afvraag.”

Ilja Leonard Pfeijffer: „De dreiging zou een constante moeten zijn, zonder catharsis.”

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ?? Coronagraf­fiti in India (links), Kenia (midden) en Duitsland (rechts). ??
Coronagraf­fiti in India (links), Kenia (midden) en Duitsland (rechts).

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands