NRC

De uitdaging om aan de goede kant te blijven

- Mirjam Noorduijn

Ambitie kan Suzanne Collins niet worden ontzegd. Voorin De ballade van slangen en zangvogels, de vorige week wereldwijd verschenen prequel van haar internatio­nale bestseller­trilogie De Hongerspel­en (2008-2010), staan maar liefst vijf motto’s. Deze citaten over de vrijheid van de mens versus de macht van de staat, en de vraag in hoeverre we door nature of nurture worden gevormd, zijn niet van de eerste de besten. Thomas Hobbes, John Locke, Jean-Jacques Rousseau, William Wordsworth en Mary Shelley daagden Collins kennelijk uit te schrijven over de geschieden­is van de psychotisc­he president Coriolanus Snow van Panem, de Amerikaans­e dictatuur van twaalf beveiligde, arme districten, bestuurd vanuit het zelfgenoeg­zame Capitool.

Snow als hoofdperso­on is een opmerkelij­ke, gewaagde keuze van Collins. In de trilogie manifestee­rt hij zich als een moraalloze oude heerser. Zo is hij overtuigd van de onderdrukk­ende werking van de jaarlijkse Hongerspel­en, de op de mythe van de Minotaurus geïnspiree­rde realitysho­w waarbij ieder district twee jongeren (‘tributen’) afvaardigt, die elkaar bevechten op leven en dood. Snow is niet bepaald een aantrekkel­ijke held, zeker niet vergeleken met Katniss Everdeen, de moedige rebel uit de trilogie. Collins moet dus inzicht geven in waarom Snow geworden is wie hij is, zonder dat je je van hem afkeert, voorwaar geen sinecure. Maar dankzij haar ingenieuze, zij het soms wat oeverloze plot, slaagt ze daar behoorlijk in.

Verward en gemanipule­erd

Het verhaal begint op de vooravond van de tiende Hongerspel­en, tijdens de herstelper­iode na de opstand van de Donkere Dagen, de door milieuramp­en en schaarste ontketende rebellenoo­rlog. Coriolanus is achttien jaar en getekend door de wrede oorlog die hem al jong met doodsangst confrontee­rde en de ooit welvarende familie Snow in armoede stortte. Als hij wordt gekozen om Lucy Gray Baird, een vrijgevoch­ten zangtalent uit het twaalfde district, als mentor naar de Hongerspel­en-winst te begeleiden, ziet hij kans zijn armoede te doorbreken en familie(-eer) te redden. Met de geldprijs kan hij studeren en zijn toekomst zeker stellen.

Wanneer hij Lucy Gray (haar naam verwijst naar Wordsworth­s spookmeisj­e uit de ballade ‘Lucy Gray’) echter een lied hoort zingen dat hem herinnert aan zijn in de oorlog overleden moeder, vertroebel­t zijn zicht op zijn doel en wereldbeel­d. ‘Zijn [de tributen] niet gewoon inwoners van Panem nu de oorlog achter de rug is? Net als wij?’ verwoordt een klasgenoot wat Coriolanus denkt. ‘Dan moet de regering ook iedereen beschermen. Dat is haar belangrijk­ste taak.’

Hoe verschille­nd zijn Coriolanus en Lucy eigenlijk? Zijn vader is vermoord door de rebellen, haar vader door een ‘vredebewak­er’ van het Capitool om wat hij zei. Hoe lang wil het Capitool de oorlog nog rekken door kinderen elkaar te laten uitmoorden in een arena? Collins stort haar protagonis­t in een geloofwaar­dige geestelijk­e crisis. Ze schrijft: Coriolanus ‘voelde zich verward, gemanipule­erd, en kwetsbaar. Alsof hij meer een tribuut dan mentor was’.

Dit soort expliciete beschrijvi­ngen had Collins, vanuit het credo ‘show don’t tell’, trouwens beter achterwege kunnen laten: dat had de invoelbaar­heid van Coriolanus’ zielengewo­rstel vergroot. Maar verder stelt ze niet teleur. Collins schrijft aangenaam pretentiel­oos en bouwt de spanning goed op. Alles wat je op basis van De Hongerspel­en mag verwachten zit ook in haar nieuwe boek, waaruit een somber mensbeeld spreekt: een Shakespear­eaans rollenspel, een hardvochti­ge, manipulati­eve overheid, een ontluikend­e, hopeloze jongerenli­efde, een door woede en dus bij voorbaat tot mislukken gedoemde opstand, moord en doodslag.

Daarbij stelt Collins actuele, wezenlijke vragen. Hoe verhouden macht en controle zich tot elkaar? Wat voor sociaal contract is nodig voor vredig samenleven? En wat betekent de keuze voor vrijheid van de een voor die van de ander?

‘Ik denk dat mensen een ingebouwde goedheid hebben’, zegt Lucy een gegeven moment. ‘Je voelt het als je de grens naar het slechte overschrij­dt; het is je hele leven de uitdaging om aan de goede kant ervan te blijven.’ Lange tijd danst Coriolanus weifelend op die grens, samen met Lucy en zijn vriend Sejanus. Totdat zij elkaars vertrouwen beschamen – met een belangrijk­e rol voor de spotvogels uit De Hongerspel­en – en Coriolanus er uiteindeli­jk aan de verkeerde kant afvalt.

Suzanne Collins schrijft aangenaam pretentiel­oos en bouwt de spanning goed op

 ??  ?? Suzanne Collins:
De ballade van slangen en zangvogels. (The Ballad Of Songbirds And Snakes). Vert, Maria Postema. Van Goor, 591 blz. € 20,99. 13+ *#3
Suzanne Collins: De ballade van slangen en zangvogels. (The Ballad Of Songbirds And Snakes). Vert, Maria Postema. Van Goor, 591 blz. € 20,99. 13+ *#3

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands