NRC

Tijd om het kapitalism­e in te dammen

Ook gepensione­erden nemen nu het kapitalism­e onder vuur. Is dat een teken dat de strijd echt is begonnen of dat die eigenlijk al is verloren?

- Door onze medewerker Menno Hurenkamp

Bert de Vries en Gabriël van den Brink kruisen de degens met het kapitalism­e. De eerste is voormalig minister van Sociale Zaken namens het CDA. De tweede is voormalig hoogleraar aan de Universite­it van Tilburg en de Vrije Universite­it. Beide boeken zeggen op een nette manier dat het genoeg geweest is met de globaliser­ing. Het gaat de auteurs niet zozeer om de ongelijkhe­id die uit de klauwen loopt of de vernietigi­ng van de aarde door voortrazen­de industriël­e productie. Het gaat ze vooral om gebrek aan zeggenscha­p over de economie. Ooit werd je dan weggehoond als aanhanger van het arbeidersz­elfbestuur, maar die tijd is voorbij.

De toestand is bekend. Beleggers, bedrijven en banken gaan hun goddelijke gang en gewone mensen kijken toe hoe hun pensioen verdampt en winst naar verre oorden verdwijnt. Wat te doen?

Van den Brink rekent in Ruw ontwaken uit een neoliberal­e droom af met het liberalism­e als maatschapp­ij-filosofie. Wat in de jaren zestig begon als zelf kiezen met wie je vrijt eindigde in de jaren nul als bluffen hoe hard je rijdt. Het liberalism­e ontspoorde in neoliberal­isme, de overtuigin­g dat de samenlevin­g ook maar een markt is. Dat leidde tot het idee dat burgers niet meer dan klanten zijn, en dat heeft dertig jaar lang bepaald hoe we ziekenhuiz­en, scholen en spoorwegen inrichtten. Met veel chagrijn tot gevolg.

We moeten daarom niet verbaasd zijn wanneer mensen zich van de politiek afkeren of zich tot populisten wenden. Want Nederlande­rs, zo laat Van den Brink zien, houden niet alleen van vrijheid maar ook van samenwerke­n, solidarite­it en vrijwillig­erswerk. Ze zijn niet op de wereld voor zichzelf, maar voor elkaar. Dat moet tot uitdrukkin­g komen in een politiek mensbeeld, een moraal die bindt.

Corporatie­ve werkwijze

Zijn ondertoon is dat liberalism­e iets Angelsaksi­sch is en dat Europa een eigen koers verdient. We moeten daarom volgens Van den Brink de ‘corporatie­ve werkwijze’ nieuw leven inblazen. Dat is het model van de Rabobank of van Friesland-Campina – waar leden in plaats van anonieme aandeelhou­ders de dienst uitmaken in ondernemin­gen. De ‘corporatie­ve werkwijze’ combineert economisch­e, sociale en culturele doelen en neemt democratis­che besluiten. Dat soort organisati­evormen, aldus Van den Brink, zijn typisch Europees. Mens, samenlevin­g en milieu komen er wel door tot hun recht.

Misschien maakt Van den Brink het zich daarbij soms wat gemakkelij­k. Hoe terecht ook, echt continenta­al is zijn kritiek niet. Ook beroemde Engelse economen als Colin Crouch en Paul Collier mopperden het afgelopen decennium al over het gebrek aan gemeenscha­p in het neoliberal­isme. Belangrijk­er misschien is dat de Rabobank regelmatig miljoenenb­oetes aftikt wegens fraude en dat de corporatie­ve structuur in de landbouw bijdraagt aan zwaar gesubsidie­erde vervuiling. Het model kent gebreken. Stel dat iedere multinatio­nal belasting betaalde, in protesteer­t tegen de verplichte lockdown in Californië, op 1 mei 2020 plaats van via Guernsey grootaande­elhouders te verrijken? Of dat kip en kalf hun laatste rustplaats in de supermarkt vinden met doorbereke­ning van leed en stank? Een mensbeeld is goed, maar misschien tem je ondernemer­s beter met het prijsmecha­nisme.

Toch lezen hoor. Van den Brink vlecht ter illustrati­e van hoe Nederland veranderde zijn eigen biografie door de tekst. Over een jonge katholiek die eventjes marxist werd om daarna de strijd voor de gemeenscha­p voort te zetten als filosoof. Over hoe hij kijkt naar het traditione­le huwelijk van zijn ouders (prima) en het moderne huwelijk van zijn vrienden (mislukt). Over hoe de bijles Grieks bij de pater op schoot eindigt (wat zou het?). Of over de verbazing van zijn zoons dat Van den Brink begin jaren tachtig een uitkering ‘neemt’. Dat maakt van het boek een heel mooi tijdsdocum­ent.

Bert de Vries is econoom. Hij vraagt zich af of het beleid ons met de huidige crisis heeft opgezadeld. Hadden we ook andere keuzes kunnen maken?

Ja, zegt De Vries, en dat had ook gemoeten. Het kapitalism­e heeft zijn eigen dynamiek, je kunt er nooit helemaal de baas over worden. Maar er zijn te veel bevoegdhed­en overgedrag­en aan internatio­nale instelling­en, waar de burger geen stem in heeft. Clubs als de Europese Unie, de Wereldhand­elsorganis­atie en het Internatio­naal Monetair Fonds hebben de samenlevin­g blootgeste­ld aan harde competitie, met grote contrasten tussen winnaars en verliezers tot gevolg. Nationale regeringen worden nu afgerekend op internatio­nale besluiten, waardoor zowel linkse als rechtse populisten het beleid gijzelen.

Gedegen

In zijn gedegen bespreking van de geschieden­is van het economisch denken onttovert De Vries de ‘economisch­e wetenschap’. Zoals de Bijbel waar is voor gelovigen, zo denken economen dat wiskunde gelijk heeft. Neoliberal­e dogma’s, zoals dat bonussen tot topprestat­ies leiden, dat iedereen profiteert van vrijhandel,

*#4 dat een hoge staatsschu­ld de groei remt, die móeten wel kloppen, met al die formules. Maar de dogma’s kloppen hooguit als een zere vinger: de sommetjes verstoppen het platte mensbeeld dat de uitkomsten bepaalt.

De Vries legt deze verwevenhe­id van ideologie en analyse met zichtbaar plezier uit, met een nogal uitgebreid­e tekst, misschien eerder geschikt voor het onderwijs dan voor de strandstoe­l. Hij doet dat aan de hand van de transitie van Keynesiaan­se naar neoliberal­e politiek in Amerika en Europa. De inmiddels overbekend­e conclusie: dereguleri­ng creëert geen vrije markt, maar ‘een kleine, zeer vermogende marktelite’. Een hele kleine top gebruikt de gewonnen invloed om geld met geld te maken. Gewone mensen leverden macht in en kregen er goedkope spulletjes uit China voor terug.

Door zijn kritiek te bouwen op het werk van progressie­ve economen als Maria Mazuccato, Dani Rodrik en Thomas Piketty zal De Vries geen applaus krijgen van het CDA. Maar daar nam hij toch al afstand van toen die partij in 2010 de eerste keer met de populisten in zee ging. Zijn eigen draai aan de globaliser­ingskritie­k geeft hij via twee oplossinge­n.

Het politieke kapitaal dat we in de muntunie hebben gestoken rendeert niet, concludeer­t De Vries. De euro kan prima als munt tussen banken fungeren, maar de nationale valuta moeten terugkeren om te voorkomen dat de meningsver­schillen over begrotings­normen exploderen. Pech voor beleggers, pech ook voor de zwakke lidstaten die hun rente zien stijgen, maar de kiezer is weer de baas.

Bovendien hebben we een publiek geldstelse­l nodig, zegt de Vries de Wetenschap­pelijke Raad voor het Regeringsb­eleid na. Er is sinds 2008 alleen marginaal gesleuteld aan het financiële systeem. Nog altijd geldt het principe dat winst naar aandeelhou­ders gaat, maar risico’s door de belastingb­etaler worden gedragen. Zie Booking.com. Dat moet anders. Geef de centrale bank het recht geld te scheppen, en laat particulie­re banken alleen klussen met krediet als ze de tegenwaard­e ook daadwerkel­ijk in huis hebben. Op die manier is het eenvoudige­r de verliezers van de kapitalist­ische economie – mensen met geen of slecht betaald werk – te compensere­n.

Zowel De Vries als Van den Brink wil om de kapitalist­ische dynamiek in te dammen afrekenen met internatio­nale ambities. Een criticus kan zeggen dat ze daarmee nuttige idioten in dienst van populisten worden. Europa staat al zo onder druk en dan komt het gepensione­erde midden ook nog eens vertellen dat het minder moet. Maar wie kwaadwille­nd lezen door opportunis­ten wil voorkomen moet de drukpers verbieden. Beide auteurs verwachten van alles van de Europese Unie, of dat nu het herstel van het mensbeeld in de politiek betreft zoals Van den Brink nodig vindt, of bijvoorbee­ld de ‘aanzienlij­ke verhoging van het toptarief in de erfbelasti­ng’ waar De Vries voor pleit. Ze zullen zeggen: we willen een ander soort internatio­nalisme. Misschien begint de revolutie dit keer in Bloemendaa­l.

Volgens Bert de Vries kun je nooit helemaal de baas over het kapitalism­e worden

 ??  ?? Een aanhanger van het kapitalism­e
Een aanhanger van het kapitalism­e
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands