Filmpjes van Rotterdammers thuis als alternatief voor straatopera
Regisseur Rajiv Bhagwanbali maakte voor de Operadagen Rotterdam vorig jaar het stadsproject Orfeo & Majnun, een samentrekking van twee oude liefdesverhalen. Tientallen Rotterdammers dansten, zongen, dichtten en acteerden uit hun eigen cultuur om samen één liefdesverhaal te vertellen. Dit jaar zou Bhagwanbali dat oprekken. Niet twee, maar vijf mythologische verhalen wilde hij samenbrengen, met meer dan honderd Rotterdammers op locaties rond het Afrikaanderplein in Rotterdam-Zuid.
De brug naar opera zou makkelijk te slaan zijn. Naast een Oosterse dansgroep zet je gewoon een operazanger. Home Sweet Home zou het project gaan heten, cirkelend rond de vraag: wat betekent dat, je ergens ‘thuis voelen’? Bhagwanbali: „We waren al een half jaar bezig. Het zou groot worden, van poffertjeskramen en springkussens tot guerrillakoren. Maar ja …”
De Operadagen Rotterdam is één van vele afgelaste evenementen. Toch mocht Bhagwanbali met zijn team terug naar de tekentafel, want nu iedereen thuiszit werd het thema plots tien keer zo actueel. Zo ontstond het idee voor een onlineproject in zes korte afleveringen; compilaties van ruim honderd Rotterdammers die thuis korte clips met muziek, dans of spokenword uploadden.
Bhagwanbali: „Normaal ontstaat een stuk langzaam, tijdens de repetities. Nu heb ik opdrachten verzonnen: ‘Maak voor aflevering een een close-up van je oog, lees voor aflevering twee een zin uit dit gedicht en doe voor aflevering drie een koprol’.”
Maar hoe, dat mochten de deelnemers zelf bedenken. Resultaat is een potpourri aan homevideos van artiesten die geen idee hebben hoe hun oog, dans, gedicht of koprol zal landen in het geheel. Betekenis krijgt alles pas aan de montagetafel.
Met al die mooie ambities in het achterhoofd, valt de uitwerking van de eerste drie afleveringen tegen. Zo veel fragmenten haalden de montage, dat wat je ziet vaak maar enkele seconden duurt.
Daar staat tegenover dat het iets ontwapenends heeft zo veel kunstenaars te zien zingen en dansen in de eigen woning. Waar je gewend bent iets te vinden van het decor, begeef je je ineens op het terrein van iemands huiselijke smaak. ‘Wat een rare plek voor een koelkast’, is de gedachte tijdens een mooi dansfragment – om later te beseffen dat die koelkast daar gewoon staat, zonder dramaturgische bijbedoeling.
Koddig zijn de korte verbindingsscènes op drie balkons, gefilmd van buitenaf, die doen denken aan de geweldige aflevering ‘Daarom’ uit tv-serie 30 Minuten van Arjan Ederveen en Pieter Kramer. Er is zelfs een vogelkooi bij. In luttele seconden krijg je er een onbestemd, opgesloten gevoel van.