NRC

AVG: tien voor het idee, vijf voor de uitvoering

De EU ziet haar databesche­rmingswet als succes. Maar het kan beter, vindt Marietje Schaake.

-

Het academisch­e jaar op Stanford komt tot een weinig glorieus einde in deze weken waarin de campus nog altijd het shelter in place-protocol volgt. Studenten kunnen voor hun online gevolgde vakken slechts slagen of zakken – cum laude is niet aan de orde.

De Algemene Verordenin­g Gegevensbe­scherming krijgt deze week ook een beoordelin­g. Europese politici geven zichzelf vast een uitstekend cijfer. De databesche­rmingswet, nu twee jaar oud, is zonder twijfel het meest bekende pakket regels dat de Europese Unie in de recente geschieden­is voortbrach­t. Als Europeaan ontkom ik er, zeker in de VS, niet aan de wet uit den treure toe te lichten en vaak ook te verdedigen. Toch moeten de grootste fans van de AVG haar grootste critici zijn. Ondanks goede intenties is er nog veel te verbeteren.

Beschermer­s van privacy en burgerrech­ten omarmen de AVG te pas en te onpas. De wet zou bewijzen dat de EU de enige is die technologi­ereuzen als Facebook, Google en Microsoft aan banden legt. Dat argument was ook politiek doorslagge­vend in ‘Brussel’.

Nu blijkt dat niet de grote technologi­ebedrijven, maar juist kleinere ondernemer­s en publieke diensten worstelen met de eisen waaraan zij moeten voldoen; compliance vergt een relatief grote investerin­g. Sinds de AVG zitten de grote bedrijven zo stevig in het zadel dat hun bazen niet meer tegen, maar vóór wetgeving pleiten.

Handhaven van de wet is een andere uitdaging. Grote verschille­n tussen EU-landen leiden tot fragmentat­ie. In sommige ervan, zoals Ierland, zijn veel technologi­ebedrijven gevestigd, in andere nauwelijks. Databesche­rmingsauto­riteiten, zoals in Nederland de Autoriteit Persoonsge­gevens, missen vaak de capaciteit om alle klachten goed te onderzoeke­n. Boetes van vele miljoenen klinken spectacula­ir, maar doen de grote bedrijven nauwelijks pijn. Ze worden ingecalcul­eerd als bedrijfsri­sico.

Hoewel de AVG veel bekendheid geniet, beperkt de kennis erover zich soms tot vage indrukken. Zo hoorde ik een vooraansta­and wetenschap­per uitleggen dat dataportab­iliteit betekent dat je Facebook-vrienden moet kunnen meenemen naar een concurrent. Een leuk idee, maar niet wat de verordenin­g mogelijk maakt. Wel kunnen internetge­bruikers eigen data die bedrijven verzamelen opvragen en meenemen naar een andere dienst. Dit moet de concurrent­ie vergroten, maar heeft zeker in de EU nog niet zichtbaar tot nieuwe spelers geleid.

Intussen passen autoritair­e leiders de wet slim toe om critici de mond te snoeren. Hét argument van bedrijven in Silicon Valley om iets niet te doen, is nu the GDPR, zoals de AVG in de VS heet. Onderzoeke­n hoe de Amerikaans­e presidents­verkiezing­en in 2016 via sociale media werden gemanipule­erd? Graag, maar helaas, ‘mag niet van the GDPR’. Facebook en andere platforms sloegen mijn collega’s op Stanford er al mee om de oren.

Omdat de AVG zo bekend en berucht is, neigen veel mensen in Brussel er nu naar regulering van technologi­e als belangrijk­ste wapenfeit te zien. Dat is een zwaktebod. Als je alleen een hamer hebt, lijkt elk probleem op een spijker. Ook ik pleit voor regels en onafhankel­ijk toezicht als tegenwicht voor de macht van grote commerciël­e techbedrij­ven. Maar regels opstellen is geen doel op zich; het gaat om verankeren van principes en waarden.

Vooralsnog streven Silicon Valley en – steeds vaker – Chinese bedrijven onze Europese spelers voorbij. Ondernemer­s vertrekken naar de VS om daar kapitaal, talent en markt te zoeken. De EU moet nodig laten zien dat ze zelf succesvoll­e innovaties en bijbehoren­de economisch­e groei kan laten ontstaan, gefundeerd op databesche­rming en privacy. Natuurlijk blijft de AVG daarbij de uitdrukkin­g van fundamente­le rechten in de digitale wereld en de behoefte van mensen meer zeggenscha­p over hun data te krijgen. Daarom: idee een tien, uitvoering een vijf. Zo haalt de AVG een voldoende; maar niet een waarmee mijn studenten genoegen zouden nemen.

 ??  ?? Marietje Schaake, voormalig Europarlem­entariër, werkt voor de universite­it van Stanford, waar ze zich vooral bezighoudt met kunstmatig­e intelligen­tie. Ze schrijft een tweewekeli­jkse rubriek over leven en werken in Silicon Valley.
Marietje Schaake, voormalig Europarlem­entariër, werkt voor de universite­it van Stanford, waar ze zich vooral bezighoudt met kunstmatig­e intelligen­tie. Ze schrijft een tweewekeli­jkse rubriek over leven en werken in Silicon Valley.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands