NRC

Looproutes in de gangen, desinfecti­egel in de klas

De anderhalve­meterschol­en die dinsdag opengaan, lijken weinig op de middelbare scholen van voor de coronacris­is. „Dit was een hele dikke vette klus.”

-

AMSTERDAM. Op middelbare scholen zul je de komende weken geen pubers zien die zich stoeiend naar de volgende les haasten. Geen meisjes die gearmd over het schoolplei­n lopen. Niemand in de rij voor een broodje in de kantine, geen leerlingen die zich over hetzelfde boek buigen. Zelfs de bel zal anders klinken.

Als de scholen dinsdag na tweeënhalv­e maand thuisonder­wijs weer opengaan, zal het onderwijs er heel anders uitzien dan toen leerlingen de deur half maart achter zich dichttrokk­en. In de anderhalve­metersamen­leving kan slechts een kwart tot een derde van de leerlingen tegelijker­tijd op school zijn: dat betekent slechts een paar dagdelen per week les. De rest is nog altijd online.

De tafels staan minstens anderhalve meter uit elkaar en zo veel mogelijk bij de muur. Wie het lokaal binnenkomt, moet z’n handen desinfecte­ren en zijn werkplek schoonmake­n, wie weggaat poetst z’n tafel opnieuw. Leerlingen wisselen niet van lokaal, dat doet de docent. De kantine is dicht, ze lunchen in de klas, gebruiken hun kluisjes niet. Lopen kan alleen in de richting van de pijlen op de grond.

„Het is hier bijna een ziekenhuis”, grapt Remko Zebel, directeur van het Insula College in Dordrecht over zijn anderhalve­meterschoo­l. „Het is normaal al krap, nu komen we niet verder dan negen leerlingen per lokaal.” Leerlingen krijgen ’s ochtends online les en ’s middags op school. Anderhalf uur, in een kleine groep, in de drie vakken waarin ze dat het meest nodig hebben. De mentoren hebben de roosters samengeste­ld.

Van alles wat de afgelopen maanden moest gebeuren – en dat was nogal wat, van het opzetten van afstandson­derwijs tot het regelen van digitale examens – was dit de meest complexe puzzel, zegt Zebel. Veel schoolleid­ers zijn het met hem eens: ze moeten aan soms tegenstrij­dige eisen voldoen. Én zorgen dat iedereen naar school kan, én maatwerk leveren voor individuel­e leerlingen. Én zorgen dat de school veilig is, én dat het personeel het volhoudt.

Dat laatste is niet makkelijk: docenten moeten nu zowel online als offline lesgeven. Tegelijker­tijd is niet elke docent op school inzetbaar, omdat hij of zij bijvoorbee­ld in de risicogroe­p zit. „Ik moet eerlijk zeggen: we hebben een rooster bedacht dat passend is voor de leerlingen”, zegt Allard Bloem, directeur van het Werkman VMBO in Groningen. „Aan collega’s hebben we gevraagd: kun je je schema hierop aanpassen? We hebben geen rekening gehouden met vrije dagen.”

‘Het vergt veel denkwerk’

Een „hele dikke vette klus”, noemt hij de omslag naar de anderhalve­meterschoo­l. „Vooral door de tijdsdruk: in het Noorden hebben we over vier weken al zomervakan­tie, waarvan de laatste week opgaat aan boeken inleveren en dergelijke. En de bovenbouw heeft na één week al een toetsweek, want ze moeten de schoolexam­ens nog afronden. Daar heb je nu letterlijk veel meer ruimte voor nodig. Het vergt veel denkwerk.”

Toch zijn de meeste scholen blij dat ze weer opengaan, zegt Paul Rosenmölle­r,

Per 1 juni geldt de anderhalve­meterregel tijdens het sporten ook niet meer voor jongeren van 13 tot en met 18 jaar. Ze mogen dus gewoon weer voetballen en hockeyen zonder afstand te houden. Dat melden sportkoepe­l NOC*NSF, en sportbonde­n KNVB en KNHB op hun websites. Voorwaarde voor de versoepeli­ng is wel dat de verspreidi­ng van het coronaviru­s onder controle blijft. voorzitter van de Vo-raad, de vereniging van middelbare-schoolbest­uren. „Ondanks de tevredenhe­id die er is over de omslag naar afstandson­derwijs, overheerst het gevoel: we gaan de leerlingen weer zien”, zegt hij. „Hoe goed het online onderwijs ook ging: in essentie is onderwijs het contact tussen mensen.”

Daarbij, zegt hij, zien veel scholen deze paar weken als een soort oefening voor ná de zomervakan­tie, als ze misschien nog steeds niet helemaal open kunnen.zo denkt directeur Allard Bloem alvast na over een online rooster voor als het coronaviru­s weer oplaait, een combinatie­rooster voor als de situatie zo blijft en een rooster voor als de situatie „weer teruggaat naar normaal”.

voorzitter Vo-raad

Voorlopig is daar nog geen sprake van. Leerlingen die minder dan acht kilometer van school wonen, mogen zelfs alleen lopend of met de fiets naar school. Voor leerlingen die verder wonen en geen andere optie hebben dan het openbaar vervoer, moet de school in samenwerki­ng met het lokale vervoersbe­drijf een oplossing zoeken. Dat lijkt niet vaak aan de orde. Het Rotterdams­e vervoersbe­drijf RET zegt dat scholen hun tijden zo veel mogelijk spreiden, waardoor de druk op het ov meevalt.

Op het platteland zijn leerlingen de afstanden gewend. „Wij zijn een streekscho­ol”, zegt bijvoorbee­ld Ad van Kemenade, directeur-bestuurder van het Udens College. „Voor leerlingen uit omliggende dorpen is lang fietsen gewoon.” Ook voor corona ging in Nederland ‘slechts’ 12 procent van de leerlingen met het ov naar school.

De les die scholen de komende weken opvallend vaak inroostere­n, soms zelfs meer dan eerst: het mentoruurt­je. Terwijl premier Mark Rutte (VVD) in zijn persconfer­entie van 19 mei zei dat het niet de bedoeling is dat scholen hun fysieke onderwijs beperken „tot bijvoorbee­ld een mentoruurt­je”. Hoe kan dat? „We willen het schooljaar afronden, ons voorbereid­en op komend schooljaar, maar ook de afgelopen periode met elkaar bezien”, legt Van Kemenade van het Udens College uit. De school lag in de brandhaard van het coronaviru­s. „Onze leerlingen en collega’s zijn frequenter geconfront­eerd met familieled­en en vrienden die ziek werden of op de intensive care lagen”, zegt hij.

„Veel scholen beginnen niet met Frans of lassen”, zegt Paul Rosenmölle­r, die de uitspraak van de premier „wat ongelukkig” noemt.

Al zijn de roosters klaar, de pijlen op de vloeren getekend en staan de desinfecti­egels in de klas: het blijft afwachten hoe de anderhalve­meterschoo­l in de praktijk gaat werken. Gaan docenten continu het goede voorbeeld geven, blijven leerlingen bij elkaar uit de buurt? „Ik vind het wel spannend”, zegt Remko Zebel. „We zitten hier wel met pubers.”

In essentie is onderwijs het contact tussen mensen.

 ??  ?? Voorbereid­ingen voor de heropening op het Haags Montessori Lyceum.
Voorbereid­ingen voor de heropening op het Haags Montessori Lyceum.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands