Lunch in Rome
De helft van de tafeltjes is bezet
Als ik om kwart over één het terras van Trattoria Da Cesare oploop, kijkt Leonardo Vignoli een beetje bedrukt over zijn mondkapje heen. Het zonnetje schijnt en onder de brede druivenbladeren is het aangenaam toeven. Het mág weer, maar alle vierkante ijzeren tafeltjes zijn leeg. De helft staat gedekt te wachten op lunchgasten, voor de andere helft heeft hij de moeite niet eens genomen. „We zijn nu bijna twee weken open voor het publiek”, vertelt hij. „Maar nog steeds heb ik 60 à 70 procent minder omzet.” Van de twaalf mensen die hij voorheen werk bood, kan hij er nu vier oproepen.
De trattoria ligt aan een vrij drukke straat in een buitenwijk van Rome. Niet meteen in de loop, maar Vignoli had in de tien jaar dat hij hier zit een trouwe klantenkring opgebouwd en goed gescoord in de toeristengidsjes. De mensen uit de buurt komen nog wel.
„Maar ik kan goed merken dat er veel minder zakelijk verkeer is. En toeristen zijn er natuurlijk helemaal niet.”
Aan het eten kan het niet liggen. Na overleg wordt het een antipasta uit de frituur: een aubergine- en een vleeskroket, en een gefrituurde courgettebloem met ansjovis. Voortreffelijk.
Intussen komen er, later dan normaal, toch nog wat mensen. Sommigen stappen eerst naar de paal met ontsmettingsgel. Wie niet had gereserveerd, moet zijn naam en telefoonnummer geven, zodat de gezondheidsdienst contacten kan reconstrueren als iemand positief wordt getest op het coronavirus.
Vignoli’s vrouw Maria Pia, die voortdurend met keukenpapier en een spuit met ontsmettingsmiddel bezig is, schrijft het allemaal op. En ook al kennen de meeste Italianen de regels inmiddels, ze worden toch nog even herhaald: op het terras mag het mondkapje af, maar wie naar binnen wil, moet – net als het personeel – een kapje voor. Mensen die niet bij elkaar in huis wonen, moeten ook aan tafel een meter afstand houden. „We hebben het allemaal precies uitgemeten”, zegt Vignoli, als de spaghetti alle vongole is gebracht. De glimlach is terug op zijn gezicht. De helft van zijn tafels is bezet, en hij heeft net een grote vis laten zien aan een tafel van vier, de kieuwen optillend om te tonen dat-ie vers is.
Toch geen slechte dag, in coronatijd. Maar de Italiaanse gewoonte om buiten de deur te lunchen is duidelijk nog niet volledig hersteld. Vignoli denkt dat dit minder te maken heeft met alle regeltjes als wel met het gevoel dat het gevaar nog niet geweken is. Maar hij verwacht te kunnen overleven. „Italianen houden ervan om samen uit eten te gaan. Laten we hopen dat die traditie sterker blijkt dan het coronavirus.”