NRC

Over dit onderzoek

- Voor deze enquête heeft een steekproef genomen

nooit niet” in „afhankelij­k van programma en personen” zodra het over haar eigen politieke habitat gaat. Lokale politiek, klinkt het, is wat anders dan nationale, en draait om praktische zaken. Een extra fietspad, een weg, een sportzaal, woningbouw. „Anders dan nationaal, zijn er lokaal doorgaans weinig meningsver­schillen tussen partijen”, meent Wim Verdurmen, raadslid in het Zeeuwse Hulst.

„Ik ben absoluut geen Baudet-aanhanger, maar ik heb begrepen dat de mensen in het Brabantse Forum heel anders zijn dan Baudet”, zegt Hans Vermeulen, raadslid in Mill en Sint Hubert (Noord-brabant). „En je hebt in Brabant minder te maken met migratie en kwesties als wel of geen buitenland­ers. Dan heb ik wel zoiets van: laten we niemand uitsluiten.”

„Je moet het niet bij voorbaat afschieten”, zegt ook Mieke Broeders-habraken, raadslid in Loon op Zand (Noord-brabant). „Ik ken die mensen in de provincial­e Cdaafdelin­g en heb ze op de man af gevraagd: hoe zijn die Fvd’ers?” Ze kreeg als antwoord: het zijn „normale mensen”.

Volgens Brent Wijshijer, raadslid in Nieuwkoop (Zuid-holland), is het niet uitsluiten van lokale samenwerke­n ook een kwestie van realiteits­zin. „Middenpart­ijen worden steeds kleiner, het wordt moeilijker om tot breedgedra­gen coalities te komen. Dus op termijn ontkom je er niet aan, denk ik.” Het alternatie­f, besturen over links, vindt Wijshijer erger. „Baudet

onder alle 1.800 politici die voor het CDA in de gemeente en provincie actief zijn. Het gaat om een zogenoemde ‘aselecte steekproef’, waarbij de computer 200 willekeuri­ge namen kiest. Op die manier heeft elke politicus een even grote kans om in de steekproef te worden opgenomen. De 117 politici die reageerden, zijn een getrouwe afspiegeli­ng van het actieve Cdapartijk­ader. Wel is de steekproef relatief klein, waardoor de foutmarge op ongeveer 10 procent ligt. doet soms uitspraken waar ik totaal niet achter sta. Maar kijk je naar het programma – cultureel, economisch – dan denk ik dat het CDA beter af is met FVD dan met Groenlinks.”

‘Die man hoort op een andere planeet.’

Dat lokale samenwerki­ng niet wordt uitgeslote­n, betekent niet dat er veel animo voor is. De ondertoon in veel antwoorden: alleen als het écht niet anders kan. „Het lijkt me echt heel moeilijk, maar als er echt geen alternatie­ven zijn zoals in Noord-brabant, moet het misschien”, zegt Wim Wassink, raadslid in Winterswij­k (Gelderland). „Maar een voorwaarde is dan wel dat de lokale fractie duidelijke afstand neemt van uitspraken waarmee Baudet mensen heeft weggezet of tegen elkaar heeft opgezet.”

Maar voor veel andere Cda’ers is lokale samenwerki­ng bij voorbaat net zo min bespreekba­ar als landelijke. „Als we in de gemeente zouden samenwerke­n met Forum zou ik mijn lidmaatsch­ap van het CDA opzeggen”, zegt Max Bakhuis, raadslid in Hardenberg (Overijssel). „De principes van het CDA passen totaal niet bij wat Forum uitdraagt en de taal die Baudet bezigt. Die man hoort op een andere planeet.”

„Wij hebben geen Forum of andere populistis­che partij in de gemeente”, zegt raadslid Jan Schouws uit Heemskerk (Noord-holland). „Maar als we die wel zouden hebben, zou ik voor samenwerki­ng gaan liggen. Het is hetzelfde als bij de PVV: ze kijken een beetje naar wat het volk wil en maken daar dan beleid op. Ik zie geen standvasti­gheid, geen standpunte­n. En die heb je wel nodig om verantwoor­delijkheid te kunnen nemen.”

De omstreden landelijke standpunte­n en de retoriek van Baudet, zeggen sommige Cda’ers, zijn ook onverenigb­aar op lokaal niveau. Door samen te werken, ook in de gemeente, geef je een signaal aan de kiezer af, zeggen zij. „Europa, klimaat, de sociale paragraaf: ik kan weinig bedenken waarover wij het eens zijn met FVD”, zegt Werner van Katwijk, raadslid in de gemeente Utrechtse Heuvelrug. „Dit zal repercussi­es hebben voor het CDA landelijk – het straalt toch op de partij af. Mensen gaan dit onthouden bij de Tweede Kamerverki­ezingen. We hebben niets geleerd van 2010.”

„Het beeld is nu dat we opschuiven naar rechts, waar het CDA juist niet naartoe moet”, zegt Dave Preijers, raadslid in Beuningen (Gelderland).

„Als er dan wordt gezegd: er werken regionaal andere mensen dan in Den Haag en ‘Baudet is niet de partij’, dan vind ik dat je je daar niet achter kan verschuile­n”, zegt Inge Maas, raadslid Heeze-leende (Noord-brabant). „Met de uitspraken van Baudet wil je niet worden geassociee­rd.”

Met medewerkin­g van Lamyae Aharouay, Karel Berkhout, Floor Boon, Bram Endedijk, Claudia Kammer, Eppo König, Mark Kranenburg, Martin Kuiper, Mark Middel, Thijs Niemantsve­rdiet, Barbara Rijlaarsda­m, Kees Rottinghui­s, Rik Rutten, Karel Smouter, Paul van der Steen, Guus Valk, Jos Verlaan, Philip de Witt Wijnen

„Ik ben Jan en ik werk voor de gemeente Utrecht.” Zo stelde Jan van Zanen zich de afgelopen jaren voor als burgemeest­er van de vierde stad van Nederland. Vanaf juli wordt het, als de minister en koning instemmen met zijn donderdag bekendgema­akte voordracht als burgemeest­er van de derde stad van Nederland: „Ik werk voor de gemeente Den Haag.”

Die overstap verrast velen. De liefde voor Utrecht spat er bij Van Zanen (58) af. Donderdaga­vond refereerde hij daar in de Utrechtse gemeentera­ad zelf aan; van de 35 jaar dat hij werkzaam is in de lokale politiek – als raadslid, wethouder en burgemeest­er – heeft hij „alles gegeven voor de stad Utrecht”. In januari werd hij nog herbenoemd voor zes jaar.

En dan toch naar Den Haag. ‘Maatje’ Albert van den Bosch, nu Tweede Kamerlid en fractievoo­rzitter voor de VVD in Utrecht toen Van Zanen daar wethouder financiën was, zegt: „Vroeger had hij al een zwak voor Den Haag.” Jeugdvrien­d Cees van Beers, hoogleraar Management van Technische Innovaties aan de TU Delft en woonachtig in Den Haag, verrast het niet. „Ik wist dat Utrecht geen eindstatio­n zou zijn. Jan is ambitieus.” Herbert Raat, Vvd-wethouder in Amstelveen, waar Van Zanen tussen 2005 en 2013 burgemeest­er was, zegt: „Hij is 58, als je nog eens een stap wilt wagen... En Den Haag is wel een uitdaging.”

Op de fiets

Den Haag mag blij zijn, is ook wat iedereen zegt. Van Zanen wordt benaderbaa­r genoemd. Alle mensen die NRC sprak beginnen over zijn gewoonte de fiets te pakken. Raat vertelt: „Op zondag ging Jan langs bij de kinderboer­derij, het Cobramuseu­m, en daarna de snackbar.”

Als enige minpunt wordt Van Zanens ongeduld genoemd, bijvoorbee­ld als vergaderin­gen te lang duren. „Je ziet het aan zijn mimiek, het jasje gaat uit”, zegt Heleen de Boer, fractievoo­rzitter van Groenlinks in Utrecht. Dat wordt nog wat in Den Haag, waar nachtelijk­e debatten gewoon zijn.

Verder worden Van Zanens zelfspot en humor geroemd. Volgens partijgeno­ot Raat zullen die zowel „op zand als veen goed vallen”, een verwijzing naar de eeuwenoude tweedeling tussen de Hagenaars (zand) en Hagenezen (veen).

Den Haag is een van de meest gesegregee­rde steden van Nederland met grote sociaal-economisch­e verschille­n. De stad zocht iemand die verbindend is. Dat is Van Zanen, zegt jeugdvrien­d Van Beers. „Op z’n vijftiende wist hij al mensen te koppelen. We richtten samen de lokale afdeling van de JOVD op. Maar het was duidelijk: hij, niet ik, was de drijvende kracht.” Heleen de Boer zegt: „Hij kan op alle niveaus met mensen praten. Dat helpt bij het voorkomen of oplossen van spanningen.”

Rutte versus Verdonk

Het enige moment waarop het Van Zanen in zijn carrière niet lukte verbinding te kweken, was toen hij partijvoor­zitter van de VVD was, tussen 2003 en 2008. Het waren de jaren van de strijd tussen Mark Rutte en Rita Verdonk om het lijsttrekk­erschap, die behoorlijk uit de hand liep en hatelijk werd. Van Zanen had die strijd beter moeten begeleiden, was het oordeel van een interne evaluatie.

Van den Bosch: „Een crisis tussen mensen en stromingen, dat vond hij vreselijk. Als voorzitter werd van hem verwacht dat hij elke dag commentaar gaf op het gezeur.” Hij verwijst naar de tramaansla­g in

Van Zanen is charmant, maar binnenskam­ers zoevend hard, zeker in de onderhande­lingen

Utrecht vorig jaar: „Zo’n crisis beroert je, maar je gaat aan de slag en lost hem op.”

Voor zijn optreden toen krijgt Van Zanen naast kritiek over de initiële crisiscomm­unicatie, veel waardering. Politieche­f Rob van Bree herinnert zich hoe de burgemeest­er niet alleen oog had voor de slachtoffe­rs, maar ook voor de hulpverlen­ers. „’s Avonds kwam de vraag of hij naar Jinek wilde komen. Jan zei: ik wil de stad in. Dat was voor hem heel belangrijk.”

Open voor advies

Wat Van Bree eveneens waardeerde, was dat Van Zanen openstond voor advies van anderen. „Hij gaf ruimte aan profession­als en tegelijk nam hij de beslissing.” Van Zanen laat zich „overtuigen door ‘we moeten zus of zo’”, zegt ook Eric van Oosterhout, burgemeest­er van Emmen en secretaris van de Vereniging Nederlands­e Gemeenten, waarvan Van Zanen voorzitter is.

Hij noemt Van Zanen „charmant”, maar ook „binnenskam­ers zoevend hard, zeker in de onderhande­lingen met het kabinet”. „Nu is er een half miljard aan compensati­egeld voor corona gekomen. Anderen zouden dan misschien gebak uitdelen. Jan zegt: we moeten op voor een tweede en derde tranche.

Ook Van Oosterhout, opgegroeid in de Haagse wijk Moerwijk, had geen idee dat Van Zanen naar Den Haag wilde. „Maar hij is wel het type burgemeest­er dat er kan slagen.” Al denkt hij niet dat de VVD’ER snel „Ès op ut Rèswèksepl­èn” op z’n Haags kan zeggen.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands