Balletles op kantoortapijt
Voeten in de vijfde positie, armen in de tweede. De buren vinden het prachtig – de klassieke balletles in een achtertuin in Voorburg. Ze hangen soms over de heg, ze klappen.
En ook de meisjes (acht tot twaalf jaar) vinden het mooi, buiten aan de barre. Ze gloeien van de complimentjes. Klagen niet over kou.
Maar dansdocent Mira Moreno, die een kantoortapijt van tien bij vier meter over haar tuintegels legde en al drie weken buiten balletles geeft, kan niet wachten tot ze weer naar binnen mag.
Buiten kun je niet optimaal lesgeven, aldus Moreno. De kinderen kunnen zichzelf niet corrigeren in de spiegel. Mogen niet naar de wc.
Bovendien verlangt een beetje ballerina een verende vloer. Tapijt op tegels is niet best voor de knieën, zegt Moreno. „Maar het is toveren met wat je hebt.”
Dansondernemers (volgens de sector zijn er drieduizend dansscholen met 1,4 miljoen leerlingen) slaken de ene noodkreet na de andere. Ze vinden het vreemd dat professionele dansers al wel mogen trainen en amateurs niet. En waarom mogen kinderen wel op school dansen maar niet in een dansschool?
Dansscholen zeggen: dans heeft sportieve kenmerken – maar is in wezen kunst en cultuur. En culturele instellingen mogen aanstaande maandag al open. Sportscholen volgen pas op zijn vroegst een maand later.
De overheid schept geen duidelijkheid. Het ministerie van Volksgezondheid antwoordt een twitteraar: „Dansscholen vallen onder binnensporten.” Maar op vragen van NRC mailt het ministerie: „Dansscholen vallen onder culturele instellingen.” De ene gemeente geeft dansscholen intussen toestemming maandag open te gaan, de andere niet.
De buren in Voorburg hebben geluk: de pupillen van Moreno blijven nog een maand buiten.