Knevelarij, de blaffende hond die nooit beet
Bij ‘knevelarij’, een begrip uit de toeslagenaffaire, zat ik meteen in een stripverhaal met struikrovers die hun slachtoffers met touw vastbinden voordat ze ’m smeren. Het blijkt een klassiek ambtsmisdrijf dat sinds 1804 in de wet staat. ‘Knevelen’ komt neer op afpersing door ambtenaren van geld dat burgers niet verschuldigd zijn. Of wat hun ten onrechte niet wordt teruggegeven. Wie dat overkomt, is ‘gekneveld’.
Knevelarij, art. 366 wetboek van strafrecht, is een juridisch archaïsch begrip, een soort vergeten groente. In de dissertatie ‘Ambtelijke corruptie in het strafrecht’ van Raad van State wetgevingsadviseur Eelke Sikkema uit 2005 vind ik terug dat knevelarij bij de Romeinen concussio werd genoemd. Het ‘uitschudden’ van burgers, Romeinse soldaten waren er vrij goed in. Er staat inmiddels zes jaar cel op.
Misschien verklaart dat ook waarom ambtelijk Den Haag zo ontdaan was over de aangifte van de staatssecretaris van Financiën tegen de Belastingdienst, omdat er mogelijk misdrijven zijn gepleegd bij de kinderopvangtoeslagaffaire. In het voorbijgaan zette ze vier hoge ambtenaren op een zijspoor, ook uniek. Daarmee brak ze de ijzeren regel over de verhouding tussen ambtelijk en politiek bestuurders. Namelijk dat de bewindspersoon degene is die (politiek) verantwoording aflegt en dus altijd voor (en achter) zijn ambtenaar staat. Maar nu belde de staatssecretaris de politie en riep ‘help’. Het beeld van de onberispelijke overheid, politiek verankerd, ligt nu in scherven.
Het begrip knevelarij heeft bovendien een zekere reputatie. Burgers of bedrijven doen er met enige regelmaat, maar vrijwel altijd vergeefs aangifte van. Meestal als ze door al hun fiscale argumenten heen zijn. Help, ik word afgeperst – het is de laatste stok waarmee je kunt proberen te slaan. De rechter hoort dat aan, maar is zelden overtuigd. Knevelarij is een blaffende hond die nooit bijt. Degene die het beweert is niet serieus. Dit gaat over respectabiliteit en integriteit, de kern van de overheid.
Dat het nu echt gebeurd zou zijn, is voor een belastingambtenaar dan ook bijna niet te bevatten. Knevelarij veronderstelt misleiding, misbruik, kwade trouw. Zouden dit dan individuele ‘rotte appels’ zijn of is dit een collectieve ontsporing? Als je vier leidinggevenden opzij zet, suggereer je dat laatste. Dan is de knevelarij in de toeslagenkwestie feitelijk een systeemmisdrijf. Een vorm van ambtelijke blindheid, een collectief onrechtmatig handelen en dus ook van moreel falen. Zoals na de wrakingen door Wilders rechters overal met wrakingen werden geconfronteerd, zal dat ook met knevelarij gaan. Zie je wel, ‘ze’ deugen niet. Alle belastingambtenaren gaan het horen en dus voelen.
Van individuele ‘knevelaars’ zijn wel voorbeelden te vinden. Sikkema kwam vanaf 1898 politieagenten, gemeentesecretarissen, notarissen, lijkbezorgers en deurwaarders tegen. Na
2005 vond ik nog een trouwambtenaar
is juridisch commentator. Twitter: @folkertjensma die niet-nederlandse huwelijkskandidaten geld afperst. Een gerechtsdeurwaarder die te hoge explootkosten oplegde. Een Nederlandse honorair consul in Colombia die jarenlang een eigen toeslag rekende bij visaaanvragers. Behalve persoonlijk voordeel ligt achter knevelarij ook doorgeslagen dienstijver (‘fraudejagen’). In combinatie met overschatting van de eigen rol of bevoegdheid. De ambtenaar die zeker weet dat de burger of ondernemer fraudeerde. Hij krijgt het alleen niet rond. De ambtelijke leiding die dat laat passeren is mee verantwoordelijk.
Sinds de jaren 80 gold als standaard voorbeeld van een systeemmisdrijf de ‘Schiphol-aanslag’. Wie louter op basis van huidskleur, gebrekkig Nederlands en nationaliteit door de politie eruit werd gepikt en vervolgens een grote som cash bij zich droeg, was dat in de praktijk meteen kwijt. De politie nam het in beslag, als ‘waarschijnlijk afkomstig uit misdrijf’. De belastingdienst legde een voorlopige aanslag op, van – verrassing – precies de hoogte van aan het aangetroffen bedrag, waarna met een dwangbevel en de gerechtsdeurwaarder de staat het bedrag confisqueerde. De Hoge Raad maakte er een einde aan.
Kennelijk is de zwarte luchtreiziger uit de jaren 80 met ‘verdacht’ geld opgevolgd door de Ghanees-nederlandse toeslagontvanger, die ‘vast’ fraudeerde. Zulk controlegedrag komt niet uit de lucht vallen.