Dit was een reportage, geen rekensom
Zou het dus door 5G kunnen komen, dat ik me wat bezwaard voel, of chagrijnig? Door die superslimme sociale opsluiting? Misschien is het de Belastingdienst? Of een samenzwering van alle drie?
NRC besteedde zaterdag aandacht aan complotdenken, dat in coronatijden aan intensiteit (zo niet aan verspreiding) lijkt te winnen, compleet met zoutzuurdrinkers. Lezenswaardig, al kun je er altijd meer bij bedenken. Er bestaat al een hele sociologie van complotdenken: wie gelooft zulke theorieën en waarom? Niet iederéén die meent dat de overheid informatie verzwijgt gelooft ook meteen dat 5G je hersenspoelt of dat 9/11 een false flag-operatie was – en gelukkig maar.
Ook een Rivm-criticus kreeg ervan langs, iets eerder. In een artikel van de wetenschapsredactie werden beweringen van opiniepeiler Maurice de Hond, die zich heeft opgeworpen als criticus van de 1,5-metersamenleving, te licht bevonden. Het stuk stelde dat er geen bewijs was voor zijn beweringen dat corona uitsluitend (het woord was gecursiveerd) door minieme drupjes wordt verspreid. De discussie over die zogeheten aerosolen woedt nog volop; er komt wel duidelijk meer aandacht voor, ook van virologen.
Op Twitter protesteerde De Hond dat de verslaggever die hij had gesproken haar stuk niet ter accordering had voorgelegd. Tegenover mij voegde hij eraan toe niet te hebben geweten dat het om een interview ging. Hij kreeg bijval van sympathisanten op sociale media die de krant ervan beschuldigden een stropop van zijn opvattingen te hebben gemaakt.
Nu is dat lastig te beoordelen op basis van het artikel zelf, want dat bevatte geen citaten, behalve De Honds kwalificatie „bullshit” voor de regel van 1,5 meter afstand houden. Uit de tekst was verder niet op te maken dat er met hem was gesproken. Nu was het ook niet gepresenteerd als een interview, maar als een toets in een tweeluik naast een reportage over Rivm-kritische burgers.
Maar hoe kun je zonder citaten of vindplaatsen als lezer nagaan wat De Hond eigenlijk beweert?
De verslaggever had aanvankelijk wel citaten gebruikt, maar die sneuvelden omdat besloten werd van het stuk een factcheck te maken, geen enerzijds-anderzijds tussen De Hond en om commentaar gevraagde virologen.
Ja, dat kan je doen – alleen zegt De Hond dat hij dat niet wist. In dat geval had hij graag nog meer weerwoord geboden. Terecht?
De Honds verontwaardiging dat hij niet wist dat hij werd geïnterviewd is, zacht gezegd, opmerkelijk voor iemand die vanaf 1977 in de media figureert, de bekendste opiniepeiler van het land is en anderhalf uur aan de telefoon over zijn denkbeelden praat met een redacteur wetenschap van NRC die zich duidelijk aan hem heeft voorgesteld. Aan de andere kant, de redactie had hem nog expliciet kunnen laten weten: we gaan uw opvattingen toetsen. Dat is wel zo netjes, en mensen werken doorgaans graag mee. Dat betekent niet dat ze het eindresultaat ook mogen ‘accorderen’. Daar werd nu overigens niet om gevraagd en het werd ook niet beloofd.
Dan de inhoud. Heeft de krant zijn opvattingen verdraaid? Ik kon op De Honds oudere coronablogs niet de heel stellige opvattingen (uitsluitend besmetting via aerosolen) vinden uit het artikel. Dus huldigt hij die wel of niet?
Uit het transcript van het telefoongesprek, dat ik heb ingezien, blijkt van wel. Hij keert zich daarin lijnrecht tegen het RIVM en zegt onder meer: „Mijn stelling is: je wordt alleen door de aerosols besmet [..] Dat is een veel logischer en evidentere manier om het geheel te kunnen verklaren.” Hij wil ook graag uitleggen waarom het niet en-en is, maar alleen maar of-of. Overigens beweert het Nrc-artikel niet dat aerosolen geen enkele rol spelen of dat het risico buiten even groot is als binnen; de conclusie was dat er nu nog onvoldoende reden is om de 1,5-meter-regel in te trekken.
De Hond bevestigde die citaten tegenover mij; het RIVM ziet het verkeerd en hij is zelf opgeschoven van vermoedens naar zekerheid. In een nieuw blog schrijft hij: „Hooguit 20 procent van alle besmettingen verloopt volgens de laatste inzichten niet via aerosolen en ik ben ervan overtuigd dat dit percentage dichter bij 0 procent ligt dan bij 20 procent’’. Dat strookt met de stelligheid in het Nrc-stuk. Kortom, de krant heeft hem geen opvattingen in de schoenen geschoven. Maar het stuk had wel beter gekund: in elk geval had het citaten moeten bevatten. Je wilt weten wat de gecheckte in eigen woorden beweert.
De kwestie toont opnieuw de frictie tussen wetenschap, die nog druk in debat is over allerlei aspecten van het virus, en de behoefte aan heldere conclusies. Geen wonder, want dit is geen puur academisch dispuut maar een beleidszaak met grote sociale gevolgen.
Is de krant daarin te volgzaam? Aanvankelijk, schreef ik een maand geleden, ontbrak ook bij NRC het besef dat corona hier zou kunnen toeslaan. Voortschrijdend inzicht speelde daarin een rol, beduchtheid voor ‘paniek’, maar mogelijk ook een lokaal versus mondiaal perspectief: in een landelijke krant concurreert aanzwellend onheil van over de grens met dagelijks rumoer van eigen bodem. Dan lijkt China ver weg, tot het op de stoep staat.
Sindsdien is die urgentie er nadrukkelijk wel, zoals vrijdag in een reconstructie van de „stille ramp” in de verpleeghuizen. In het Commentaar klinkt scepsis over de vermeende hoogbegaafdheid van de lockdown. Hoe dan ook, nu de piek voorbij is, wordt het tijd om de balans op te maken van de Nederlandse aanpak.
Daarbij blijft het wenselijk om een breed palet aan opvattingen te horen én te toetsen – ook die van eigenzinnige critici, of ze nu expert zijn of amateur.
Reacties: ombudsman@nrc.nl
Allerlei factoren compliceren zulke vergelijkingen: positie in het verloop van het virus, mate van tests, registratie, dichtheid en samenstelling van de bevolking. Het artikel waar de lezer naar verwijst was een reportage van de correspondent Latijns Amerika, geschreven vanuit het perspectief van de Amerika’s,
(24 mei). Het stuk gaat niet om een weging van cijfers wereldwijd, maar om de dynamiek van het virus. De vrijdag ervoor riep de WHO Zuid-amerika uit tot het nieuwe epicentrum van de pandemie. Met toen ruim 22.000 doden en 350.000 besmettingen was Brazilië het zwaarst getroffen land in de regio.