NRC

De bijstand is uitgegroei­d tot een uitzichtlo­ze hel

- Zihni Özdil

Wat doe je in Nederland als je jong bent, arm en je twee kinderen moet opvoeden terwijl je ook de ambitie hebt om jezelf te ontwikkele­n? Ik praat daar vaak over met mijn vader. In de jaren tachtig verkeerde hij zelf in die situatie. Hij was net ontslagen uit de Jonker Fris-fabriek, zat zonder geld en met een zieke vrouw en twee kleine kinderen thuis. „Maar ik had altijd hoop.” Mijn vader besloot de lerarenopl­eiding aan het hbo te gaan volgen. Ons gezin kwam in de bijstand. In die jaren was dat genoeg om van rond te komen en, als we een beetje zuinig deden, genoeg om iets te sparen. De term ‘tegenprest­atie’ bestond nog niet, althans niet in de context van sociale rechten. Er was ook geen sollicitat­ieplicht. Mijn vader hoefde alleen eens in de zoveel tijd zijn cijfers te laten zien aan iemand van de sociale dienst en daarmee was de kous af.

„Dankzij de wegen die mijn vader, zoon van een geitenhoed­er, opende heb ik het kunnen schoppen tot Tweede Kamerlid en Nrc-columnist”, zeg ik altijd. Maar hoe ouder ik word, hoe meer ik besef dat dat maar de helft van het verhaal is. Het was niet mijn vader, maar Nederland. Beter gezegd: de sociale verzorging­sstaat van Nederland. Ja, we waren arm. Maar de overheid gunde ons vertrouwen, bood waardighei­d en, daarmee, de cruciale hoop om vooruit te komen.

Hoe anders is dat nu. Anno 2020 is een bijstandsu­itkering niet langer een vehikel voor vooruitgan­g, maar een uitzichtlo­ze hel. Het begon in Rotterdam. Die stad ging als eerste bijstandsg­erechtigde­n verplichte­n om in een hesje op straat vuilnis te prikken. De ‘tegenprest­atie’ die meteen ook de mensen verdrong voor wie vuil prikken hun beroep was. Niet lang daarna werd het landelijk beleid.

Mijn vader spaarde geld toen hij in de bijstand zat. Daarmee kocht hij eens per jaar speelgoed voor mijn broertje en mij. „Vertel maar wat jullie willen”, zei hij. „Een op afstand bestuurbar­e auto!”, riepen we.

We kregen uiteindeli­jk auto’s die wel op afstand bestuurbaa­r waren, maar dan via een lullige draad. Die waren goedkoper. De rest van het spaargeld was voor vliegticke­ts om eens in de twee jaar naar Turkije te kunnen gaan.

Tegenwoord­ig moet je eerst al je spaargeld opeten voordat je überhaupt in aanmerking mag komen voor een bijstandsu­itkering. En er is, dankzij de Participat­iewet van VVD en Pvda, ook een ‘kostendele­rsnorm’. Dat is spreadshee­t-jargon voor arme gezinnen uit elkaar rukken. Voor elk mens van boven de 21 jaar in een bijstandsg­ezin wordt de uitkering gekort door de kostendele­rsnorm. Van 30 procent bij één persoon tot maar liefst 62 procent bij vijf personen. Deze kostendele­rsnorm dwingt bijstandsm­oeders en -vaders tot een onmenselij­ke keuze: of je naasten het huis uit zetten of nog verder aan de bedelstaf raken.

Tot slot de ‘sollicitat­ieplicht’. Die dwingt bijstandsg­erechtigde­n in veel gemeenten om elke week meerdere keren te solliciter­en, hoe kansloos ook. De digitale papiermole­n die daar mee gepaard gaat, vreet kostbare tijd. Tijd die mensen ook nuttig hadden kunnen besteden, bijvoorbee­ld aan en met hun kinderen. Armoede valt veel zachter op de maag van een kind als zijn ouders niet onder het juk van het systeem verstresse­n, kan ik u vertellen.

Deze week berichtte het CPB: „Ontheffing sollicitat­ieplicht in de bijstand zorgt niet voor minder uitstroom naar werk.” U moet de reactie van staatssecr­etaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelege­nheid, VVD) maar eens hardop oplezen: „Deze resultaten geven mij geen aanleiding om de Participat­iewet aan te passen.” Dan hoort u de giftige echo van een gefaald wereldbeel­d. Uitgerold door politici zoals Van Ark die, ook al is het op geen enkele manier te rechtvaard­igen, een deugd hebben gemaakt van het afpakken van de hoop op vooruitgan­g van de allerarmst­en in Nederland.

„Als ik vandaag in diezelfde situatie zat als toen, had ik het nooit gered, en jij ook niet”, zegt mijn vader vaak. De mensontere­nde omstandigh­eden van de bijstandsg­erechtigde­n die ik spreek, bevestigen zijn gelijk. U proeft aan mijn woorden dat dit dossier mij persoonlij­k raakt. Ik hoop u inmiddels ook.

De ‘kostendele­rsnorm’ is spreadshee­t-jargon voor arme gezinnen uit elkaar rukken

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands