NRC

Met de mondiale versoepeli­ng van lockdownma­atregelen tonen sommige indices een opmerkelij­k herstel

-

De olieprijs kelderde aanvankeli­jk – van 60 dollar voor een vat Brent eind februari tot nog maar 20 dollar eind april – maar is inmiddels alweer 35 dollar. Een ongekende vraaguitva­l, met bijna een derde van het normale verbruik, was volgens het Internatio­naal Energie Agentschap de belangrijk­ste oorzaak. Een acuut gebrek aan plaatselij­ke opslagcapa­citeit in de VS veroorzaak­te in april heel even een negatieve olieprijs.

Het herstel, deze week, naar 35 dollar is gunstig. Maar de aanvankeli­jke prijsval werd helemaal niet veroorzaak­t door het virus. Die kwam door een ruzie tussen Saoedi-arabië en Rusland over productieb­eperkingen om de prijs te blijven stutten. Toen overleg daarover stukliep, draaiden de Saoediërs uit woede de kraan wijd open. Daarná sloeg ook nog eens het virus toe.

Het recente herstel van de olieprijs kan dus te maken hebben met economisch optimisme. Maar het is ook terug te voeren op nieuwe afspraken tussen de olielanden over de productie, waar iedereen zich ditmaal wél aan houdt. Rusland zei deze week zelfs méér te doen dan was afgesproke­n. Prompt steeg de olieprijs verder.

En de aandelenbe­urzen? De Aex-index piekte op 19 februari op bijna 630 punten, kwam half maart onder de 400 punten terecht, maar bereikte deze week al weer 538 punten: het hoogste niveau sinds de coronacris­is begon. Amerikaans­e beurzen doen het zelfs nog beter. De S&p-index, die eerst met 34 procent kelderde, staat nu nog maar 10 procent onder zijn record van bijna 3.400 punten van 19 februari. Ten opzichte van begin dit jaar staan op Wall Street de koersen nog geen 6 procent lager. Dat is bijzonder, tijdens wat de ergste recessie sinds de Grote Depressie van de jaren dertig heet te zijn.

Verse beleggers

Dat de aandelenko­ersen zich zo goed houden kan natuurlijk weerspiege­len dat het met het bedrijfsle­ven niet zo slecht gaat als lijkt. Maar het kan evengoed liggen aan een stijgende vraag naar aandelen, die de koersen blind opdrijft. Er is sprake van een enorme toestroom van beleggers. Volgens Het Financieel­e Dagblad kunnen online brokers, waarbij particulie­ren beleggen, de toestroom van nieuwe klanten nauwelijks aan. Alleen al bij Degiro meldden zich dit jaar 160.000 verse beleggers.

Dat sluit weer aan bij een enquête die De Nederlands­che Bank liet uitvoeren. Daarin zeiden Nederlande­rs dat zij, als zij onverwacht 1.000 euro zouden krijgen, daar de helft van zouden sparen. Wereldwijd is de baanzekerh­eid zodanig afgenomen dat mensen buffers zijn gaan aanleggen. Aangezien een spaarreken­ing geen rente oplevert, vloeit dat geld al snel naar de beurs.

Voor profession­ele beleggers geldt, in het groot, hetzelfde. Vastgoed is op dit moment onzeker. Obligaties geven negatieve rentes, of zijn duur en toch erg riskant. Cash kost geld. Zodat alleen aandelen overblijve­n als bestemming. De beurskoers­en gaan dus óf omhoog uit optimisme, of ze stijgen juist uit wanhoop omdat er geen alternatie­f is.

Is er dan géén reden tot optimisme? Econoom en Nobelprijs­winnaar Paul Krugman zei deze week tegen financieel persbureau Bloomberg iets opmerkelij­ks. De bestaande economisch­e modellen zijn eigenlijk helemaal niet berekend op een

Bedrijven maken zich zorgen dat de échte klap nog komen moet, in de tweede helft van dit jaar

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands