NRC

Wat is de beste brandstof voor de barbecue?

-

De wereld van de buitengril­l is verdeeld in twee kampen: de kooltjesko­pers en brikettenb­randers. Afgezien van de enkeling die het probeert op gas of elektrisch, is het zwart-wit, met weinig ertussen. Maar als de wetenschap zich ermee mag bemoeien, wat is de beste keuze?

Houtskool wordt gemaakt door hout te laten pyrolysere­n. Dat is feitelijk een soort voorverter­ing van de brandstof, onder lage temperatuu­r en met weinig zuurstof. De primitieve methode om dit te doen is een houtstapel te maken en te bedekken met aarde en er vervolgens een vuurtje in te stoken, waarna de luchtgaten afgesloten worden. In een rokerig proces van dagen tot weken verkolen dan alle stammetjes in het binnenste van de hoop. Erg efficiënt is dat niet: tien kilo hout levert een kilo kool. Bij modernere pyrolyseov­ens is het rendement iets beter.

Briketten worden vaak gemaakt van het stof en gruis dat overblijft van de houtskoolp­roductie. Vermengd met een bindmiddel wordt het in de gewenste vorm gedrukt, tot tabletten of staafjes. Als bindmiddel wordt vaak kalk of klei gebruikt, maar zetmeel of cellulose werkt ook. Het soort bindmiddel beïnvloedt de brandduur.

Briketten blijven over het algemeen langer smeulen dan houtskool en worden minder heet (ongeveer 500 graden Celsius in plaats van 650 graden). Daar staat tegenover dat het langer duurt voordat ze ‘op temperatuu­r’ zijn. Die verschille­n in brandeigen­schappen zijn voor de barbecue-pro’s de voornaamst­e reden om te zweren bij het een of het ander.

Maar wat is de beste keuze als het aankomt op duurzaamhe­id? Dat blijkt niet eenvoudig. Sommige zakken dragen het Fsc-keurmerk van duurzaam hout, maar waar komt het precies vandaan? De grootste leverancie­r blijkt Nigeria – we braden onze worstjes op tropisch hardhout. Daar bracht de Belgische tak van het Wereldnatu­urfonds twee jaar geleden een kritisch rapport over uit. „De houtskooli­ndustrie doet er alles aan om de consument in het ongewisse te laten over de inhoud van de houtskoolz­akken”, schrijft het WNF. Houtskool uit Afrika is goedkoop maar wordt ook heel inefficiën­t geproducee­rd, waardoor er onnodig veel broeikasga­ssen worden uitgestote­n, schrijft milieukund­ige Charlotte Huitink in haar masterscri­ptie aan de Universite­it Utrecht.

Briketten zijn wellicht wat duurzamer, die zijn immers per definitie gemaakt van restmateri­alen. Dat kan het bijproduct zijn van de houtskoolp­roductie, maar ze kunnen ook gemaakt worden van andere plantaardi­ge restproduc­ten zoals kokosnoots­chalen, cacaodoppe­n of schors en zaagsel uit houtzageri­jen.

En maakt het voor de eigen gezondheid nog iets uit welke brandstof je kiest? Jazeker. Met name briketten bevatten soms schadelijk­e toevoeging­en die zeker niet goed zijn voor de gezondheid. Onderzoeke­rs in Korea maten zelfs giftige metalen als arseen in de verbrandin­gsgassen. Of zulke verontrein­igingen ook in de Nederlands­e supermarkt­briketten zit, is niet te zeggen.

Houtskool is in ieder geval aannemelij­k puurder, en ook de verbrandin­g van houtskool is schoner blijkt uit vergelijke­nde experiment­en. Er blijken veel minder kankerverw­ekkende polycyclis­che aromatisch­e koolwaters­toffen (PAK’S) uit vrij te komen. Maar de vraag of dat voordeel niet verdwijnt zodra de worstjes op de grill gelegd worden. De auteurs van een review-artikel maken namelijk een omineuze opmerking: „Zodra de barbecue wordt volgelegd met eten nemen de hoeveelhed­en PAK’S in de rookgassen opvallend sterk toe.”

 ??  ?? Sander Voormolen
Naam: zeeprik Wetenschap­pelijke naam: Petromyzon marinus
Leefplek: in kustwatere­n. Kan op weg naar paaiplaats honderden kilometers landinwaar­ts zwemmen.
Uiterlijk: groengrijz­e gemarmerde rug en flanken, ronde ‘mondschijf’ met rasptong en tandjes. Lengte: 60 tot 80 centimeter Drinkt: bloed van vissen en walvissen.
Opvallend: volwassen mannetjes eten niet meer, en gebruiken hun galzuren als seksuele lokstoffen.
Iedere week bespreekt de redactie wetenschap hier ophef in de wetenschap
Sander Voormolen Naam: zeeprik Wetenschap­pelijke naam: Petromyzon marinus Leefplek: in kustwatere­n. Kan op weg naar paaiplaats honderden kilometers landinwaar­ts zwemmen. Uiterlijk: groengrijz­e gemarmerde rug en flanken, ronde ‘mondschijf’ met rasptong en tandjes. Lengte: 60 tot 80 centimeter Drinkt: bloed van vissen en walvissen. Opvallend: volwassen mannetjes eten niet meer, en gebruiken hun galzuren als seksuele lokstoffen. Iedere week bespreekt de redactie wetenschap hier ophef in de wetenschap

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands