In Minneapolis stikt het van de ‘onbekenden’
Het verschil tussen de demonstraties overdag en ’s avonds was levensgroot, zeggen bewoners. ’s Avonds verschenen figuren met een eigen agenda: chaos.
Boven de binnenstad van Minneapolis torent veertien verdiepingen hoog de Midtown Global Market uit. Het is een honderd jaar oud, bakstenen voormalig hoofdkantoor van warenhuis Sears, waar nu winkeltjes, kleine bedrijven en woonhuizen met bewoners van verschillende etnische afkomst in zitten. De gebouwen eromheen zijn na een week van rellen smeulende ruïnes. Midtown Global Market is onaangetast, maar het heeft niet veel gescheeld. Drie nachten hebben de bewoners hun toren in ploegendiensten moeten verdedigen. Op vrijdag hoorden ze de anonieme aanvallers zeggen: „Hier gaat de fik in. Dit is een brandtrofee.”
De symboliek van een multicultureel pand tijdens demonstraties tegen structureel racisme is niemand ontgaan. „Dit is een ideaal doelwit voor extreem-rechtse groepen”, zegt buurtbewoner Sam Gould. Minneapolis heeft een week van rouw en geweld achter de rug. Rouw na de gruwelijke dood van George Floyd. Geweld als de uitloper van vredige protesten daartegen. In dat geweld, zagen buurtbewoners, hebben zich elementen gemengd met een heel eigen agenda: chaos en anarchie.
Het verschil tussen de vredelievende demonstraties overdag, met bloemen, muziek en zelfgemaakte
protestbordjes, en de grimmige opstand in de nacht, was duidelijk zichtbaar. Overdag was de populatie gemengd: wit en zwart, oud en jong. Ze kwamen bijeen rond de plek waar Floyd is gestorven. ’s Avonds trokken louter jonge, en in meerderheid witte demonstranten met honkbalknuppels, beenbeschermers en skatehelmen naar het centrale politiebureau.
Politiebureau verwoest
Gould wijst op een betekenisvolle dynamiek in de brandstichting. Eerst gingen filialen van grote snackketens, autozaken en warenhuis Target in vlammen op. Doelwitten van radicaal-links, zegt hij. Op donderdag werd een politiebureau verwoest – ook een doelwit van links en „volkomen begrijpelijk”, vindt Gould. „Maar vrijdag waren het ineens de winkeltjes van kleine ondernemers uit minderhedengroepen. Het postkantoor ging in de fik, woonhuizen. Dat hebben linkse demonstranten niet gedaan, en al helemaal niet de demonstranten uit deze stad.”
„De aanvallen tegen ons pand zijn georganiseerd”, zegt Carla Godwin. Zij woont op de elfde verdieping van de Midtown Global Market. „Bovenin wonen de rijkere, witte bewoners, in de goedkopere woningen beneden de bruine en zwarte”, zegt ze met gêne. „Zelfs bij ons zie je de ongelijkheid.” Godwin vertelt dat het pand werd geobserveerd door onbekenden. „Een surveillerende bewoner zag vrijdag een auto zonder kentekenplaten in de parkeergarage. De twee witte mannen die erin zaten, richtten een laser op de muren. Waarom, geen idee, maar ze waren duidelijk de boel aan het verkennen.”
Hamers en koevoeten
Die nacht en de volgende drongen mannen met hamers en koevoeten op naar het kolossale gebouw, ze schreeuwden tegen de bewoners maar trokken uiteindelijk weg. „Ik kan niet met zekerheid zeggen of ze rechts of links waren”, zegt Godwin. „Ze waren vooral erg agressief.”
President Trump heeft links-radicale activisten aangewezen als oorzaak van de gewelddadigheden. Hij had „geen enkele aanwijzing dat er racistische, rechtse groepen bij waren”. Maar Paul Schnell, als bestuurder verantwoordelijk voor het gevangeniswezen in Minnesota, zei zondag op een persconferentie dat er „beslist” extreem-rechtse activisten,
white supremacists, actief waren. „Het zijn agitatoren. Zij ‘gaan uit hun dak’ en sleuren zo een grotere groep mee in chaos.”
Op de houten platen voor de winkelruiten aan Nicollet Avenue hangen pamfletten van nationalistische snit, met teksten als ‘Ik ben de Patriot
en mij zijn protesten en brandstichting niet vreemd’. Verschillende bewoners zeggen auto’s te hebben gezien met een vignet van de Boogaloo Bois, een los georganiseerde groep die uit is op anarchie waarna Amerikaanse „patriotten” de macht veroveren op de overheid.
Gould zag mannen door de buurt lopen met oortjes in en „een manier van beweging die mij aan militaire training deed denken”. Zaterdag reed een auto met kentekenplaten uit Iowa door de steeg achter hun huizen. „Er zaten een witte man en een witte vrouw in en ze maakten foto’s van onze achtertuinen.”
Een volle week rouwde de stad mee met de Afrikaans-Amerikaanse gemeenschap om de dood van alweer een ongewapende, zwarte man door politiegeweld – een lot dat jonge zwarten in Minneapolis tweeënhalf keer zo vaak treft als witte leeftijdgenoten. „Wij weten niet anders dan dat de politie onze vijand is”, zegt betoger Angela Williams. „De politie gedraagt zich nog steeds als de slavenopzichters van vierhonderd jaar geleden.”
Zondag was de eerste relatief kalme nacht in de stad. „Er heeft nog geen vuilnisbak gebrand”, zei bestuurder Paul Schnell. Carla Godwin is blij dat de Midtown Global Market het heeft overleefd. „Zaterdag ben ik elders gaan slapen, een nachtje rust. Maar het lukte niet. Mijn hart klopte in mijn keel, ik zat rechtop in bed te luisteren naar geluiden. En toen bedacht ik: voor mij zijn dit een paar ellendige dagen van paniek. Mijn zwarte buren voelen zich zo elke dag, altijd.”