In het theater: een ontroerende reünie
In de Koninklijke Schouwburg bracht Het Nationale Theater een programma met de nadruk op een nieuw begin.
Waar in een nabij verleden het altijd een chique bedoening was in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag lopen we nu op anderhalve meter afstand van elkaar door een lege bar en coulissen, de medewerkers strategisch opgesteld om de richting te wijzen.
Het voelt ergens absurd, alsof de vriendelijk glimlachende suppoosten te midden van een apocalyps alsnog hun werk zijn komen doen omdat ze dat nu eenmaal zo gewend zijn. Het drama ligt al voor de officiële aanvang voor het oprapen.
Het is de grote kracht van het programma Het Nationale Theater speelt altijd dat die tastbare kwetsbaarheid nergens wordt ontkend. Integendeel: ze wordt tot onderwerp gemaakt. Het sterkste gebeurt dat in de openingsmonoloog van Romana Vrede, een tekst uit het stuk Liefdesverklaring (voor altijd) van Magne van den
Berg. Het is de perfecte tekst om een weerzien met het publiek te beginnen: over de precaire symbiose tussen acteur en toeschouwer, die niet zonder elkaar kunnen.
Terwijl Vrede spreekt druppelen een voor een de acteurs van het gezelschap de vloer op, zwijgend, kwetsbaar, sterk van elkaar verschillend in hun fysieke aanwezigheid. Het beeld ontroert niet alleen vanwege de ontwapenende eerlijkheid ervan, maar ook vanwege de omkering: de acteurs kijken eens naar ons in plaats van andersom en onderstrepen daarmee onze onderlinge afhankelijkheid.
De samenstelling van Het Nationale Theater speelt altijd zal steeds wisselen en bestaat uit zeventien nieuwe voorstellingen, sommige op basis van repertoire en sommige op basis van nieuwe teksten.
Op de opening krijgt het publiek aangeklede tekstlezing van een nieuw stuk van Joeri Vos voorgeschoteld, gebaseerd op personages uit De wereld volgens John (dat zelf weer een spin-off van The Nation was). Het is het gezamenlijke zoeken van de acteurs dat deze preview waardevol maakt.