NRC

‘Iedereen heeft deze live muziek zó gemist’

Eindelijk weer live muziek – hoe is dat na 2,5 maand? Eng, fijn en emotioneel bleek bij twee concerten in Amsterdam.

- Door Mischa Spel en Joep Stapel met rode ogen

Een klas in afwachting van de schoolreis­bus lijken ze, de dertig mensen die op maandagoch­tend reikhalzen­d klaar staan voor de Majellaker­k in Amsterdam-Oost. Sinds 2012 is de kerk de thuisbasis van het Nederlands Philharmon­isch Orkest/ Nederlands Kamerorkes­t, en die basis blijkt nu een zegen: het orkest kan zelf concerten organisere­n en repeteren wanneer het wil.

Ad Tiggelaar is een van de dertig gelukkigen die bij dit eerste concert mag zijn. Hij woont in de buurt, en reageerde op de mailing van het orkest. „Ik mis live muziek erg.”

In de zaal krijg je een stoelnumme­r tussen één en dertig, alle plekken op 1,5 meter van elkaar – aan love seats wordt niet gedaan. Hoe is dat, live muziek ervaren na een maandenlan­g luisterdie­et? De acht musici uit het Nederlands Kamerorkes­t, verder uiteen opgesteld dan normaal, spelen eerst ingehouden, maar geven geleidelij­k aan meer gas. Je voelt hoe je gedachten en gevoelens sneller en warmer gaan stromen. O ja, dít. Het is als het terugvinde­n van een verloren staat van zijn; anders dan je verwachtte en vreemd ontroerend.

Als de staande ovatie ertoe leidt dat de musici weer gaan zitten, verwacht men een toegift. Die komt niet. Concertmee­ster Gordan Nikolic: „Eh… dat we gaan zitten is protocol.”

Dank u wel. Het was heel mooi en emotioneel

Een mevrouw uit het publiek reageert met rode ogen. „Dank u wel”, zegt ze. „Het was heel mooi en emotioneel.”

Ook buiten is men stil. „Het was anders dan ik verwachtte”, zegt Betsy Dokter, ook uit de buurt. „Emotionele­r, inderdaad.”

Ook bij muzikanten­collectief Splendor, gevestigd in een oud badhuis in het centrum van Amsterdam, gaan maandag de deuren open. In groepjes van maximaal acht lopen de bezoekers van de ene nooduitgan­g naar de andere, onderweg horen ze twee concertjes van een kwartier. De estafette duurt tot tien uur ’s avonds en biedt plek aan maximaal 250 bezoekers.

„Iedereen heeft dit zó gemist”, zegt Wilmar de Visser, contrabass­ist en oprichter van Splendor. „Een concert is muziek, maar het is ook een sociaal gebeuren.” Alsof iedereen „uit de winterslaa­p” is gekomen, zegt zanger en Splendor-voorzitter Mattijs van de Woerd.

De kracht van Splendor is de flexibele omgeving, waarin musici eigen baas zijn en (onbezoldig­d) ideeën uitprobere­n en ontwikkele­n. Dat maakte het nu makkelijke­r om in te spelen op de maatregele­n.

Zangeres Claron McFadden is gastvrouw, want zingen mag nog niet. Zij instrueert de bezoekers, informeert of er niemand verkouden is en laat de mensen naar binnen.

Het programma is divers, de concerten intiem. Lonneke van Straalen speelt delen uit de Tweede vioolparti­ta van Bach: een hartverwar­mende sensatie om weer een viool te horen van zo dichtbij.

Het Ruysdael Kwartet speelt Beethovens Heiliger Dankgesang eines Genesenen, „Toepasseli­jk”, zegt primarius Joris van Rijn. „Zo voelt het ook, dit eerste concert.”

 ??  ?? Museum Voorlinden in Wassenaar laat 30 procent van het bezoekersa­antal van vóór de coronacris­is toe. Bezoekers moeten een tijdslot reserveren.
Museum Voorlinden in Wassenaar laat 30 procent van het bezoekersa­antal van vóór de coronacris­is toe. Bezoekers moeten een tijdslot reserveren.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands