NRC

‘Ik weet niet hoe het systeem hier werkt’ Een Poolse arbeidsmig­rant zegt op straat te zijn gezet nadat hij wekenlang om een zorgpasje vroeg. Zijn contract bevat tal van „merkwaardi­ge passages”.

- Door onze medewerker­s Bram Endedijk en Mark Middel

Wekenlang kampte de Poolse arbeidsmig­rant Krzysztof Nicinski (47) met aambeien. Werken in de slachterij van Vion in Scherpenze­el was voor hem onmogelijk. Maar toen hij om zijn zorgverzek­eringspas vroeg aan de Poolse contactper­soon van Vion, zodat hij de dokter kon bezoeken, kreeg hij van haar te horen dat hij moest wachten. Hij wachtte, bleef doorvragen, maar kreeg geen pasje. Totdat hij op vrijdag 22 mei opeens zijn woning moest verlaten. „Ik werd van mijn bed afgegooid en kon vertrekken”, zegt Nicinski.

Afgelopen week schreef NRC over de misstanden die Roemeense arbeidsmig­ranten meemaken in Nederlands­e slachthuiz­en. Die slachthuiz­en liggen onder een vergrootgl­as door verschille­nde corona-uitbraken. Nicinski werkte in die slachthuiz­en en wil nu zijn verhaal vertellen. Hoogleraar arbeidsrec­ht bij Tilburg University Mijke Houwerzijl bestudeerd­e op verzoek van NRC zijn contract met het uitzendbur­eau Flexcraft, onderdeel van de Horizon Groep. Daarin trof ze een aantal „merkwaardi­ge passages” aan.

Nicinski werkte via Flexcraft in april twee weken bij Van Rooi Meat in Helmond, en daarna enkele weken bij vleesgigan­t Vion in Scherpenze­el. In beide fabrieken bleek een groot deel van het personeel besmet met corona; de vleesfabri­ek in Helmond moest daarom afgelopen vrijdag zelfs dicht.

Het verbaast Nicinski niet dat daar risico was op een uitbraak. „In de slachterij­en zijn looproutes en desinfecte­rende middelen aanwezig, maar geen maskers”, zegt hij. „Tijdens de coronacris­is werden we vervoerd in personenau­to’s met soms vier tot vijf mensen tegelijk en woonden we met meer dan honderd mensen in één wooncomple­x in Velp.” Het uitzendbur­eau zegt dat het zich altijd aan de RIVM-richtlijne­n heeft gehouden. Daarin spreken Nicinski en Flexcraft elkaar tegen: de richtlijn voor vervoer van het RIVM geldt sinds 1 april, Nicinski was een week later pas werkzaam voor het uitzendbur­eau.

Zorgpas

Bij Vion in Scherpenze­el werkte hij als inpakker. Prima werk, zegt hij. Totdat hij begin mei last kreeg van aambeien, waar hij al jaren incidentee­l last van heeft. Verschille­nde keren benaderde hij daarover zijn Poolse contactper­soon bij Vion, blijkt uit sms-verkeer dat is ingezien door NRC.

„Ik heb mijn zorgverzek­eringspas nodig om de dokter te kunnen bezoeken”, appt hij op 4 mei. „De verzekerin­gsmaatscha­ppij heeft uw kaart nog niet opgestuurd”, antwoordt de contactper­soon. Twee dagen later: „Ik bloed nog steeds. Ik heb een document nodig voor een doktersbez­oek.” De contactper­soon: „Er heerst een virus, niemand zal je opnemen.” Hij krijgt het advies om naar een apotheker te gaan. Die zegt dat hij de dokter moet bezoeken.

Een crème zou moeten helpen, zegt de contactper­soon. „Alleen ambulances komen nog opdagen voor patiënten, doktoren nemen niemand aan. De gezondheid­szorg hier is een beetje anders dan in Polen”, schrijft de contactper­soon. Op 12 mei vraagt hij weer om zijn zorgpas. „Het is niet dat ik niet wil werken, maar ik heb nog steeds een groot probleem met die aambeien.” Het antwoord: „De verzekerin­gsmaatscha­ppij heeft jouw kaart nog niet opgestuurd.”

Tweeënhalv­e week na zijn eerste bericht krijgt Nicinski bezoek op zijn kamer in het arbeidsmig­rantenhote­l

in Velp waar hij een kamer heeft via het uitzendbur­eau. „De Poolse huismeeste­r gooide mijn bed om”, zegt Nicinski. „Daardoor stootte ik mijn hoofd tegen de muur. De huismeeste­r zei dat ik moest oprotten.” Volgens het uitzendbur­eau betreden huismeeste­rs sinds de coronamaat­regelen geen kamers.

Nicinski zegt dat hij wel wilde werken, zodra zijn aambeien waren behandeld. Hij begrijpt niet waarom dat niet is gebeurd. Een arts kreeg Nicinski nooit te zien. „Ik weet niet hoe het systeem hier werkt. Bij wie moet ik hulp vragen?”

Fasensyste­em

Uitzendbur­eaus hebben veel mogelijkhe­den om contracten van arbeidsmig­ranten te beëindigen, ook bij ziekte. Dat komt omdat er in de branche gewerkt wordt met een fasensyste­em. In de eerste fase, die maximaal 78 weken duurt, betekent geen werk onmiddelli­jk het einde van het arbeidscon­tract. De gedachte achter het systeem is dat hoe langer iemand als uitzendkra­cht werkt, hoe meer werkzekerh­eid en hoe meer rechten hij krijgt, zegt hoogleraar Houwerzijl.

Maar in het contract van Nicinski staat dat de overeenkom­st sowieso eindigt als de eerste fase is afgelopen. Houwerzijl, na bestuderin­g van het contract: „Dit is niet wat vakbonden en werkgevers­organisati­es hebben bedoeld met het fasensyste­em. Het idee is dat de uitzendarb­eid voor een werknemer een opstapje kan zijn naar een goede plek op de arbeidsmar­kt. Maar zoals het er nu staat is dit gewoon een dead-end-job. Daar is de Nederlands­e regeling niet voor bedoeld.”

Er staan volgens de hoogleraar wel meer vreemde passages in het contract. Dat de arbeidsmig­rant twee dagen na einde contract uit zijn huis kan worden gezet, bijvoorbee­ld. Of dat bedrijfsau­to’s onder voorwaarde­n slechts 9,5 kilometer per week voor privédoele­inden mogen worden gebruikt. Een terbeschik­kinggestel­de fiets moet bij ziekte, snipperdag of vakantie meteen worden ingeleverd. „Vreemde bepalingen. Als een uitzendkra­cht vrije tijd heeft of naar ziekenhuis of huisarts moet, mag hij die fiets of auto dus niet of nauwelijks gebruiken? Ik betwijfel of dergelijke bewegingsv­rijheidbep­erkende bepalingen standhoude­n bij de rechter. Maar het probleem is dat arbeidsmig­ranten nauwelijks naar de rechter stappen om hun contracten te laten toetsen.”

Volgens hoogleraar Michel Vols van de Rijksunive­rsiteit Groningen, gespeciali­seerd in huurrecht, hebben huurders normaal gesproken huurbesche­rming, en recht op een maand opzegtermi­jn, dus kan je niet zomaar je woning uit worden gezet. Uitzonderi­ng

is een huurcontra­ct dat ‘naar aard van korte duur’ is: bijvoorbee­ld het huren van een hotelkamer of een huisje in Center Parcs. Vols bekeek het contract van Nicinski en volgens hem heeft de Poolse man wel degelijk recht op huurbesche­rming. Daarnaast is hij beschermd door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. „Zelfs krakers, die dus niet eens een huurcontra­ct hebben, krijgen meer dan twee dagen de tijd om hun woning te verlaten. Ik zou alle arbeidsmig­ranten aanraden: blijf gewoon zitten als ze je eruit gooien, want als een uitzendbur­eau naar de rechter stapt heb je een hele grote kans dat je het wint.”

Hanneke Bennaars, universita­ir docent arbeidsrec­ht aan de Universite­it Leiden en lid van de commissieB­orstlap, die adviseerde over de regels rondom werk in Nederland, herkent de problemen rond uitzendkra­chtcontrac­ten. „De regels zijn ontzettend ingewikkel­d en hoe meer regels, hoe meer loopholes”, zegt ze.

Maar er moet volgens haar niet alleen gewezen worden naar de uitzendbur­eaus en bedrijven: „Als je uitzoomt, zie je dat de marges in bepaalde bedrijfsta­kken heel laag zijn, waardoor arbeidskra­chten zo goedkoop mogelijk worden ingehuurd”, zegt ze. „Naast betere handhaving moet de consument ook een eerlijke prijs gaan betalen voor wat ze kopen. Want elke cent besparing maakt in bepaalde sectoren uit.”

Nadat Nicinski zijn woning uit werd gezet, kwam hij via vakbond FNV in contact met een ander uitzendbur­eau, dat nieuwe huisvestin­g voor hem regelde op een vakantiepa­rk in Venray en hem op corona liet testen. „We wisten dat mensen in de slachthuiz­en en bij ons in het wooncomple­x besmet waren, maar wie dat waren wist niemand”, zegt Nicinski. De uitslag van de test bleek negatief, maar een vriend met wie hij samenwoond­e is wel positief getest, vertelt hij. Nicinski moest tot deze maandag in quarantain­e blijven. „Nu kan ik hopelijk weer aan het werk.”

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? Krzysztof Nicinski werd via een nieuw uitzendbur­eau gehuisvest op een vakantiepa­rk in Venray.
Krzysztof Nicinski werd via een nieuw uitzendbur­eau gehuisvest op een vakantiepa­rk in Venray.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands