Je kunt van nationaliteit geen ras maken
SCHIPHOL - Met de stelling dat een nationaliteit niet hetzelfde is als een ras heeft hoogleraar en rechtsfilosoof Paul Cliteur het gisteren opgenomen voor PVV-leider Geert Wilders. “Je kunt van een nationaliteit geen ras maken en van een ras geen nationaliteit”, aldus Cliteur.
Hij ging gisteren in het Justitieel Complex Schiphol in Badhoevedorp als getuigedeskundige in op de betekenis en de strafbaarheid van de ‘minder-Marokkanen’-uitspraak van Wilders.
Volgens hem wordt in de wet alleen gesproken over discriminatie op basis van ras, geloof, handicap, geslacht of seksuele geaardheid, maar niet over nationaliteit of herkomst. “Je kunt ook zeggen: wenst u minder Amerikanen, minder Maleisiërs of Syriërs in Nederland. Dat is misschien hardvochtig, maar geen racisme.”
Officier van justitie Wouter Bos wees hem tijdens zitting op het internationale verdrag tegen rassendiscriminatie, waarin behalve ras en huidskleur ook nationale afkomst wordt genoemd.
Cliteur meent desondanks dat de Nederlandse wet niet verder moet worden opgerekt door de Hoge Raad, die het aanzetten tot onverdraagzaamheid strafbaar maakt. Die toevoeging beperkt het werk van politici, vindt de getuige-deskundige. Het is hun kerntaak om maatschappelijke misstanden te benoemen. Hij pleitte voor een klassieke vorm van tolerantie, ook als je het met standpunten heftig oneens bent.
Als de vrijheid van expressie zo zwaar onder vuur ligt, dan is het juist noodzakelijk deze extra te beschermen. “Dat geldt ook voor boodschappen die ons schokken of verontrusten”, aldus de Leidse hoogleraar.
Daarnaast zei hij dat uitspraken van prominente leden van de PvdA, zoals van fractievoorzitter Diederik Samsom (‘Marokkanen hebben een etnisch monopolie op overlast’), veel dichter in de buurt van strafbaarheid zitten. Cliteur plaatst de PVVleider in hetzelfde rijtje als de Deense cartoonist Kurt Westergaard en schrijver Salman Rushdie als strijders voor het vrije woord. Volgens hem is de context van diens uitlatingen bij de beoordeling door de rechtbank van belang in een tijdperk van aanslagen op onder meer Charlie Hebdo en bedreigingen van islamcritici. (De Telegraaf)