Robots pikken talloze ‘vrouwelijke’ kantoorbanen
AMSTERDAM - Robots pikken de komende jaren talloze ‘vrouwelijke’ kantoorbanen in. Dat beweren de opstellers van de Global Gender Gap Index. Een doemscenario voor vrouwen met een kantoorbaan of administratief werk, maar de innovatie biedt ook nieuwe kansen.
Wat is er allemaal al niet geschreven over de robotisering van de samenleving?! De laatste duit in het zakje doet de Global Gender Gap Index. Volgens de samenstellers van het rapport vormen de intelligente machines een bloedserieuze bedreiging voor de positie van de vrouw op de arbeidsmarkt.
Want, zo luidt de voorspelling, robots pikken de komende jaren precies die administratieve banen in waar vrouwen juist zo sterk in zijn vertegenwoordigd. Jaren van (moeizame) emancipatie zouden in één klap worden weggevaagd. Hoogleraar Vanessa Evers gelooft er desgevraagd geen snars van: “Wie verzint zoiets?!”, luidt haar eerste reactie. Bevreesd dat vrouwen met de komst van robots massaal hun banen verliezen, is de hoogleraar sociale robotica van de Universiteit Twente juist helemaal niet. Ja, robots gaan onze wereld drastisch veranderen. “Maar dat door hun komst de arbeidsmarktpositie van vrouwen verslechtert, dat lijkt me stug.” Ze reageert daarmee op het onlangs uitgebrachte rapport van het World Economic Forum (WEF). Dat schetst een doemscenario voor de werkende vrouw. Haar positie wordt meer dan die van de werkende man ondermijnd door robots.
Het WEF onderbouwt dit met twee constateringen. De eerste: vrouwen hebben vaker een kantoorbaan of administratieve baan en juist dat werk wordt overgenomen door digitalisering. De tweede: vrouwen zijn ondervertegenwoordigd in snelgroeiende sectoren zoals wetenschap, technologie, engineering en wiskundig georiënteerde richtingen. Slechts 6 procent van de Nederlandse vrouwen is afgestudeerd in een van die sectoren, tegen 26 procent van de mannen. Innovatiehoogleraar Henk Volberda, die aan het rapport heeft meegewerkt, spreekt zelfs van een moeras op de werkvloer: “Dit kan de in het afgelopen decennium geboekte winst op het terrein van gendergelijkheid tenietdoen.”
Bij Evers roept de uitkomst vooral verbazing op. “Zoals het World Economic Forum het stelt, lijkt het alsof het leeuwendeel van de werkende vrouwen lijdzaam afwacht tot de robot hun kantoorbaan overneemt.” Samen met haar team van promovendi bouwt de hoogleraar als een van de weinige vrouwen in Nederland hard aan robots die sociaal vaardig zijn. Dat wil zeggen: die zich aanpassen aan mensen en de sociale situatie waarin ze moeten werken.
Bij robots denken we misschien vooral aan machines die zwaar fysiek werk van ons kunnen overnemen, maar volgens hoogleraar Evers zijn er straks overal sociale robots die met ons samenwerken. In ziekenhuizen waar ze bedden verschonen, of thuis waar ze kwetsbare ouderen helpen het huis bij te houden. Maar ook in auto’s die communiceren met voetgangers en fietsers, of die samenwerken met mensen op de werkvloer.
Evers ziet dat niet als bedreiging, maar als hulpmiddel voor vrouwen (en mannen).
(AD)