Noodzakelijke leningen niet door wispelturigheid regering
PARAMARIBO – Over de huidige lopende en gecommitteerde leningen van de regering zijn gisteren vragen gesteld door het parlement tijdens de openbare commissievergadering. Minister Gillmore Hoefdraad van Financien wijst erop dat de afgesloten leningsovereenkomsten allemaal een productief karakter hebben. Dit zal ook het geval zijn met de leningen die eventueel nog gesloten en gesanctioneerd zullen worden door het parlement. “Er zijn geen leningen die te danken zijn aan wispeltuur van de regering. Het zijn leningen die te maken hebben met ontwikkelingsprojecten die zo nodig zijn.” De leningen hebben een langdurig karakter, waarvan de aflossingen na 2020 beginnen. De verwachting is volgens hem dat tijdens de grace-periode de economie weer zal aantrekken waardoor het aflossen van de schulden en rentes de operationele verplichtingen van de staatshuishouding niet in problemen brengen. “Wanneer de aflossingen beginnen, zullen die met alle gemak gedragen kunnen worden. Al deze leningen beginnen zich pas af te betalen na 2020.”
Regering en parlement zijn een voorziening aan het treffen om de regering de gelegenheid te geven om in de toekomst leningen aan te gaan om haar beleid uit te voeren. De regering is al aan het einde van het leningenplafond, vandaar de crisismaatregel om te voorkomen dat de Wet op de Staatschuld overtreden wordt. Feit is dat het parlement het laatste woord zal hebben bij het goedkeuren van deze leningen. Vrijdag zal een besluit hierover genomen worden.
Door de oppositionele commissieleden Asiskumar Gajadien (VHP) en William Waidoe (PL) is gesteld dat er nauwelijks behoefte is aan de Wet op de Staatschuld indien deze wordt geamendeerd met een tijdelijke vrijstelling aan de regering. Amzad Abdoel, voorzitter van de Commissie van Rapporteurs (NDP) wijst erop dat de voorgenomen voorziening geen oneindig karakter heeft, maar afgebakend is tot de periode dat het bruto binnenlands product weer stijgt. DNA-voorzitter Jennifer Geerlings-Simons ziet in de voorgenomen crisisvoorziening juist een belangrijke rol weggelegd voor het parlement om meer greep te hebben op de financiering van regeringsprogramma’s.
BC