Malafide deel bedrijfsleven kan zich niet langer verschuilen
PARAMARIBO - De wet Terbeschikkingstelling Arbeidskrachten door Intermediairs is onlangs kamerbreed met 34 stemmen aangenomen door De Nationale Assemblee (DNA). Dit wetsproduct is een volledige nieuwe arbeidswet die zich richt op regulering van uitzendbureaus. In elk geval zal met deze wet het malafide deel van het bedrijfsleven zich niet langer meer kunnen verschuilen achter deze bedrijven. De wet zal moeten voorkomen dat uitzendkrachten uitgebuit worden. Met de aanname van deze wet wordt ingespeeld op de ontwikkelingen en uitdagingen van flexibele arbeid die zijn intrede in Suriname deed sinds de jaren negentig, meldt het Ministerie van Arbeid in een persbericht.
Sindsdien hebben opeenvolgende regeringen de intentie gehad om middels wetgeving grip te krijgen op de ongewenste ontwikkelingen rondom flexibele arbeid. Uitzendwerk als vorm van flexibele arbeid is door de jaren heen steeds meer ten koste gegaan van vast werk en traditionele werkrelaties. Toch benadrukt het Ministerie van Arbeid dat deze wet niet bedoeld is om flexibele arbeid tegen te gaan of te verbieden. Integendeel biedt deze wet perspectieven aan uitzendbureaus en inleenbedrijven om het verschil qua rechtspositie van arbeidskrachten tussen uitzendwerk en vast werk te verkleinen en met een beetje goede wil zelfs te nivelleren. Het fenomeen van uitzendwerk en contractarbeid in ons land vindt zijn oorzaak in de toenemende concurrentie en globalisering in de wereld vanaf het einde van de vorige eeuw. Uitzendwerk is bedoeld als tijdelijk werk, hoge seizoenpieken, of als opstap naar een vaste dienstbetrekking. Echter is gebleken dat puur om winstoogmerk een aanzienlijk deel van de uitzendbureaus en inleenbedrijven, uitzendwerk heeft gebruikt omwille van goedkope arbeidskrachten. Soms gebeurde dit met de bedoeling om vaste werknemers van bedrijven te vervangen. Over het algemeen worden niet eens basale arbeidsrechten toegekend aan uitzendkrachten. Zo ook raken uitzendkrachten steeds weer tussen wal en schip in de driehoekige rechtsverhouding tussen uitzendbureau en inleenbedrijf enerzijds en hen anderzijds.
Het is het ministerie bekend dat bepaalde uitzendbureaus en inleenbedrijven het principe van decent work wel steeds hebben toegepast bij uitzendwerk. Als het aan dat deel lag, was deze wet misschien niet nodig. De wet is vooral bedoeld voor dat deel van bedrijven dat zich slechts focust op maximaal winstbejag, waarbij op grove wijze uitbuiting plaatsvindt van arbeidskrachten. Zogenaamde flexibele werkrelaties met uitbuiting tot gevolg zijn onbeschaafd voor onze samenleving en hebben in de afgelopen twee decennia in ons land een negatieve invloed gehad op het instituut van collectief onderhandelen. Hierdoor is de onderhandelingspositie van werknemers bij loonvorming en secundaire arbeidsvoorwaarden enigszins verzwakt. Ook is gebleken dat niet-traditionele werkrelaties de oprichting van vakbonden hebben bemoeilijkt. Deze negatieve ontwikkeling vormt een dreiging voor de verdediging van de sociale en economische belangen van werknemers. Bovenal vormen werkrelaties gefundeerd op onethische arbeidsvoorwaarden een directe ondermijning van de decennialang opgebouwde harmonische arbeidsverhoudingen in ons land. De wet moet ook gezien worden in het kader van de complete modernisering van de arbeidswetgeving die in overeenstemming gebracht moet worden met standaarden van de Internationale Arbeidsorganisatie en van de Caricom. In dit kader heeft DNA de afgelopen periode al vijf van de zes arbeidswetten die het ministerie heeft aangeboden voor goedkeuring aangenomen. Deze zijn: de Wet op de Collectieve Arbeidsovereenkomst, de Wet Vrijheid Vakvereniging, de Wet op het Arbeidsadviescollege, de Wet Arbeidsinspectie en de Wet Terbeschikkingstelling Arbeidskrachten door Intermediairs. De laatste wet die voor deze fase nog behandeld dient te worden door DNA is: de Wet Arbeidsbemiddeling. Het ministerie wenst te kennen te geven dat al deze wetten na consultatie met het bedrijfsleven en de vakbeweging tot stand zijn gekomen. Het ministerie heeft zich middels de Wet op het Arbeidsadviescollege verplicht de sociale partners te betrekken bij de voorbereiding van arbeidswetten. In het Arbeidsadviescollege hebben zowel de vertegenwoordigers van de werkgevers als vakbeweging volledige inspraak gehad bij de voorbereiding van deze wetten.