Frankrijk: Syrië zat achter gifgasaanval
FRANKRIJK - Frankrijk heeft bewijs dat de Syrische regering achter de aanval zit op 4 april in Khan Sheikhoun. In een rapport staat dat de Franse geheime dienst monsters heeft die uitwijzen dat het om het zenuwgas sarin ging dat in Syrië is gemaakt. Volgens de Franse geheime dienst hebben Sukoistraaljagers van de Syrische luchtmacht die dag zes keer aanvallen uitgevoerd op de plaats in het noorden van Syrië. De Franse minister van Buitenlandse Zaken JeanMarc Ayrault gaf gisteren informatie uit het rapport vrij. Door de gifgasaanval kwamen meer dan tachtig mensen om het leven.
“We weten op basis van een zekere bron dat de manier waarop de genomen monsters zijn gemaakt, typisch is voor de methode die in Syrische laboratoria is ontwikkeld”, zei Ayrault. “Deze methode draagt de handtekening van de regering en dat maakt het voor ons mogelijk om de verantwoordelijke voor de aanval aan te wijzen.”
Volgens de Franse minister konden de monsters worden vergeleken met monsters die na eerdere aanvallen werden genomen. Volgens het rapport denkt de Franse geheime dienst dat alleen de Syrische president Bashar al-Assad en enkele vertrouwelingen opdracht kunnen geven om gifgas te gebruiken. Daarbij zijn jihadisten in de regio niet in staat om gifgas te maken en daarmee aanvallen uit te voeren. De internationale gemeenschap wijst president Bashar al-Assad met de vinger. De Amerikanen hebben als vergelding kruisraketten afgevuurd naar de Syrische luchtmachtbasis van waarop de gifgasaanval zou gelanceerd zijn. Syrië en zijn bondgenoten Rusland en Iran gaan ervan uit dat een wapendepot van de rebellen werd geraakt waarbij gifgas in vrijgekomen.
(HLN)