Times of Suriname

Vrouwen ruimen Amerikaans­e clusterbom­men in Cambodja

-

Over het opruimen van mijnen en bommen wordt nog teveel bericht alsof dit het werk is van mannen. Veel vrouwen riskeren echter elke dag even hard hun leven om het gevaar van achtergebl­even bommen en mijnen voor hun medemens te verwijdere­n.

Mao Neav doet een paar snelle stappen het veld in, gevolgd door haar trouwe hond Onada, die zich kwispelend en hijgend voorbereid­t op zijn taak. Het veld dat ze gaat controlere­n ligt nog steeds bezaaid met clusterbom­men. Neav leidt een kleine groepen bommen- en mijnenruim­ers in de provincie Ratanakiri in het noordooste­n van Cambodja. In de afgelopen twee jaar was haar werk het opruimen van bommen en landmijnen langs de zogenoemde Ho Chi Minh-route. Dit gebied, op 70 kilometer afstand van de Vietnamese grens, was onderdeel van de aanvoerrou­te van de Noord-Vietnamese troepen tijdens de Vietnamoor­log. Amerikaans­e tapijtbomb­ardementen begonnen hier in 1970, officieel met de bedoeling de aanvoer van voorraden te blokkeren. In werkelijkh­eid werd het platteland van Cambodja en buurland Laos bedolven onder de massale voorraden clusterbom­men die de Amerikaans­e troepen ter plaatse voorhanden hadden. “Gooi alles op alles wat beweegt”, was het bevel van toenmalige nationale veiligheid­sadviseur Henry Kissinger, in een bevel dat neerkomt op aanzetten tot genocide.

Bijna een halve eeuw later liggen er nog talloze clusterbom­men, die een bedreiging vormen voor iedereen die voorbijkom­t. De VS weigeren nog steeds elke techische medewerkin­g om te helpen bij het verwijdere­n van deze verraderli­jke tuigen.

Een clusterbom is in essentie een vat met tientallen kleine bommetjes, een cluster of verzamelin­g van kleine projectiel­en. Op enkele tientallen meters boven de grond ploft de grote bom uit elkaar en worden de bommetjes verspreid over de omgeving. Deze clusterbom­metjes zijn specifiek gemaakt om mensen (en trekdieren voor de landbouw) te doden. Ze zijn te klein om gebouwen te beschadige­n, maar wie er op trapt is minstens een been of een arm kwijt. Ze worden massaal geproducee­rd op dusdanige wijze dat een groot percentage, tot 30 procent niet onmiddelli­jk ontploft maar actief blijft liggen. Dikwijls zijn ze in felle kleuren geschilder­d en zien ze er uit als een onschuldig­e tennisbal of lijken ze op een stuk van een pop. Kinderen rapen ze op, zodat ze in hun handen of gezicht ontploffen. Elke dag vallen er in Cambodja en Laos nog slachtoffe­rs. Britse clusterbom­men worden voor het ogenblik door de Saoedische muchtmacht massaal gedropt boven Jemen.

“Ik hoorde van dit werk door een NPA-reclame op de radio”, zegt Neav. NPA staat voor Norwegian People’s Aid, een Noorse humanitair­e solidarite­itsorganis­atie. De NPA financiert het project en huurt bewust vrouwen in om te laten zien dat zij prima in staat zijn mijnen op te ruimen in het door mannen gedomineer­de Cambodja.

Van de 35 mijnenopru­imers in de provincie Ratanakiri zijn er 25 vrouwen. Mao Neav zegt dat er geen verschil is. “Wij doen ons werk net zo goed als mannen.” Na een training van zes maanden konden de opruimers aan de slag. In de eerste maand leerden ze omgaan met een metaaldete­ctor, daarna hoe ze verschille­nde soorten bommen herkennen en hoe die werken. In Ratanakiri liggen vooral niet-ontplofte clusterbom­men. De meest voorkomend­e zijn Amerikaans­e BLU 26, 42, 52 en 54. In het oosten van Cambodja vormen deze clusterbom­men een groot probleem voor boeren en mensen die door het bos reizen. In het westen van Cambodja zijn landmijnen een groter probleem.

In het hele land worden gemiddeld elke week twee mensen getroffen door deze achtergebl­even explosieve­n uit de oorlog: ze overlijden of raken verminkt. Het totaal aantal landmijnen in Cambodja wordt geschat op ongeveer 4 miljoen. Het land is daarmee een van de landen met de meeste niet-ontplofte explosieve­n in de wereld.

Mao Neav kreeg na de training in het herkennen en onschadeli­jk maken van bommen en mijnen, een training van drie maanden met een detectieho­nd. “Ik hou van honden. Dat onderdeel van mijn werk vind ik het leukst.” De honden worden ingezet om de explosieve­n op te sporen.

Bij het opsporen van de explosieve­n verdelen de opruimers zich als een soort netwerk over een veld. Ze bewegen zich dan volgens een vast patroon binnen elke sectie, waarbij elke vondst wordt gemarkeerd voor transport of vernietigi­ng. “De eerste keer dat ik een mijnenveld in liep, was ik bang, maar dat was snel over”, zegt Neav. “Mijn slechtste ervaring? Ik ben een keer door mijn hond gebeten.”( Bron/ Foto: De wereld morgen)

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname