Uitzetbeleid faalt
AMSTERDAM - De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) heeft vorig jaar twee keer zoveel asielhoppers betrapt als een jaar eerder. Toch krijgt Nederland maar geen grip op mensen die in meerdere EU-lidstaten asiel aanvragen. Want voor ze kunnen worden teruggestuurd, is het merendeel met de noorderzon vertrokken.
Dat blijkt uit cijfers die het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft verzameld op verzoek van De Telegraaf. Het lukt de IND steeds beter om mensen te betrappen op het dubbel aanvragen van een verblijfsstatus, maar daarna staat de dienst vaak machteloos.
Dit gat in het asielbeleid is een van de oorzaken dat migranten uit veilige landen als Albanië en Marokko ongestoord kunnen asielhoppen in heel Europa. Daarbij gebruiken sommigen het asielzoekerscentrum als uitvalsbasis voor rooftochten. Met name in Limburg en Groningen was vorig jaar veel overlast. Ook als mensen kansloos zijn voor asiel, verblijven ze hangende de procedure maandenlang in de Nederlandse opvang.
Vorig jaar is het aantal mensen dat betrapt werd op asielhoppen verdubbeld. Het ging in 2016 om ruim tienduizend personen, tegen 4800 vorig jaar. In meer dan twee derde van deze zaken ging het land waar de eerste aanvraag werd gedaan, akkoord met het terugnemen van de asielzoeker. Maar daar blijft het vaak bij, omdat mensen zelf de biezen pakken.
De meeste asielhoppers zijn teruggestuurd naar Duitsland. Dat land vormt met Italië, Frankrijk, Hongarije en Zwitserland de topvijf. Deze vijf waren goed voor bijna 8000 zaken. Daarvan werden er ruim 5700 goedgekeurd door het eerste land, maar toch gingen maar 1350 migranten daadwerkelijk terug naar het land waar ze voor het eerst asiel aanvroegen. De meeste mensen zijn voor het zover komt met onbekende bestemming vertrokken. Ze vertrekken naar andere landen om daar opnieuw asiel aan te vragen, of verdwijnen in de illegaliteit. Dat geldt niet voor alle mensen van wie de overdracht is goedgekeurd. “Een deel wacht nog een beroepsprocedure af.”
Sommige migranten willen niet terug naar het land waar ze voor het eerst asiel aanvroegen, omdat de opvang daar veel slechter is. Dat geldt bijvoorbeeld voor Hongarije. Dat land gaf toestemming aan Nederland om 190 mensen terug te sturen, maar slechts tien kwamen daadwerkelijk aan. Dit heen en weer sturen van asielhoppers mag op grond van het Dublinverdrag, waar Schengenlanden aan meedoen, maar ook bijvoorbeeld Zwitserland en Noorwegen. De lidstaten mogen ook asielzoekers terugsturen naar Nederland, wanneer die hier eerst aanklopten voor verblijf. Dat gebeurt aanmerkelijk minder, omdat Nederland geen bootvluchtelingen kent, zoals bijvoorbeeld Italië. De vijf landen die de meeste claims op Nederland legden (in totaal 2670) stuurden slechts 180 migranten daadwerkelijk naar Nederland. Volgens PVV-Kamerlid Fritsma is Nederland te laks met het terugsturen van asielhoppers. “Dat zorgt er ook voor dat de criminaliteitsgolf die met de asielinstroom meekomt, niet verdwijnt. Zelfs migranten die hier niets te zoeken hebben, kunnen immers vrijuit hun gang gaan.” Een woordvoerder van staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) erkent dat het systeem niet werkt zoals het zou moeten.
(De Telegraaf)