Officier vraagt uitstel gezien situatie OM

PARAMARIBO - Officier van justitie Shanta Mahadew vroeg gisteren uitstel in alle strafzaken die zij op de rol had. Zij voerde aan dat door de situatie waarin het Openbaar Ministerie (OM) als instituut is komen te verkeren, zij niet in staat zal zijn strafzaken te kunnen doen. Voor wat betreft verrichtingen in zaken die zij moest plegen, zou zij die ook niet kunnen doen. De officier kwam tot haar verzoek vanwege het feit dat de regering het vertrouwen in de procureur-generaal heeft opgezegd.

Advocaat Irvin Kanhai reageerde hierop namens de advocatuur, dat advocaten voor de belangen van de verdachten opkomen. Hij beweert geen kennis te dragen over de toestand waarin het instituut verkeert, maar is van mening dat dit niet een grond mag zijn om de belangen van de verdachten te schaden. Hij spreekt van een emotionele situatie van waaruit de officier praat. Volgens hem gaat het om zaken waarbij voor verdachten een dwangmaatregel van toepassing is. Naar zijn zeggen is er geen sprake van overmacht waarmee een verdachte rekening heeft te houden en de emotionele situatie van het instituut mag niet in het nadeel van een verdachte werken. Daarbij haalde Kanhai artikel 259 van het Wetboek van Strafvordering aan, waarin staat dat een onderzoek zoveel mogelijk onafgebroken wordt voortgezet. Bij de schorsing van een zaak voor langer dan drie maanden moet een verdachte in vrijheid worden gesteld. Hij vindt dat bij het OM privébelangen spelen. Rechter Siegline Wijnhard zegt dat de vervolgingsambtenaar de reden waarom zij niet in staat is de zitting te houden kenbaar heeft gemaakt. Voor haar was er daarom geen andere keus, dan de zaken van de officier uit te stellen. De magistraat was het niet eens met de advocaat, dat zaken langdurig worden uitgesteld. De officier bleef gisteren de pleidooien van de advocaten in hun zaken wel aanhoren.

WJ