Anansi verkleedt zich als Amerikaan
Het was alweer een tijdje geleden dat Anansi door listige streken aan eten was gekomen. Dag en nacht dacht hij weer aan kippen- en eendenboutjes. Toen een Amerikaans schip de haven van Paramaribo binnenliep, sloot Anansi vriendschap met de kapitein. Iedereen praatte over die Amerikanen, bijna iedereen ging kijken naar die buitenlandse boot, en met welk verhaal kwam Anansi thuis? Dat hij had kennisgemaakt met de hoogste man van dat Amerikaanse schip; niet zomaar met een bemanningslid, nee, met de kapitein. Ze hadden de hele middag samen gedronken - whisky! een echt Amerikaans drankje! - en nu had Anansi de kapitein uitgenodigd om bij hem thuis te komen.
“Wat moeten we met zo’n man”, protesteerde Ma Akoeba.
“Hem gastvrij onthalen, wat anders”, vond Anansi. “Wat moet ik tegen hem zeggen, ik ken geen Engels”, zei Ma Akoeba boos.
“Maar Engels kent jou”, grapte Anansi.
“Ik heb hem verteld hoe lekker jij kunt koken. Yes or no?”
“Ook dat nog, er is niets in huis.”
“Daar vind je wel wat op”, zei Anansi vol vertrouwen. “Ik ga een fles whisky zoeken.”
En hij verliet het huis om er terug te keren als... Amerikaan: witte broek, kakelbont hemd, zeemanspet, zonnebril met zwarte glazen.
“Hello, joe Anansi waif?”
“Yes, yes,” stamelde mevrouw Anansi en zij nodigde hem met een handgebaar uit om binnen te komen. “Maak licht!” schreeuwde zij zenuwachtig tegen haar kinderen.
“No, no licht!” beval de Amerikaan. “Joe no si mai ai siki”, en hij wees naar zijn donkere zonnebril. Ma Akoeba haalde opgelucht adem, ze kon bijna alles verstaan, hij had zieke ogen! Dat Engels leek op Surinaams. Dus legde zij in het Surinaams uit dat Anansi een fles whisky was gaan halen en dat zij een