ESO geeft één van de grootste opnames ooit vrij
Op de 2,3 gigapixelfoto vechten ontelbaar veel sterrenstelsels om de aandacht. Op een foto schittert het Fornaxcluster. Het is volgens ESO “één van de rijkst en dichtstbijzijnde samenscholingen van sterrenstelsels in de Melkweg.”
Het cluster bestaat uit ontelbaar veel sterrenstelsels. Sommige van die stelsels zijn slechts een stipje op de foto. Anderen treden meer op de voorgrond. Eén van de sterrenstelsels die de aandacht trekt, is NGC 1316. Het sterrenstelsel heeft een veelbewogen leven achter de rug. Zo is het ontstaan door het samensmelten van meerdere kleine sterrenstelsels. Die samensmeltingen hebben niet alleen de structuur van het stelsel op de schop genomen, maar ook geleid tot een instroom van gas waar het superzware zwarte gat in het hart van NGC 1316 wel raad mee weet.
NGC 1316 is in de ogen van onderzoekers ook interessant omdat het vier supernova’s van type Ia herbergt. Deze supernova’s kunnen gebruikt worden om de afstand tussen ons en het sterrenstelsel te bepalen. In dit geval komt die afstand uit op zo’n 60 miljoen lichtjaar. De prachtige opname van NGC 1316 en omgeving is gemaakt door de VLT Survey Telescope in Chili. (Scientias.nl/Foto:scientias. nl)
Waar komt die angst vandaan? Sommige onderzoekers denken dat het aangeleerd gedrag is. We zien als kind hoe onze moeder een gilletje slaakt als ze een spin in de hoek van de keuken ontwaart en het leed is geschied. Andere onderzoekers vermoeden dat het aangeboren is. Hoe het precies zit, bleef echter in nevelen gehuld. Want de meeste experimenten naar arachnofobie maakten gebruik van volwassenen en/of oudere kinderen. En als er al kinderen deelnamen, werd er alleen gekeken of zij spinnen sneller spotten dan andere organismen of objecten en niet of zij een lichamelijke angstreactie vertoonden zodra zij een spin zagen.
Duitse en Zweedse onderzoekers brengen daar nu echter verandering in. Zij zijn gaan experimenteren met echt jonge proefpersonen: kinderen van zes maanden oud. En die experimenten wijzen uit dat zelfs deze jonge kinderen een stressreactie vertonen zodra zij een spin zien. En dat gedrag kan volgens de onderzoekers onmogelijk aangeleerd zijn. Want de baby’s zijn nog heel immobiel en hebben dus weinig gelegenheid gehad om te leren dat spinnen gevaarlijk kunnen zijn.
Er is volgens de onderzoekers dan ook maar één conclusie mogelijk. “Wij concluderen dat angst voor slangen of spinnen een evolutionaire oorsprong heeft”, aldus Hoehl. De reacties die in het brein ontstaan als we een spin of slang zien, al is het maar op een foto, stellen ons in staat om deze organismen extra snel te identificeren en er dus ook snel op te reageren. Door