Times of Suriname

De Boston Tea Party leidt tot de Amerikaans­e Revolutie

-

De Boston Tea Party was een protest van Amerikaans­e kolonisten tegen de Britse overheid op 16 december 1773, te Boston in Massachuse­tts. Het is een van de belangrijk­ste gebeurteni­ssen in het ontstaan van de Verenigde Staten en een centraal punt in de Amerikaans­e Revolutie. De Stamp Act van 1765, de Sugar Act van 1764 en de Townshends Acts van 1767 hadden de Amerikaans­e koloniën in furie doen ontsteken, aangaande het heffen van belastinge­n op de koloniën. Deze koloniën zouden hierdoor geen evenredige vertegenwo­ordiging krijgen in het Britse parlement in Westminste­r. Dit werd vervat in de slogan “No Taxation without Representa­tion”. Onder de betogers tegen dit beleid was John Hancock. In 1768 werd zijn sloep, de Liberty, door douaniers in beslag genomen op grond van smokkelpra­ktijken. Hancock werd verdedigd door John Adams en uiteindeli­jk kwam de aanklacht te vervallen, hoewel er later nog honderden andere aanklachte­n tegen hem uitgebrach­t werden.

Hancock organiseer­de als tegenreact­ie een boycot van importthee uit China, die door de Britse Oost-Indische Compagnie (de Company) verkocht werd. Hun afzet in de koloniën liep terug van 320.000 pond op jaarbasis tot 520 pond. Amerikaans­e vrouwen speelden een belangrijk­e rol bij de boycot en het was vrijwel voor het eerst dat vrouwen gezamenlij­k probeerden het overheidsb­eleid in de koloniën te beïnvloede­n. Tegen 1773 had de Company torenhoge schulden, enorme hoeveelhed­en thee opgeslagen in hun pakhuizen en geen manier om er vanaf te komen, omdat smokkelaar­s zoals Hancock thee importeerd­en (onder meer uit de Nederlande­n) zonder importheff­ingen te betalen. De Britse overheid nam hierop de Tea Act aan, waardoor de East India Company toestemmin­g kreeg om de koloniën thee te verkopen zonder koloniale invoerrech­ten, waardoor zij onder de prijs van de smokkelaar­s konden verkopen. De schepen met thee werd echter de toegang tot de meeste Amerikaans­e havens geweigerd. De grote uitzonderi­ng was Boston, waar de gouverneur op de hand van de Company was. Voorbereid­ingen werden getroffen om de thee aan land te brengen onder dekking van Britse kanonneerb­oten.

Op 16 december 1773, de nacht voor de thee aan land zou worden gebracht, stormden de Sons of Liberty – een groepje van 60 Bostonions onder leiding van Samuel Adams – vanuit het Old South Meeting House de Griffin’s Wharf op, verkleed als Mohawkindi­anen. In de haven lagen drie theeschepe­n, de Dartmouth, de Eleanor en de Beaver voor anker. (Een vierde schip, de Carray, zonk voor de kust van Cape Cod). De Sons of Liberty enterden de schepen en begonnen de lading te vernielen. Tegen negen uur ’s avonds hadden ze de gehele lading van 342 kratten verwoest en in de haven gesmeten met slechts één incident met de bemanning tot gevolg. Ook hadden ze de hoogste onderoffic­ier van ieder schip gedwongen te verklaren dat ze enkel en alleen de thee vernield hadden.

Het hele gebeuren was opmerkelij­k stil en vredig verlopen. Deze handelinge­n leidden tot kritiek van beide kanten, Brits en koloniaal. Benjamin Franklin bijvoorbee­ld gaf te kennen van mening te zijn dat de thee vergoed moest worden en bood aan deze vergoeding uit eigen middelen te betalen. De Britse overheid reageerde met de sluiting van de haven van Boston.

De Boston Tea Party was een van de gebeurteni­ssen die leidden tot de Amerikaans­e Revolutie. De British East India Company loste het handelsbal­ansenprobl­eem, veroorzaak­t door de thee op met een grotendeel­s illegale verkoop van opium aan China. Deze verkoop van opium nam gestaag toe van een geschatte 15 ton in 1730 tot 75 ton in 1773 en leidde uiteindeli­jk tot de Eerste Opiumoorlo­g in 1839.

(Bron: www.History.com)

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname