Overstap van stroompalen naar ondergronds netwerk uitdaging voor EBS
PARAMARIBO - De modernisering van het stroomnetwerk is in de planning bij de NV Energie Bedrijven Suriname (EBS). Directeur Rabin Parmessar staat niet onwelwillend bij het overstappen tot een ondergronds netwerk, waardoor stroompalen langs de openbare weg niet meer noodzakelijk zijn. De rehabilitatie van de Zwartenhovenbrug- en Coesewijnestraat, die momenteel in volle gang is, leent zich op dit moment goed voor, om de stroomkabels direct onder de grond te plaatsen.
Het voorstel is voorgelegd aan het Ministerie van Openbare Werken, Transport en Communicatie (OWT&C) en het wachten is op het beleid van de regering daarover. Het gaat volgens Parmessar om een dure onderneming die voor- en nadelen heeft.
Een van de voordelen is dat er minder stroompalen geramd worden door autobestuurders. Op jaarbasis gaat het om meer dan 300 palen die kapotgereden worden door autobestuurders. De aankoop en reparatie kosten het stroombedrijf bommen geld. Door ondergrondse bedrading komt ook bij kijken dat er meer ruimte is om wegen te verbreden.
De nadelen wegen volgens Parmessar echter ook even zwaar. “Ondergronds kost vier tot vijf keer duurder. Als je stroomstoringen hebt, dan gaat het ook langer duren om erachter te komen waar en om die te repareren”, zegt de EBSbaas desgevraagd aan Times of Suriname.
Dit is volgens hem ook de reden waarom grote en financiële sterke elektriciteitsbedrijven in de wereld ook niet hun totaal netwerk ondergronds hebben lopen. “Heel wat delen zijn nog bovengronds. Grote delen van Amerika zijn nog bovengronds. In dichtbebouwde gebieden, zoals Centrum-Paramaribo, zou dat aan te bevelen zijn. Ik noem maar iets: ‘Gebieden die dichtbevolkt zijn, kun je aanpakken, maar het kan ook achter Para en Brokopondo zijn.’ Dan speelt financiën ook een rol.”
Over die financiële slagkracht beschikt de EBS momenteel niet, maar Parmessar zegt in ieder geval wel warm te lopen voor ondergrondse stroombedrading in bepaalde verzorgingsgebieden. Efficiënt zou zijn om dit direct mee te nemen bij nieuwe projecten voor wegenbouw en herstel. “Dus het is een politieke keus, maar ik kan me voorstellen dat als je de middelen niet hebt, dan kun je wel willen, maar niet doen.” BC