15 februari: Wereld Kinderkanker Dag
PARAMARIBO – 15 februari is het Wereld Kinderkanker Dag. Jaarlijks hebben wereldwijd 250.000 kinderen en jongeren kanker, waarvan 100.000 de ziekte uiteindelijk niet overleven. Op Wereld Kinderkanker Dag wordt stilgestaan bij alle kinderen met kanker. Kanker bij kinderen werpt een schaduw over de kindertijd van het kind en zijn omgeving. Zo leven zij tijdens de ziekte voor langere tijd gescheiden van familie, vriendjes en klasgenoten. Met de jaarlijks terugkerende dag wil men het bewustzijn over kinderkanker verhogen en ondersteuning geven aan kinderen met kanker, overlevenden en hun families.
Circa 80% van de kinderen en jongeren met kanker woont in ontwikkelingslanden. Om de overlevingskansen van kinderen met kanker in ontwikkelingslanden te verbeteren, initieerde geneesmiddelenontwikkelaar Sanofi ruim tien jaar geleden My Child Matters. Dit partnerschap tussen de UICC (Union for International Cancer Control) en de Sanofi Espoir Foundation wil ongelijkheid in de zorg wegnemen. Financiële ondersteuning en het inzetten van kennis en middelen moeten de toegang tot goede zorg verbeteren. Zo krijgen zorgprofessionals training en is er psychologische ondersteuning voor kinderen met kanker en hun familie. My Child Matters ondersteunde de afgelopen tien jaar 45 projecten in 33 landen op drie continenten (Afrika, Azië en Latijns-Amerika). Hierbij zijn 16.000 zorgverleners getraind, 25.000 families geholpen en 50.000 kinderen behandeld. In januari dit jaar lanceerde Sanofi in Davos samen met 21 geneesmiddelenbedrijven, de Wereldbank en de UICC het Access Accelerated Initiative (AAI). Het AAI wil de impact van niet-overdraagbare ziekten zoals kanker, in landen met lage en midden inkomens met een derde verminderen in 2030. My Child Matters is een van de vier programma’s waarmee Sanofi deelneemt aan het Access Accelerated Initiative. Het voorkomen van kankervormen bij kinderen is niet hetzelfde als bij volwassenen. Bij kinderen komen leukemie en tumoren van het centrale zenuwstelsel het meeste voor. Van alle jonge kankerpatiëntjes had in 1999 30% leukemie en 20% kanker van het centrale zenuwstelsel ten opzichte van respectievelijk 7 en 4% bij volwassenen.
Kanker is een aandoening die wordt gekenmerkt door de onbeheerste groei van weefsels door een aanhoudende celdeling. Gezonde cellen in het lichaam delen (prolifereren) enkel wanneer dat nodig is, zoals wanneer bepaalde organen aan vernieuwing of herstelling toe zijn. Tijdens deze celproliferatie krijgen de cellen ook een specifieke vorm en grootte, afhankelijk van hun functie, wat we kennen als celdifferentiatie. Deze deling en differentiatie staat onder invloed van verschillende factoren: de uitwendige factoren (hormonen, chemische stoffen, virussen, ...) en de inwendige signalen (eiwitten die ontstaan onder invloed van specifieke regelgenen binnen de cel). Beide typen factoren kunnen zowel een stimulerende als een remmende invloed op de celdeling uitoefenen. In het geval van de inwendige signalen spreken we van cellulaire groeifactoren of groeiremmers. Wanneer één of meerdere cellen ontsnappen aan deze regulerende mechanismen kan daaruit een lokaal gezwel of tumor ontstaan. Bij de ontregeling van het complexe samenspel van groeibevorderende en groeiremmende factoren in het voordeel van de groeistimulatie kan er celwoekering optreden. De delende cellen (nieuwgroei of neoplasie) hebben vaak hun normale vorm en functie verloren. We spreken pas echt van een kanker in het geval van de kwaadaardige (of maligne) tumoren. Deze zijn, in tegenstelling tot goedaardige (of benigne) tumoren, in staat om het orgaan waarin ze zijn ontstaan, te vernietigen en niet enkel te beschadigen. Bovendien kunnen ze zich verspreiden: door een invasie van de omgeving kunnen ze uitgroeien tot in het omringende weefsel. Eventueel kunnen ze zich ook uitzaaien via de bloed- en lymfestroom en zo in andere organen terechtkomen.