Verdachte 430 kilo drugszaak voert uitgebreid laatste woord
PARAMARIBO – Antonius S was gisteren in zijn laatste woord in de 430 kilo drugszaak langer dan een halfuur bezig. Hij wordt verdacht van poging tot uitvoer van het verboden spul in een graafmachine. Hij vindt dat het Openbaar Ministerie (OM) ontlastend materiaal niet noemde of half onderzocht. Antonius S zegt dat de verdediging om contra-expertise vroeg, maar dat kon niet, omdat de drugs reeds verbrand waren. Er waren slechts monsters genomen. In zijn bijzijn werden niet de volledige drugs bemonsterd; slechts vijftig pakketten. “Ik had het recht om erbij te zijn.” De verdachte zegt verder dat hij in Nederland alles kwijt is. Hij zegt dat zijn appartement is verkocht, waardoor hij een verlies lijdt van 130.000 euro. Hij kreeg voorts in de cel te maken met een gebroken arm. Een medearrestant sloeg hem met een kruk aan zijn arm. Antonius S vertelt dat hij al drie jaar geen contact heeft met zijn twee kinderen. Hij vroeg om zijn vrijlating. Hij zegt in 2014 in totaal 75 dagen in Suriname te zijn geweest. Hij deed een marktonderzoek en sprak met familie V over de import van tractoren en motoren. Er zou een brief zijn geschreven door iemand uit de familie V over de mogelijkheden tot import van motoren waarin de verdachte zou kunnen voorzien. De verdachte vindt dat het OM deze brief niet in het geding bracht, terwijl die wel in zijn telefoon was. Antonius S vertelt verder over een loods in Nederland die op slot ging. In Nederland kwam nooit iemand in zijn loods. In Suriname had hij ook een loods waarvan hij de sleutels buiten hing. Hij nam de sleutels niet mee naar Nederland, waardoor mensen in de loods gingen om de zekering te wisselen. Hij importeerde de graafmachine, waarin echter drugs zijn onderschept, voor 48.000 euro, terwijl met herstel ervan de kosten kwamen op 58.000 euro. Als hij die in ons land zou verkopen voor 40.000 euro zou hij een verlies lijden van 18.000 euro. Bij export kwamen de kosten van de graafmachine op 70.000 euro. Hij vindt dat verschillende onderzoeken niet zijn gedaan. De officier van justitie vindt dat het juist kan zijn dat bedragen op door raadsman Raoul Lobo overhandigde afbeeldingen van graafmachines ver beneden de marktwaarde zijn. Volgens Lobo had zijn cliënt daarom geen andere keus dan de machine uit te voeren om in het buitenland te verkopen. De vervolgingsambtenaar vindt echter dat de waarde van een graafmachine ook wordt vastgesteld aan de hand van de conditie ervan. Zij vindt dat dit niets afdoet aan het bewijs. Op 25 april doet de rechter uitspraak.
WJ