Vertrek Pechtold mokerslag voor coalitie
DEN BOSCH - Het vertrek van Alexander Pechtold stort de coalitie in een onzeker avontuur. In de recente geschiedenis luidde het opstappen van een leider van een regeringspartij al eens het einde in van een kabinet. Juist bij D66, dat bekend staat als de zwakste schakel in Rutte III, kan een leiderschapswissel de stabiliteit van de coalitie in gevaar brengen.
Ego’s, profileringsdrang of ronduit een gebrek aan ervaring kunnen voor bokkensprongen zorgen in een partij. Hoe reëel dat is bleek zaterdag al meteen na de aankondiging van Pechtold dat het mooi geweest was met zijn leiderschap.
Nog geen uur na de staande ovatie voor Pechtold zeiden zowel Kamerleden Jan Paternotte als Sjoerd Sjoerdsma voor de Journaalcamera’s niet uit te sluiten dat ze fractievoorzitter willen worden. Als een apenrots zonder gorilla. Het getalenteerde Kamerlid Rob Jetten was terughoudender. Pechtold, die tot dinsdag nog de D66-scepter zwaait, vocht op exact dat moment nog tegen zijn emoties. Hij rookte een sigaret om de hoek van de Brabanthallen, waar hij in select gezelschap uit de doeken deed hoe verrast mensen die dag reageerden op zijn vertrek.
Premier Mark Rutte kreeg ‘s ochtends al telefoon van de D66-leider. Hij wist even niet wat hij moest zeggen. Natuurlijk, Binnenhofbewoners wisten dat Pechtold lang in het zadel zat en dat zijn afscheid elke dag dichterbij kwam. De commotie rond het geschonken appartement en de publicaties rond zijn privéleven sloegen in. Toch hield hij publiekelijk vol dat men nog wel even moest wachten op zijn adieu. Toen wist hij al dat hij weg zou gaan. Pechtold belde zaterdag de ene na de andere coalitieleider, had zich voorgenomen om het kort te houden, maar hing voor hij het wist al weer een uur aan de telefoon met de mensen waar hij soms jaren mee heeft samengewerkt. In goede en in slechte tijden, zeer intensief, zeker rond de totstandkoming van Rutte III. (De Telegraaf)