Dag van de Evolutie
Op de Dag van de Evolutie wordt jaarlijks op 24 november stilgestaan bij het verschijnen van het boek
‘The Origin of Species’ van de Britse bioloog Charles Darwin. In het boek zet Darwin zijn evolutietheorie uiteen. Die stelt dat al het leven op aarde een gemeenschappelijke afstamming heeft, en dat natuurlijke selectie het belangrijkste mechanisme is voor de evolutie van soorten.
soorten
Charles Robert Darwin was een Engelse autodidact op het gebied van natuurlijke historie, biologie en geologie. Darwin ontleent zijn roem aan zijn theorie dat evolutie van soorten wordt gedreven door natuurlijke selectie. Het bestaan van evolutie werd omstreeks 1850 al door een groot deel van de wetenschappelijke gemeenschap geaccepteerd. De acceptatie van natuurlijke selectie als aandrijvend mechanisme liet langer op zich wachten, maar is tegenwoordig onomstreden. Darwin werd gelovig opgevoed en opgeleid volgens de filosofie van de toen in Engeland gangbare natuurlijke theologie, die religie en wetenschap wilde verenigen. Dankzij de waarnemingen en ontdekkingen die hij in de loop van zijn leven deed, ging hij echter steeds meer twijfelen zowel aan deze gangbare ideeën over soortvorming als aan zijn persoonlijke geloof. Tijdens een onderzoeksreis met het schip de Beagle (1831-1836) bezocht Darwin Zuid-Amerika, Australië, het zuiden van Afrika en diverse eilandengroepen in de Grote en Indische Oceaan. Op al deze plekken bestudeerde hij de plaatselijke dieren, planten, fossielen en geologie. Een groot deel van zijn verdere leven was gewijd aan het onderzoeken en classificeren van de op zijn reis verzamelde voorwerpen en het was dankzij dit onderzoek dat hij op zijn theorie over het ontstaan van soorten kwam. Darwins werk betekende een paradigmaverschuiving en een wetenschappelijke revolutie, die een grote invloed had op maatschappij, filosofie en religie. De acceptatie van de evolutie van soorten had als gevolg dat de mens als een diersoort, een onderdeel van de natuur, in plaats van als een boven de natuur staande levensvorm moest worden beschouwd. Darwins evolutietheorie vormt tegenwoordig, samen met de erfelijkheidsleer van Mendel, de basis van alle biologische theorie.
Evolutie is het biologische begrip waarmee het proces van verandering in alle vormen van leven van generatie op generatie wordt aangegeven. Evolutie kan worden gedefinieerd als de geleidelijke verandering in populaties door overerving met variatie en natuurlijke selectie. Evolutiebiologie is het vakgebied dat de manier bestudeert waarop, en de oorzaken waardoor evolutie optreedt. De evolutietheorie is de natuurwetenschappelijke verklaring voor de evolutie van het leven en voor de verscheidenheid aan soorten op Aarde. Door middel van genen erft een organisme de erfelijke eigenschappen en daardoor de kenmerken van zijn ouder(s). Mutaties (veranderingen in het genoom) kunnen als gevolg hebben dat nieuwe eigenschappen ontstaan in de nakomelingen
De oorsprong der
van een organisme. Als een nieuwe eigenschap een organisme voordeel biedt, zal dit organisme een grotere kans op overleven en op nageslacht hebben. Dit mechanisme heet natuurlijke selectie en heeft als gevolg dat eigenschappen die voordeel bieden vaker voor zullen komen in een populatie. Over veel generaties kan een populatie zoveel nieuwe eigenschappen verkrijgen dat het onder geschikte omstandigheden een nieuwe soort wordt. De eerste editie van het boek verscheen op 24 november 1859 onder de titel: On The Origin of Species by Means of Natural Selection, or the Preservation of Favoured Races in the Struggle for Life. Vergelijkbaar met Darwin Day op 12 februari, waarop de geboortedag van Charles Darwin wordt gevierd. Beide dagen zijn bedoeld om het grote publiek bekend te maken met de evolutionaire biologie en het werk van Charles Darwin. (Bron: Beleven)