Frankrijk maakt zich op voor nieuw hoofdstuk in benzine-opstand
FRANKRIJK - Frankrijk gaat een nieuwe dag met veel overlast tegemoet. Zaterdag worden weer door heel het land benzineprotesten gehouden met wegblokkades. Het hoogtepunt moet plaatsvinden onder de rook van de Eiffeltoren in Parijs. Daar mag van de autoriteiten een manifestatie worden gehouden worden, op de Champ-de-Mars bij de Eiffeltoren.
De zogeheten Gilets jaunes (Gele hesjes) wilden aanvankelijk elders in Parijs betogen, op de Place de la Concorde. Maar die plek is volgens de autoriteiten te risicovol, vlakbij het Elysée, het presidentiële paleis. Bovendien is Concorde een té strategische plek om vol te laten stromen met tot op het bot gemotiveerde actievoerders.
Minister van Binnenlandse Zaken Christophe Castaner vindt de grasvlakte onder de Eiffeltoren wel acceptabel. “Er is tenslotte in dit land het recht om te demonstreren.” Hij voegde daar meteen dreigend aan toe dat er ‘een grote politiemacht’ gereed staat om in te grijpen als dat nodig is. “Bij rellen zal onder pardon worden opgetreden.” Castaner is van mening dat er sprake is van ‘totale ontsporing en radicalisering’. President Macron zweeg tot nu toe over de acties. Dinsdag, zo meldt het Elysée, komt het Franse staatshoofd met aanvullende maatregelen in de hoop de rust terug te brengen in het land.
De acties zijn aan de gang sinds vorige week zaterdag. Uit protest tegen de hoge brandstofprijzen (de Franse regering verhoogt met name het accijns op diesel om de Fransen ertoe te bewegen schoner te rijden) blokkeerden actievoerders op zo’n 2000 punten de wegen. Bijna 300.000 Fransen bevolkten de blokkades. Bij de acties - die de dagen erna verder gingen - vielen tot nu toe twee dodelijke slachtoffers, raakten bijna 700 mensen gewond en werden ongeveer evenveel arrestaties verricht. Woensdagavond beleefde een Nederlandse chauffeur - een man met meer dan 25 jaar ervaring - de angstigste uren uit zijn carrière toen zijn truck werd aangevallen door een joelende meute met bivakmutsen. Priscilla Lodosky plaatste de eerste oproep tot de actie op Facebook. Ze woonde een eind buiten de stad en was aangewezen op haar auto om te gaan werken of boodschappen te doen. ‘Ik zie mijn koopkracht achteruit hollen’, schreef ze. Dat werd herkend. En de dure brandstof veranderde voor velen al in een algemeen verzet tegen de te hoge belastingen. “Wat we aan de ene kant verdienen, wordt ons via de belastingen weer afgepakt”, is de teneur op de blokkades. De benzine is te duur (de laagste prijs voor een liter euro loodvrij is in Frankrijk nog altijd zo’n 10 cent goedkoper dan in Nederland, alleen diesel is er duurder), belastingen zijn te hoog en de pensioenen te laag. Dat alles resulteert in een lagere koopkracht, of op z’n minst het gevoel dat de koopkracht afneemt. En dat gevoel wordt onderbouwd door cijfers, blijkt uit onderzoek van het Franse bureau voor de statistiek OFCE. Volgens de statistici ging een Frans huishouden tussen 2008 (het begin van de crisis) en 2016 er gemiddeld 440 euro per jaar op achteruit. “Tot de crisis ging iedereen er gemiddeld wel iets op vooruit. Dat hield op in 2008. En de koopkracht heeft zich sindsdien niet hersteld”, zegt econoom Mathieu Plane van de OFCE. Volgens econoom Emmanuel Jessua van het Instituut Rexecode is de situatie aan de beterende hand. “Over dit jaar is de verwachting dat de koopkracht met 1,3 procent verbetert. En als het economisch voor de wind blijft gaan, lopen we de achterstand geleidelijk aan weer in.”
Maar dat gaat de Fransen, en zeker de Fransen die buiten de grote steden wonen, niet snel genoeg. Want daar gaat het gevoel van ‘steeds meer belasting betalen’ gepaard met een snel terugtredende overheid (minder scholen, minder openbaar vervoer, minder gemeentelijke voorzieningen). “Belasting wordt geaccepteerd omdat er geld wordt herverdeeld. Maar die acceptatie daalt snel als publieke diensten verdwijnen, als het vangnet van de overheid steeds minder goed werkt en als de kloof tussen arm en rijk groeit”, zo verklaart de politicoloog Jean-Yves Camus de huidige revolte op met name het platteland.
De beweging van de Gele hesjes, die niet duidelijk wordt aangevoerd door een politieke partij of vakbond, opent volgens hem een nieuw hoofdstuk in de Franse geschiedenis van het verzet tegen de centrale overheid. Dat begon in 1358, zegt hij, tijdens de Grande Jacquerie, een opstand van boeren die de hogere belastingen afwezen. En in de historie zijn meer van deze frondes geweest tegen de centrale overheid die, in de ogen van de plattelanders, alleen maar profiteert. “Deze niet centraal geleide beweging staat in de traditie van min of meer spontaan verzet, dat terugvoert tot de Middeleeuwen”, zegt ook historicus Jean Garrigues van de Franse eliteopleiding Sciences Po.
(AD)