Marcel Pinas exposeert in Nederland
PARAMARIBO - Met de tentoonstelling Tembe Afaka werpt kunstenaar Marcel Pinas nieuw licht op het thema Kibri a Kulturu (behoed onze cultuur), waaraan hij al jaren is toegewijd. Bij Hotel Maria Kapel (HMK) in Nederland brengt hij een combinatie van nieuw en bestaand werk, zoals de sieradenlijn Boipili en grote sculpturen van glas en metaal bijeen in een monumentale installatie waarin het Afakaschrift en de cultuur van de Ndyuka centraal staan. De opening van de tentoonstelling vindt vandaag plaats en de expo is open voor het publiek van 8 december tot en met 19 januari 2019. Pinas is afkomstig van de Ndyuka, een groep Surinaamse marrons, van oorsprong Afrikaanse mensen die in de zeventiende eeuw door de Nederlanders per slavenschip naar Suriname werden gebracht om te werken op de plantages. Daar bevrijdden zij zichzelf uit de slavernij en zij vestigden zich in het oerwoud. Zoals veel van het werk van Pinas is het project Tembe Afaka onderdeel van een groter plan om door middel van kunst en culturele projecten het Surinaamse district Marowijne, (waar de Ndyuka sindsdien gevestigd zijn) na de Binnenlandse Oorlog in de jaren tachtig, nieuw leven in te blazen. Centraal in Pinas’ werk staan zijn afkomst, het behoeden van een cultuur die verloren dreigt te gaan en het leveren van een waardevolle bijdrage aan de toekomst ervan. Pinas staat bekend om het gebruik van terugkerende vormelementen in zijn werk. Deze vormen zijn afgeleid van de houtsnijwerkmotieven van de Ndyuka, die onder marronvakmannen van generatie op generatie zijn overgedragen (tembe), en het Afakaschrift. Dit schrift bestaat uit 56 symbolen en is aan het begin van de twintigste eeuw ontwikkeld voor de taal Ndyuka, de creoolse variant van het Engels, die door zo’n 25.000 mensen in het oosten van Suriname en het westen van FransGuyana wordt gesproken. Met de installatie bij HMK werkt Pinas door op het voor hem bekende thema De vormen vinden hun oorsprong in tembe, het Afakaschrift en de cultuur van de Ndyuka. Het materiaal refereert naar de kwetsbaarheid van het voortbestaan ervan in tijden van onderdrukking, terreur en globalisering. De monumentale presentatie verwijst naar Pinas’ streven om deze cultuur te behouden, wereldwijd te delen en de waardering voor de tradities en gebruiken te bevorderen. De sieradenlijn Boipili bestaat uit een reeks zilveren juwelen in de vorm van tembe en Afakaletters. Ze zijn door de lokale gemeenschap vervaardigd om inkomsten te genereren en spelen in op de behoefte om de regio en de cultuur te koesteren en bekender te maken bij een wereldwijd publiek. Met dit initiatief wil Pinas een groep mensen, die zonder hem geen toegang zouden hebben tot het kunstsysteem, een stem geven. Het Boipiliproject stelt daarmee tevens vragen over de beperktheid van dit systeem en de definitie van wat kunst is. Marcel Pinas neemt met zijn werk een kritisch standpunt in ten opzichte van het verleden en de huidige problemen waar de Ndyukagemeenschap mee te maken heeft, maar hij onderzoekt ook mogelijkheden om van de geschiedenis te leren, bijzondere tradities te behouden en te bouwen aan een positieve, kansrijke toekomst voor de Ndyukagemeenschap.